Loading AI tools
nationaal voetbalteam Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Duits voetbalelftal (Duits: Fußballnationalmannschaft) is een team van voetballers dat Duitsland vertegenwoordigt in internationale wedstrijden. Het team is de selectie van de Deutscher Fußballbund (DFB).
Duitsland | |||||
---|---|---|---|---|---|
Bijnaam | die Nationalelf | ||||
Kledingsponsor | Adidas | ||||
FIFA-ranglijst | 16 (20 juni 2024) | ||||
Hoogste ranking | 1e (dec 1992-aug 1993, dec 1993-maa 1994, jun 1994, jul 2014-jun 2015, jul 2017, sep 2017-jun 2018) | ||||
Laagste ranking | 22e (maa 2006) | ||||
Associatie | Deutscher Fußball-Bund | ||||
Bondscoach | Julian Nagelsmann | ||||
Stadion | wisselend | ||||
Meeste interlands | Lothar Matthäus (150) | ||||
Topscorer | Miroslav Klose (71) | ||||
Wedstrijden | |||||
Eerste interland: Zwitserland 5 – 3 Duitsland (Bazel, Zwitserland; 5 april 1908) Grootste overwinning: Duitsland 16 – 0 Rusland (Stockholm, Zweden; 1 juli 1912) Grootste nederlaag: Engeland (am.) 9 – 0 Duitsland (Oxford, Engeland; 16 maart 1909) | |||||
Wereldkampioenschap | |||||
Optredens | 20 (eerste keer: 1934) | ||||
Beste resultaat | Winnaar: 1954, 1974, 1990, 2014 | ||||
Olympische Spelen | |||||
Optredens | 13 (eerste keer: 1912) | ||||
Beste resultaat | Winnaar (1976) | ||||
Europees kampioenschap | |||||
Optredens | 13 (eerste keer: 1972) | ||||
Beste resultaat | Winnaar: 1972, 1980, 1996 | ||||
FIFA Confederations Cup | |||||
Optredens | 3 (eerste keer: 1999) | ||||
Beste resultaat | Winnaar: 2017 | ||||
|
Het elftal is viervoudig wereldkampioen, drievoudig Europees kampioen, won eenmaal de FIFA Confederations Cup en won eenmaal goud op de Olympische Zomerspelen.
Het Duitse voetbalelftal heeft sinds 2014 als thuistenue een witte broek en een wit shirt. Eerder speelde het meestal in een zwarte broek. Die kleurencombinatie was afgeleid van de vlag van Pruisen. De ontwerper van het 2014-tenue vond wit beter passen bij het gemak waarmee het team volgens hem speelt.[1] Op het shirt wordt sinds 1988 ook een beetje zwart, rood en goud geplaatst, als verwijzing naar de Duitse vlag.
Van 1950 tot de Duitse hereniging in 1990 vertegenwoordigde dit team alleen de Bondsrepubliek (West-Duitsland). Voor het team van voetballers dat de voormalige Duitse Democratische Republiek (Oost-Duitsland) vertegenwoordigde, wordt verwezen naar Voetbalelftal van de Duitse Democratische Republiek.
De bijnamen van het team zijn die Nationalelf, die DFB-Auswahl en die Adler ("de adelaars"). Van de ploegen van de Deutscher Fußball-Bund is deze ploeg de A-Mannschaft. In 2015 introduceerde de voetbalbond de naam Die Mannschaft. Een reden daarvoor was een zekere bekendheid van deze uitdrukking in andere landen. Dit werd door de Duitse fans echter als kunstmatig en een marketing-truc gezien. Na felle negatieve reacties van fans maar ook kritiek binnen de voetbalbond maakte de voetbalbond in 2022 bekend dat hij de geregistreerde naam die Mannschaft niet meer zal gebruiken.[2]
Reeds tussen 1898 en 1901 speelde Duitsland zeven interlands tegen teams uit Engeland en Duitsland, echter worden deze door de DFB niet erkend als officiële interland. De wedstrijden werden georganiseerd door Walther Bensemann, een voetbalpionier in Duitsland.
Reeds bij de oprichting van de DFB in januari 1900 was er al sprake van een toekomstig nationaal elftal. Echter als het op de financiering van de wedstrijd aankwam mislukte het steeds om een interland te organiseren. Het voetbal werd echter steeds populairder en nadat het land geen elftal kon afvaardigen naar de Olympische Spelen in Londen in 1908 werd als doel gesteld om de Spelen vier jaar later in Stockholm wel te halen.
Op 5 april 1908 vond de eerste officiële interland van Duitsland plaats. Er werd in Bazel gespeeld tegen buurland Zwitserland en Duitsland verloor met 5-3. Voor de Zwitsers was het de derde interland en de eerste overwinning, na twee nederlagen tegen Frankrijk. Zwitserland zou ook de eerste tegenstander van het land worden na beide wereldoorlogen. Het samenstellen van het nationale team was geen sinecure. De regionale voetbalbond mochten spelers nomineren, echter sommige spelers wilden de reis niet maken en speelden liever voor hun club, tot de bond met sancties dreigde al hadden ook die niet altijd evenveel invloed. Op 4 april 1909 speelde het land twee interlands. In Karlsruhe won een elftal opgebouwd uit spelers die uitsluitend uit Zuid-Duitsland kwamen met 1-0 van Zwitserland, de eerste overwinning van die dag. Op dezelfde dag werd in Boedapest tegen Hongarije gespeeld met spelers afkomstig uit Noord- en Midden-Duitsland, zij speelden 3-3 gelijk. De bond deed dit omdat ze dachten dat spelers uit dezelfde regio elkaar al kenden en beter konden samen spelen.
De organisatie van interlands bleef moeilijk omdat de bond geen rekening hield met het competitievoetbal. Zo werd in 1910 één dag na de finale om de landstitel tussen Karlsruher FV en FC Holstein Kiel een interland georganiseerd tegen België. Daar de spelers van de finalewedstrijd afgezegd hadden stonden een uur voor het affluiten in Duisburg slechts zeven spelers op het veld. Er werden dan maar spelers uit het publiek genomen en de Belgen wonnen met 0-3. In 1912 speelde het land in Zwolle 5-5 gelijk tegen Nederland, dit was tot dan toe het doelpuntrijkste gelijkspel uit de geschiedenis.
De eerste grote voetbaltoernooien werden georganiseerd op de Olympische Spelen. Nadat voetbal een demonstratiesport was in 1900 en 1904 werd het in 1908 een officiële sport. Ze waren er voor het eerst bij op de Olympische Spelen van 1912 in Stockholm. Na een 1-5 nederlaag tegen Oostenrijk was het team al uitgeschakeld voor het hoofdtoernooi, maar mocht wel naar het troosttoernooi. Hier trof het land Rusland. De Duitsers scoorden 16 keer; voor Duitsland de grootste overwinning ooit en voor Rusland de grootste nederlaag. Gottfried Fuchs scoorde tien keer, een record dat in 2001 verbroken werd door Archie Thompson. In de halve finale verloor het team van Hongarije met 1-3. In 1914 stonden een aantal wedstrijden gepland, die door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet doorgingen. Het land had grote plannen om het goed te doen op de Olympische Spelen in 1916 die in Berlijn zouden plaatsvinden. Twaalf internationals kwamen om in de oorlog, waarvan er elf als soldaten op het veld sneuvelden.
De Eerste Wereldoorlog liet ook zijn sporen in het voetbal na en Duitsland stond geïsoleerd na de oorlog. Enkel Zwitserland was bereid tegen de Duitsers te spelen, ze hadden Duitsland zelfs uitgenodigd in 1917, zonder succes overigens. Op 27 juni 1920 kwamen de Duitsers dan naar Zürich om de eerste naoorlogse interland te spelen. Groot-Brittannië, Frankrijk en België bedreigden Zwitserland met een voetbalboycot, maar dat liet de Zwitsers niet afschrikken. Duitsland verloor met 4-1. Engeland vroeg aan de FIFA om Duitsland uit te sluiten, maar toen dat verzoek afgewezen werd trad Engeland zelf uit de FIFA. De volgende wedstrijden werden tegen Oostenrijk en Hongarije gespeeld, Duitslands bondgenoten uit de oorlog. In 1922 speelde Zwitserland, dat politiek en voetbal gescheiden wilde houden, opnieuw tegen Duitsland, waarop België een interland tegen Zwitserland annuleerde.
