
Tarimbekken
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Tarimbekken is een groot geologisch bekken in de autonome regio Sinkiang in het uiterste westen van de Volksrepubliek China. Het wordt omsloten door drie hooggebergten: de Tiensjan in het noorden, de Pamir in het westen en de Kunlun in het zuiden. Een groot deel van het bekken wordt ingenomen door de Taklamakanwoestijn. De zijderoute splitste zich hier in twee routes, langs de noordelijke en zuidelijke randen van Taklamakan. Het laagste punt is Lop Nor in het oosten, een voormalig zoutmeer. Lop Nor was vroeger aanzienlijk groter, 'Groot Lop Nor' en voor díe tijd maakte het deel uit van het 'Tarim meer', dat waarschijnlijk zo groot was als de Kaspische Zee.[1] Dat verklaart het zout in de woestijn, dat bijdroeg aan de mummificatie van bewoners die werden begraven (Tarim-mummies).

De naamgever van het bekken is de rivier de Tarim, die langs het noorden van het bekken stroomt en er ook eindigt. Het Tarimbekken is een endoreïsch bekken en heeft dus geen afvoer naar zee.
De Zijderoute liep door en ten noorden van het Tarimbekken:
- Centrale route, van Dunhuang in het oosten, door de Jaden Poort in de Chinese Muur, ten zuiden van de Tien Shan via Loulan, naar Kucha, Kashgar naar West Turkestan.
- Zuidelijke route, van Dunhuang, via Cherchen, Niya, Khotan, Kashgar naar het westen
- Noordelijke route, van Dunhuang, naar Hami en ten noorden van het Tarimbekken en de Tien Shan, langs Ürümchi naar Tashkent in het westen. Langs deze zijderoute was het klimaat het gunstigst, maar er waren vanuit het noorden aanvallen te duchten van nomaden te paard.
Het Kunlungebergte in het zuiden van het Tarimbekken was in de Chinese mythologie en de traditionele Chinese opvatting over de oudste Chinese geschiedenis het rijk van de elvenkoningin Xi Wang Mu, de 'Koningin-moeder van het Westen' met haar 'perziken van onsterfelijkheid' en de verblijfplaats van Huang Di (de Gele Keizer).
Oops something went wrong: