Grensoverschrijdende gezondheidszorg Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De arresten
Arresten Decker en Kohll | ||
---|---|---|
Datum | 28 april 1998 | |
Zaak | C-120/95 en C-158/96 | |
Instantie | Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen | |
Rechters | G.C. Rodríguez Iglesias, C. Gulmann, H. Ragnemalm, G.F. Mancini, J.C. Moitinho de Almeida, P.J.G. Kapteyn, J.L. Murray, D.A.O. Edward, J.-P. Puissochet, G. Hirsch, P. Jann | |
Adv.-gen. | G. Tesauro[1] | |
Procedure | Prejudiciële vraag uit Luxemburg | |
Procestaal | Frans | |
Vindplaats | Jur. 1998, p. I-1831 | |
ECLI | ECLI:EU:C:1998:167 | |
CELEX | 61995CJ0120 |
tezamen meestal aangeduid als de arresten Decker en Kohll, zijn uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 28 april 1998 welke van belang zijn voor het vrije verkeer van goederen en diensten.
Decker had bij een opticien in Aarlen (België) een bril gekocht, maar kreeg de kosten van zijn ziekenfonds niet vergoed, omdat hij niet tevoren toestemming voor deze aankoop had gevraagd. In het geval van Kohll had een Luxemburgse arts de "Union des caisses de maladie" gevraagd om toestemming te verlenen voor een orthodontische behandeling van zijn minderjarige dochter in Trier (Duitsland). Deze aanvraag werd door het ziekenfonds afgewezen op grond dat de behandeling niet spoedeisend was en in Luxemburg kon worden verleend.
Beide verzekerden stelden tegen de weigering van het ziekenfonds de kosten te vergoeden beroep in bij de Luxemburgse sociale verzekeringsrechter. Deze stelde prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
De voor de rechtsgeschiedenis belangrijkste prejudiciële vragen luidden als volgt:
De belangrijkste elementen van de arresten schuilen in de volgende overwegingen van het hof:
Decker:[2] de artikelen 30 en 36 van het Verdrag verzetten zich tegen een nationale regeling op grond waarvan een socialezekerheidsorgaan van een lidstaat een verzekerde de forfaitaire kostenvergoeding voor een bril met corrigerende glazen, die bij een opticien in een andere lidstaat is gekocht, weigert omdat voorafgaande toestemming is vereist voor de aankoop van medische producten in het buitenland.
Kohll:[3] het is weliswaar een beperking van het vrij verkeer van diensten, maar voor het behoud van het sociale zekerheidssysteem is het toegestaan om deze vrijheid in te perken. Van belang is dat economische doelstellingen feitelijk geen belemmering zijn die onder art 59 VWEU vallen, maar omdat het socialezekerheidsstelsel zo belangrijk is mag er in dit geval een uitzondering gemaakt worden en kan het derhalve onder de doelstelling volksgezondheid vallen. Het is dus toegestaan om deze vrijheid in te perken door de eis van de verzekeraar om van tevoren toestemming te vragen bij dergelijke behandelingen in het buitenland.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.