In 1923 speelde Italië als eerste tegenstander uit de oorlog tegen Duitsland. De tweede volgde pas zes jaar later, de Schotten. Tot dan speelden ze enkel tegen bondgenoten en neutrale staten zoals Nederland, Noorwegen, Zweden en Finland.
Duitsland was er nog eens bij op de Olympische Spelen van 1928, dat door de FIFA gezien wordt als een officieus WK omdat hier teams vanuit de hele wereld deelnamen. Na een klinkende 0-4 overwinning op de Zwitsers kregen de Duitsers in de kwartfinale zelf vier goals om de oren van de latere olympische kampioen Uruguay.
Net zoals de meeste Europese landen liet Duitsland het allereerste WK in Uruguay links liggen. Een jaar later speelde het land voor het eerst tegen Frankrijk, dat tot 1930 het Rijnland bezet had. Ten tijde van de Weimarrepubliek won Duitsland 23 keer, speelden ze 13 keer gelijk en verloren ze 19 keer. Deze eerder matige prestaties zijn te wijten aan de versplintering van het Duitse voetbal. De regionale voetbalbonden wilden telkens hun spelers naar voren schuiven zodat meestal niet het sterkste elftal op het veld stond.
Net zoals in 1909 werden er ten tijde van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij vaker wedstrijden op één dag gespeeld. Zo speelden op 15 september 1935 twee elftallen op dezelfde dag een wedstrijd in Breslau en in Stettin. Op 27 september 1936 werd er gespeeld in Praag en Krefeld, op 21 maart 1937 in Stuttgart en Luxemburg, op 20 maart 1938 in Neurenberg en Wuppertal, op 26 maart 1939 in Florence en Luxemburg en op 5 oktober 1941 in Stockholm en Helsinki. Als er naar de opstelling en tegenstanders gekeken wordt kan men er wel van uitgaan dat er, in tegenstelling tot 1909, telkens één B-elftal aan de aftrap kwam tegen de zwakkere tegenstander.
Op het WK 1934 trad het land voor het eerst in de schijnwerpers. Nadat België en Zweden verslagen werden verloren de Duitsers hun halve finale van Tsjechoslowakije. Tegen Oostenrijk kon wel nog de derde plaats veroverd worden. In de wedstrijd tegen België (5-2) scoorde Edmund Conen de eerste loepzuivere hattrick in de WK-geschiedenis.
In 1935 speelde het land 17 vriendschappelijke wedstrijden en koos vaak zwakke tegenstanders uit om zo het nationale gevoel aan te wakkeren als het team dan won. Nadat het voetbal in 1932 niet op het olympische programma stond maakte de sport zijn terugkeer op de Spelen in Berlijn in 1936. De Duitsers begonnen ijzersterk tegen het weliswaar zwakke Luxemburg met een 9-0 overwinning. In de tweede ronde sloeg Noorwegen de Duitse droom van een gouden medaille echter al aan diggelen. De nederlaag werd gezien als een catastrofe door het politieke regime. Adolf Hitler woonde voor het eerst een wedstrijd bij van de Mannschaft. Het was tevens de laatste keer dat een Duits A-elftal deelnam aan de Spelen. Na de Spelen werd een zondebok gezocht voor de nederlaag en dat werd trainer Otto Nerz, hoewel het bondsvoorzitter Felix Linnemann was die de spelers gekozen had die moesten spelen. Sepp Herberger werd de nieuwe bondscoach en hij zou tot 1964 aanblijven. Herberger leidde het team naar het WK in Frankrijk.
Na de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland werd in maart 1938 een verbroederingsspel gespeeld tussen beide elftallen. Daar Oostenrijk de wedstrijd ging men ervan uit dat in het nieuwe nationale Groot-Duitse elftal ten minste de helft van de spelers uit Oostenrijk moesten komen. Op het WK ging Duitsland er al in de eerste ronde uit, ze speelden eerst gelijk tegen Zwitserland en verloren de replay. Het is de slechtste prestatie tot dusver op een WK.
