Technologie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Technologie (Grieks: τέχνη: 'vakmanschap' en λογία: 'theorie') is het geheel aan technieken, vaardigheden, methoden en processen dat gebruikt wordt voor de productie van goederen en diensten, of ter verwezenlijking van een doel, zoals wetenschappelijk onderzoek. Technologie manifesteert zich in fysieke objecten en in organisatievormen.[1] Ze maakt deel uit van de samenleving en ontwikkelt zich in nauwe samenhang met andere menselijke uitingen.

Deel van een serie artikelen over |
![]() |
---|
––– Algemeen ––– |
Bouw · Communicatie · Elektronica · Engineering · Industrie · Informatie · Luchtvaart · Landbouw · Transport |
––– Vakgebieden ––– |
Biotechnologie · Chemische technologie · Gerontechnologie · Hightech industrie · Levensmiddelentechnologie · Nanotechnologie · Techniek |
Portaal |
De eenvoudigste vorm van technologie is de ontwikkeling en het gebruik van werktuigen. Na de prehistorische ontdekking van vuurbeheersing, en de latere neolithische revolutie, kreeg de mens met behulp van werktuigen een grotere controle over zijn voedselbronnen.[2] De uitvinding van het wiel stelde de mens vervolgens in staat om te reizen en de omgeving sterker te beïnvloeden. Door latere technologische ontwikkelingen, zoals de uitvinding van de drukpers, de telefoon en het internet, konden mensen over grotere afstanden met elkaar communiceren.
Technologie ligt aan de basis van de geavanceerde economieën, die samen de huidige wereldeconomie vormen, en is een centrale component van het dagelijks leven, zowel op de werkvloer als in de vrije tijdsbesteding. Veel technologische processen produceren ongewenste bijproducten (vervuiling). Innovaties op het gebied van technologie beïnvloeden waarden binnen een samenleving, en werpen vaak ethische vragen op. Bijvoorbeeld de opkomst van het begrip efficiëntie in termen van menselijke productiviteit, of nieuwe uitdagingen binnen de bio-ethiek.
Vanaf de industriële revolutie ontstonden filosofische debatten over het gebruik van technologie. Onenigheid bestaat over de vraag of technologie de menselijke staat verbetert of verslechtert. Het neoluddisme, het anarchoprimitivisme en andere reactionaire bewegingen bekritiseren de alomtegenwoordigheid van technologie, met als argument dat ze het milieu schaadt en sociale vervreemding vergroot. Een ideologie als het transhumanisme beschouwt technologische vooruitgang juist als gunstig voor de mens en de samenleving.