Zeven bankiers
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De zeven bankiers of G-7 (Russisch: семь банкиров; sem bankirov) is een bijnaam die een zevental Russische zakenmannen (of oligarchen) kreeg halverwege de jaren 90 van de 20e eeuw, vanwege hun bankeigendommen en hun invloed op de Russische politiek onder de presidentschappen van Boris Jeltsin. Tijdens de regering van Vladimir Poetin verloren ze het grootste deel van hun politieke macht weer. Een aantal van hen vluchtte naar het buitenland.
Dit waren (persoon en bank):
- Boris Berezovski (beschouwde zichzelf als leider) - LogoVAZ
- Michail Chodorkovski - Rosprom Groep (of Bank Menatep)
- Michail Fridman - Alfa Groep (samen met Pjotr Aven)
- Vladimir Goesinski - Most Groep
- Vladimir Potanin - Oneximbank
- Aleksandr Smolenski - SBS-Agro (eerder Stolitsjni)
- Vladimir Vinogradov - Inkombank
De naam 'zeven bankiers' is afgeleid van de raad van 7 bojaren die van 27 juli 1610 tot 4 november 1612 het land bestuurden in opdracht van de Poolse koning Ladislaus IV van Polen in de tijd der troebelen.