Thixotropie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Thixotropie (soms gespeld als tixotropie of thyxotropie) of pseudoplasticiteit is de eigenschap van een niet-newtonse vloeistof, waarbij de viscositeit bij een constante schuifspanning door de tijd afneemt. Na het opheffen van de schuifspanning keert de beginviscositeit weer terug. De term thixotropie is afgeleid van de Griekse woorden "thixis", dat staat voor aanraking en "tropos", dat staat voor bewegen of mengen.

De afname van viscositeit wordt veroorzaakt doordat de samenstellende deeltjes zich evenwijdig aan de opgelegde afschuifspanning gaan oriënteren. Het begrip is afkomstig van Herbert Freundlich, onderzoeker naar de grondbeginselen van de colloïdchemie.

Het tegengestelde van thixotropie is reopexie. Reologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de vervormings- en vloei-eigenschappen van vloeistoffen.

Veel gels en colloïden zijn thixotroop.