Slakkenhuis (mollusken)
schelp die onderdeel is van het lichaam van een slak / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het slakkenhuis is een schelp die onderdeel is van het lichaam van een slak. Het is uitwendig ofwel een exoskelet dat niet alleen dient voor de aanhechting van spieren, maar ook bescherming biedt tegen roofdieren en mechanische schade. Bij landslakkensoorten en bepaalde zeeslakkensoorten die vooral boven de waterlijn leven levert de schelp de nodige bescherming tegen zon en uitdroging.
Het slakkenhuis is opgebouwd uit verschillende lagen en is doorgaans gemaakt van calciumcarbonaat dat wordt afgezet in een organische matrix van conchyoline, dat verwant is aan chitine. De schelp wordt afgescheiden door een orgaan dat de mantel wordt genoemd.
De meeste slakken hebben een schelp, maar een aantal groepen hebben er geen of hebben een rudimentaire inwendige schelp. Deze groepen worden naaktslakken genoemd, maar deze term verwijst naar vele niet-verwante groepen. Slakken met een huis worden ook wel huisjesslakken genoemd, waarvoor hetzelfde geldt: de term omvat vele niet-verwante groepen van soorten.
De schelp bestaat meestal uit één stuk en is doorgaans in een spiraal gewonden. Er zijn ook soorten waarvan de schelp minder duidelijk of helemaal niet gewonden is, zoals bij de verschillende groepen hoedvormige schelpensoorten. Er zijn soorten die de mondopening van de schelp met een dekseltje, het operculum, kunnen afsluiten. Een operculum kan van kalk en/of van conchyoline gemaakt zijn.