De rassenpolitiek van de NSDAP liet zich ook in het voetballeven voelen. Joodse spelers werden uitgesloten en zelfs oude helden werden uit de geschiedenisboeken geschrapt. Enkele oude helden vluchtten het land uit, zoals Gottfried Fuchs of werden het slachtoffer van de Holocaust zoals Julius Hirsch. De DFB kwam pas in de jaren zeventig in het reine met de geschiedenis. Het voorstel van Sepp Herberger om zijn jeugdidool Gottfried Fuchs uit Canada uit te nodigen voor de Olympische Spelen van 1972 in München werd door de DFB nog afgewezen.
In 1939 speelde het land nog 15 interlands ter voorbereiding van de Olympische Spelen in Helsinki, die echter afgelast werden door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. De spelers moesten zich aanmelden bij het leger waarmee hij regime aan het volk wilde aantonen dat eenieder zich in dienst moest stellen van de staat, ongeacht de maatschappelijke positie die hij bekleedde. Toch wilde men het nationale elftal als propagandamiddel blijven gebruiken, waardoor er nog talrijke interlands gespeeld werden.
In juni 1941 werden alle interlands geschrapt om de krachten te kunnen bundelen in de aanval op de Sovjet-Unie. In oktober werd het verbod opgeheven op bevel van Hitler. In 1942 gaf coach Herberger een lijst van 20 namen van spelers die in de oorlog meestreden. Zij hadden zich al verdienstelijk opgesteld en werden vrijgesteld van verdere oproepen. Na een thuisnederlaag tegen Zweden verbood Goebbels interlands in Berlijn, om zo de aandacht van het volk bij de oorlog te houden en niet bij voetbal. Op 22 november 1942 speelde het land de laatste interland voor het einde van de oorlog tegen Slowakije, exact acht jaar later zou pas de volgende interland volgen. De DFB werd in 1942 ook door de FIFA uitgesloten.
Van 10 tot 12 november 1945 kwam de FIFA bijeen in Zürich. Er werd vergaderd over de mogelijke sportbetrekkingen van landen met Duitsland en Japan. Het werd verboden om nog sportief contact te hebben met deze landen en de DFB die al in 1940 ontbonden werd, kon niet heropgericht worden. Een deelname aan internationale competities was hierdoor voorlopig niet mogelijk. In 1948 deed Duitsland een verzoek bij de FIFA om terug opgenomen te worden en ze kregen hierbij steun van Zwitserland, echter werd het voorstel afgewezen. Er werden dan enkele vriendschappelijke wedstrijden gespeeld tussen Duitse en Zwitserse clubs, waar in het buitenland hevige reacties op kwamen. Door toedoen van de Engelse voetbalbond hief de FIFA op 9 mei 1949 het verbod op om tegen Duitse clubs te voetballen. De FIFA beval wel dat indien er een internationale wedstrijd gespeeld zou worden, de clubs toestemming moesten vragen aan de desbetreffende bezetter.
Na de oprichting van de Bondsrepubliek werd op 21 januari 1950 de DFB heropgericht. Tegelijkertijd ontstond in de Duitse Democratische Republiek de Deutsche Fußball-Verband (DFV). Twee jaar eerder werd al de Saarlandse voetbalbond (SFV) opgericht, nadat Frankrijk Saarland probeerde af te scheiden van Duitsland. De SFV werd in het voorjaar van 1950 opgenomen door de FIFA, de DFB in september van dat jaar en de DFV pas in 1952.
