Tarot
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Tarot (eerst bekend als tarocchi, ook tarock en soortgelijke namen) is een kaartspel van achtenzeventig kaarten, dat vanaf het midden van de vijftiende eeuw in verschillende delen van Europa werd gespeeld. In Italië bijvoorbeeld als Tarocchini en in Frankrijk als Franse tarot. Het heeft vier kleuren[1] die overeenkomen met de vier kleuren van het moderne spel van 52 kaarten. In het moderne kaartspel ontbreekt de Grote Arcana. De Joker in sommige moderne kaartspellen is, in tegenstelling tot wat soms wordt verondersteld, niet rechtstreeks afgeleid uit de Dwaas.[2] Terwijl de Dwaas al sinds de 15e eeuw deel uitmaakte van de tarot, werd de joker (jester) pas in de 19e eeuw geïntroduceerd in het kaartspel Euchre.
Rabelais geeft tarau als de naam van een van de spellen gespeeld door Gargantua in zijn Gargantua en Pantagruel.[3] Dit is waarschijnlijk de eerste vermelding van de Franse vorm van de naam. Tarotkaarten worden in een groot deel van Europa gebruikt als een vorm van kaartspel, dus gewoon als amusement. In Engelstalige landen is dit soort spellen grotendeels onbekend. Tarotkaarten worden daar hoofdzakelijk gebruikt voor waarzeggerij en andere esoterische toepassingen.[4] Occultisten noemen de troeven (samen met de Nar) "de grote Arcana", terwijl de tien genummerde kaarten en de hofkaarten van elke kleur "de kleine Arcana" worden genoemd. De kaarten worden door sommige occulte schrijvers teruggevoerd op het oude Egypte of de Kabbala, maar voor deze oorsprong is geen enkel bewijs voorhanden, zodat het speculatie blijft. Evenmin kan worden bewezen dat vóór de 18e eeuw tarot reeds voor voorspelling werd gebruikt, al lijkt het wel waarschijnlijk dat de sterk aansprekende taferelen daartoe moeten hebben geïnspireerd.[4]