Sturlungaöld
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Sturlungaöld (letterlijk: Sturlungtijdperk, ook wel de Sturlungtijd of de Sturlung-era) was een 42-44 jaar durende burgeroorlog in IJsland in het midden van de 13e eeuw. Het is misschien wel de bloedigste en meest gewelddadige periode in de IJslandse geschiedenis. De Sturlungaöld is opgeschreven in de Sturlunga saga door onder andere Sturla Þórðarson.
Deze periode wordt gekenmerkt door de conflicten van machtige leiders, goðar, die volgelingen vergaarden en streden, en is vernoemd naar de Sturlungs, op dat moment de machtigste familieclan in IJsland. Aan het einde van het tijdperk hield het IJslands Gemenebest op te bestaan en werd IJsland ondergeschikt aan Noorwegen.
Over het algemeen beschouwen historici 1220 als het eerste jaar van de Sturlungaöld, maar sommige plaatsen het begin eerder vanwege de Slag bij Víðines. De macht in het land was stevig in handen van een paar familieclans. Er waren:
- De Haukdælir, uit Árnesþing
- De Oddaverjar, uit Rangárþing
- De Ásbirningar, van Skagafjörður
- De Vatnsfirðingar van Ísafjörður
- De Svínfellingar van de Oostfjorden
- De Sturlungar, van Hvammur in Dalir
In die tijd probeerde Haakon de Oude, koning van Noorwegen, zijn invloed op IJsland uit te breiden. Vele IJslandse stamhoofden werden zijn ondergeschikten en waren verplicht zijn bevelen uit te voeren. In ruil daarvoor ontvingen zij geschenken, volgelingen en een respectabele status. Bijgevolg waren de grootste IJslandse stamhoofden verbonden met de koning van Noorwegen.