Op 22 september 1950 vond na exact acht jaar nog eens een Duitse interland plaats, tegen Zwitserland. Sepp Herberger ging opnieuw aan de slag als bondscoach. Dankzij een goal van Herbert Burdenski wonnen de Duitsers bij hun wederoptreden. Voor negen spelers was het de eerste interland. Doelman Toni Turek was met zijn 31 jaar de oudste debutant bij het nationale elftal en zou dat blijven tot 19 november 2013. Enkel kapitein Andreas Kupfer (44ste interland), Jakob Streitle (9de interland) en Herbert Burdenski (4de interland) speelden voor en tijdens de oorlog reeds voor de Mannschaft. Voor Fritz Balogh, die drie maanden later om het leven kwam, zou het de enige interland worden. Ook Andreas Kupfer kwam na deze wedstrijd niet meer aan de bak. Naast Turek stonden met Max Morlock en Ottmar Walter twee toekomstige wereldkampioenen in het elftal. Bij de volgende interland op 15 april 1951 maakte ook Herbergers lieveling Fritz Walter zijn rentree bij de nationale ploeg. Eerst trad het land tegen neutrale staten of oude bondgenoten aan. In oktober 1952 speelde Duitsland voor het eerst tegenover een van de geallieerden van de Tweede Wereldoorlog. In Parijs verloren de Duitsers met 3-1. Bondscoach Herberger bleef zich ook steevast vasthouden aan de regel dat enkel spelers uit de Duitse competitie opgeroepen werden, waardoor een van 's lands beste doelmannen, Bert Trautmann van Manchester City nooit één interland zou spelen.
Duitsland was te laat om nog deel te kunnen nemen aan het WK in Brazilië, maar nam wel deel aan de kwalificatie voor het WK 1954 in buurland Zwitserland. Duitsland zat in een groep met Saarland en Noorwegen en plaatste zich makkelijk voor het WK. Op het WK zat het land in een groep met Hongarije, Zuid-Korea en Turkije. Evenwel werden er slechts twee groepswedstrijden gespeeld en Duitsland zou de Koreanen niet bestrijden. De Duitsers versloegen Turkije met 4-1 en moesten dan tegen Hongarije spelen. Herberger wijzigde het team op meerdere plaatsen en de Duitsers kregen hierdoor een 8-3 pak rammel van de Hongaren, tot op heden de grootste nederlaag van het land in een toernooi. Coach Herberger kreeg bakken kritiek over zich heen omdat hij vele basisspelers rust gunde, hoewel dit later als een geniale zet gezien werd. Turkije had Zuid-Korea met 7-0 verslagen en telde evenveel punten als Duitsland waardoor beide teams een beslissende wedstrijd moesten spelen. De frisse Duitsers wonnen met 7-2 tegen de Turken en gingen naar de kwartfinale, waar Joegoslavië opzij gezet werd. Nadat ook Oostenrijk verslagen werd in de halve finale stond West-Duitsland plots in de finale, die de geschiedenisboeken ingegaan is als het wonder van Bern. Een overwinning tegen de Hongaren, die twee jaar eerder olympische kampioen geworden waren, werd voor onmogelijk gehouden na de 8-3 pandoering uit de voorronde. Na acht minuten hadden Ferenc Puskás en Zoltán Czibor de Hongaren al op 0-2 voorsprong staan, een nieuwe afstraffing leek in de maak, maar amper twee minuten later scoorde Max Morlock de aansluitingstreffer. Helmut Rahn maakte in de achttiende minuut zelfs al de gelijkmaker. In de 84ste minuut maakte Rahn zelfs de winnende treffer waardoor de Hongaren na 32 onverslagen wedstrijden de wereldtitel voor de tweede keer aan hun neus voorbij zagen gaan. Hoewel doelman Toni Turek twee keer gepasseerd werd in het begin hield hij de Duitsers de rest van de wedstrijd recht en speelde een legendarische wedstrijd. Dat de Duitse fans de eerste strofe van das Deutschlandlied zongen zorgde voor beroering in zowel binnen- als buitenland. De eerste twee verzen van het lied werden namelijk verboden, enkel de derde strofe mocht nog gezongen worden, echter kenden de meeste mensen deze strofe nog niet. De kersverse wereldkampioenen werden triomfantelijk onthaald bij hun terugkeer. Volgens velen wordt de Duitse WK-zege gezien als de werkelijke oprichtingsdatum van de Bondsrepubliek die tot dan nog veel te lijden had van de nasleep van de Tweede Wereldoorlog en dit werd gezien als het begin van het Wirtschaftswunder. Na het WK leden enkele spelers en ook coach Herberger aan geelzucht, er doken geruchten op dat de spelers doping genomen hadden. De Hongaarse international Ferenc Puskás bevestigde deze geruchten zelfs in een interview. De Duitse voetbalbond verbood hierop wedstrijden tegen teams waarin Puskás speelde, een verbod dat pas in 1960 opgeheven werd nadat de Hongaarse voetbalbond zich verontschuldigde.
