Wil (Nederlands recht)
recht / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wil is een principe van het Nederlands recht, dat er van uitgaat dat mensen en door mensen opgerichte entiteiten (rechtspersonen) bewust handelingen kunnen verrichten die door hen gewenst zijn. De betekenis en gebruik van de wil kan in het recht per onderwerp verschillen. In Nederland schrijft het vermogensrecht bijvoorbeeld voor dat een rechtshandeling alleen geldig is, wanneer daartoe een op een rechtsgevolg gerichte wil van de handelende persoon aanwezig is, die zich door een verklaring heeft geopenbaard (art. 3:32 BW). Een wilsgebrek is het gebrekkig tot stand komen van de wil, waardoor een beschikking of overeenkomst vernietigbaar kan zijn. Hiervan is sprake bij bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden of dwaling.
De staatsrechtelijke idee achter de democratische staat is dat gezagsdragers hun legitimiteit ontlenen aan het feit dat ze steunt op de wil van de meerderheid van de bevolking die deze in vrije en geheime verkiezingen tot uitdrukking brengt. Voor het bestaan van een strafbaar feit is vaak een wil vereist tot de gedraging.
Veel rechtsregels schrijven niet voor wat een persoon moet doen, maar welke rechtsgevolgen een bepaalde handeling heeft. Een handeling wordt in het recht als een rechtsfeit gezien wanneer die handeling rechtsgevolgen kent. Bepaalde rechtsfeiten zijn rechtshandeling. In het algemeen wordt een rechtshandeling erdoor gekenmerkt dat zij op een of meerdere rechtsgevolgen gericht is. Een handeling die een rechtsfeit is, hoeft echter geen rechtshandeling te zijn. Een voorbeeld is een onrechtmatige daad of een handeling die deel uitmaakt van een strafbaar feit.
Oops something went wrong: