
Taíno (volk)
volk / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Taíno vormden een inheemsvolk dat leefde in gebieden rond de Caribische Zee, op de eilanden Hispaniola, Bahama's, Cuba, Jamaica, Puerto Rico, de Turks- en Caicoseilanden en de noordelijke Kleine Antillen.
Taíno | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
De Guanahatabey-regio met betrekking tot de Taíno en de Cariben. | ||||
Verspreiding | Hispaniola Bahama's Cuba Jamaica Puerto Rico Turks- en Caicoseilanden Kleine Antillen | |||
Taal | Taínotaal | |||
Verwante groepen | Arawakken | |||
|

Zij waren verwant aan de Arawakken of waren een subgroep van dat volk. De Taíno zijn vooral bekend omdat het de eerste Indianen waren die Christoffel Columbus in 1492 aantrof. Schattingen van het aantal Taíno dat in 1492 leefde lopen uiteen van enkele honderdduizenden tot acht miljoen. Ze waren verdeeld in chiefdoms, die werden geleid door een Cacique. Ayiti ("Land van de hoge bergen") was de Taíno naam van Hispaniola die zichzelf (aan de westelijke kant) tot Haïti heeft hernoemd. De Taíno waren tegen het eind van de 16e eeuw als apart volk uitgestorven, onder andere door ziekten die de kolonisten uit Europa met zich meenamen. Wel stammen veel inwoners van het gebied van de Taíno af; DNA-onderzoek in Puerto Rico[1] heeft uitgewezen dat 61% van de bevolking Taíno-voorouders heeft.