De volgende jaren verzwakte het land. Enkele spelers kwamen niet meer in actie en er kwamen ook nieuwe spelers, zoals de eenarmige Robert Schlienz. In 1955 speelde het land voor het eerst sinds de oorlog tegen de Sovjet-Unie, een politiek beladen duel daar er nog steeds Duitse krijgsgevangenen vastzaten in de Sovjet-Unie. Als titelverdediger mocht het land rechtstreeks naar het WK in Zweden. In de eerste groepswedstrijd scoorde de Argentijn Corbatta al na drie minuten, maar Helmut Rahn (2x) en Uwe Seeler konden zorgden voor de eerste overwinning tegen een niet-Europees elftal. Tegen Tsjecho-Slowakije kwamen ze op een 0-2 achterstand, maar haalden deze op. Ook de laatste groepswedstrijd tegen Noord-Ierland eindigde op een gelijkspel. Nadat Joegoslavië in de kwartfinale opzij gezet werd verloren de Duitsers in de halve finale van gastland Zweden, waar ze zich unfair behandeld voelden door de Hongaarse scheidsrechter die twee Duitsers van het veld stuurde. In de wedstrijd om de derde plaats tegen Frankrijk werd het 3-6 voor de Fransen, waarvan vier doelpunten van record-topschutter van het WK Just Fontaine. De Duitse spelers en staf verlieten voor de finale nog Zweden tot ergernis van de FIFA. Volgens velen was dit een van de redenen dat de organisatie van het WK 1966 naar Engeland ging en niet naar West-Duitsland.
Op 28 december 1958 speelde het land in Cairo voor het eerst een wedstrijd buiten Europa, ze verloren van Egypte met 2-1. In 1960 werd voor het eerst een EK georganiseerd. In de begindagen was deze nieuwe competitie nog niet zo populair en Duitsland deed zowel aan de eerste als aan de tweede kwalificatie voor het EK 1964 niet mee. Ze kwalificeerden zich wel moeiteloos voor het WK in Chili. De jonge Wolfgang Fahrian kreeg zijn kans als doelman van de bondscoach Herberger in plaats van Hans Tilkowski. Het was vooral Uwe Seeler die de Duitsers naar de groepswinst stuwde. In de kwartfinale verloren ze echter van Joegoslavië. Het slechte resultaat zorgde ervoor dat in Duitsland de Bundesliga ingevoerd werd in 1963. De nationale competitie werd lang tegengehouden door het verdeelde voetballandschap wat er tot dan toe was in Duitsland. Herberger stopte na veertien jaar als bondschoach en Helmut Schön volgde hem op, hoewel Herberger liever Fritz Walter als volgende coach zag.
Na een gelijkspel tegen Zweden thuis moest het land in Zweden winnen om de kwalificatie voor het WK in Engeland veilig te stellen. Ze wonnen met 1-2 en gingen naar het WK met de toekomstige legende Franz Beckenbauer. Hij scoorde in de openingswedstrijd tegen Zwitserland al twee keer, net als Helmut Haller en Sigfried Held, die één keer raak trof. De tweede groepswedstrijd tegen Argentinië eindigde op een scoreloos gelijkspel in een wedstrijd die gekenmerkt werd door de vele overtredingen die gemaakt werden. In de laatste groepswedstrijd tegen Spanje kwamen ze op achterstand na een goal van Josep Maria Fusté, maar in de 39ste minuut maakte Lothar Emmerich een wereldgoal door links voor de goal in een heel scherpe hoek in de rechterbovenhoek binnen te trappen. Seeler maakte nog de winnende goal waardoor West-Duitsland door een beter doelsaldo dan Argentinië groepswinnaar werd, anders hadden ze in de kwartfinale al op de latere wereldkampioen Engeland gebotst. In de kwartfinale werd Uruguay met de grond gelijk gemaakt (4-0) en in de halve finale wachtte de Sovjet-Unie. Haller en Beckenbauer scoorden hier, net zoals in de kwartfinale en het werd 2-1 waardoor een tweede finale in de geschiedenis binnen was. De finale werd voor 98.000 toeschouwers gespeeld in het Wembley Stadium tegen gastland Engeland. Haller opende de score in de twaalfde minuut, maar Geoff Hurst maakte amper zes minuten later gelijk. Martin Peters zette de Engelsen op rozen in de 78ste minuut, maar in de 89ste minuut scoorde Wolfgang Weber waardoor er verlengingen volgden. Hurst scoorde nog twee keer al is één doelpunt tot op de dag van vandaag omstreden. De bal raakte de lat en stuiterde daarna op de grond, het is niet helemaal zeker dat de bal over de lijn gegaan is, maar de scheidsrechter die het niet gezien had volgde zijn lijnrechter en keurde het doelpunt, dat de geschiedenis inging als de Wembley goal goed.
In 1968 nam het land voor het eerst deel aan de kwalificatie voor een EK. Met een 6-0 tegen Albanië begon de kwalificatie goed, maar dan volgde wel een 1-0 nederlaag tegen Joegoslavië. Thuis werden de Joegoslaven wel met 3-1 verslagen waardoor een gelijkspel tegen Albanië volstond om zich te kwalificeren op beter doelsaldo dan Joegoslavië. Echter bleef het 0-0 in Tirana waardoor de Duitsers zich voor de eerste en tot dusver enige maal in de geschiedenis niet konden kwalificeren voor een groot toernooi.
Voor het WK in Mexico zat West-Duitsland in de groep bij Schotland om zich te kwalificeren, een land waar ze nog nooit van gewonnen hadden. Na kleine overwinningen op Oostenrijk en Cyprus speelden ze in Glasgow gelijk tegen de Schotten. Nadat Cyprus afgemaakt werd (12-0) moesten ze thuis winnen van Schotland om naar het WK te gaan en in Hamburg werd het 3-2. Op het WK begon het land tegen Marokko dat op voorsprong kwam. Helmut Haller kon niet meer aan zijn niveau van het WK in Engeland komen en werd na de rust gewisseld, het zou zijn laatste wedstrijd worden voor het land. Oude rot Seeler en Gerd Müller konden de score nog in het voordeel van de Duitsers draaien. Bulgarijen en Peru werden in de volgende wedstrijden makkelijk opzij gezet. Gerd Müller kon telkens drie keer scoren. De kwartfinale was een heruitgave van de WK-finale van 1966 en leek opnieuw op een drama voor de Duitsers toen Engeland 0-2 voorkwam, maar Beckenbauer en Seeler konden nog gelijkmaken en verlengingen afdwingen, waarin Müller het winnende doelpunt maakte. In de halve finale wachtten de Italianen. Roberto Boninsegna zorgde voor een snelle voorsprong na acht minuten waardoor de Italianen zich terugtrokken om te verdedigen. De Duitsers vielen aan maar de Italiaanse doelman Enrico Albertosi liet niets binnen tot in de 90ste minuut toen AC Milan-speler Karl-Heinz Schnellinger de gelijkmaker binnen trapte en verlengingen afdwong. De verlenging was een doelpuntenfestijn en de wedstrijd ging de geschiedenis in als de wedstrijd van de eeuw. Beckenbauer brak zijn sleutelbeen en speelde de hele verlenging met een mitella omdat er geen spelers meer gewisseld konden worden. Müller kon al snel scoren, maar dan scoorden de Italianen twee keer. Müller maakte in de 110de minuut nog de gelijkmaker maar amper een minuut later scoorde Gianni Rivera het winnende doelpunt. West-Duitsland werd wel nog derde door met 1-0 te winnen van Uruguay, dankzij een doelpunt van Wolfgang Overath. Müller was met 10 treffers de topschutter van het toernooi.
Bij de kwalificatie voor het EK 1972 werd de Bondsrepubliek makkelijk groepswinnaar en plaatste zich voor de kwartfinale waarin ze opnieuw tegenover de Engelsen stonden. Bondscoach Schön had een luxeprobleem in de aanval. Aanvoerder Beckenbauer wilde Overath mee, die ook al twee WK's had gespeeld, maar toch kreeg Günter Netzer van de Duitse topclub Borussia Mönchengladbach de voorkeur. Hij maakte een van de doelpunten in de 1-3 overwinning in Engeland. In West-Duitsland bleef de score op 0-0 waardoor ze zich voor het eerst plaatsten voor het EK dat in België georganiseerd werd, dat de Italianen uitgeschakeld had. Op 26 mei 1972 speelde het land een vriendschappelijke wedstrijd om het nieuwe Olympiastadion in München in te wijden tegen de Sovjet-Unie en versloeg dit land met 4-1. De Duitsers waren dus torenhoog favoriet voor het EK. Met twee goals van Gerd Müller werd gastland België verslagen. Ook in de finale tegen de Sovjet-Unie kon Müller er twee intrappen, ook Herbert Wimmer kon een keer scoren zodat West-Duitsland bij de eerste deelname meteen de Europese titel won.
In 1974 organiseerde West-Duitsland het WK. Alsof de duivel ermee gemoeid werd zat West-Duitsland in dezelfde groep als Oost-Duitsland, dat zich voor de eerste en enige keer kon plaatsen voor een groot toernooi. Beide teams hadden nog nooit tegen elkaar gespeeld. Nadat Chili en Australië opzij gezet werden troffen beide teams elkaar op de derde speeldag. Jürgen Sparwasser scoorde in de 77ste minuut het winnende doelpunt voor Oost-Duitsland. Aangezien beide teams nooit meer tegen elkaar zouden spelen is Oost-Duitsland het enige elftal ter wereld waar West-Duitsland nooit van gewonnen heeft. De nederlaag had ook een positief kantje, want in de tweede groepsfase werden zo Nederland, Brazilië en Argentinië ontlopen terwijl ze zelf Polen, Zweden en Joegoslavië voorgeschoteld kregen. West-Duitsland werd makkelijk groepswinnaar met drie zeges en plaatste zich voor de finale tegen Nederland. Nadat Uli Hoeneß Johan Cruijf neerlegde in het strafschopgebied kreeg Nederland al na twee minuten een penalty die door Johan Neeskens benut werd. Na een fout van Wim Jansen op Bernd Hölzenbein kreeg ook de Mannschaft een strafschop die door Paul Breitner benut werd. Nog voor de rust kon Gerd Müller de 1-2 maken. In de tweede helft kon niet gescoord worden waardoor West-Duitsland voor de tweede keer wereldkampioen werd en het ook het eerste land was dat wereldkampioen werd na ook Europees kampioen te zijn. Gerd Müller stopte als international, maar bij de kwalificatie voor het EK, het laatste dat slechts met vier teams gespeeld werd, was het land toch torenhoog favoriet en ze werden opnieuw groepswinnaar. In de kwartfinale werd Spanje verslagen en ze gingen naar de eindronde, die door Joegoslavië georganiseerd werd. Ook bij deze editie moesten ze tegen het gastland in de halve finale. Gerd Müller was dan wel gestopt, maar de naam Müller bleef het goed doen met Dieter Müller die drie keer kon scoren tegen de Joegoslaven, al waren er wel verlengingen voor nodig. Dieter zou echter niet zoveel succes hebben als zijn naamgenoot Gerd voor het nationale team. In de finale kwamen ze tegen Tsjecho-Slowakije net als in de halve finale al snel 2-0 achter, maar Müller kon ook al snel de aansluitingstreffer maken. In de 89ste minuut maakte Hölzenbein de gelijkmaker waardoor er verlengingen volgden. Omdat ook hier niet gescoord werd volgden er stafschoppen. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat strafschoppen genomen werden om de winnaar van een EK of WK te bepalen. De Tsjecho-Slowaken troffen vier keer op rij raak, maar dan miste Hoeneß voor de Mannschaft. Antonín Panenka nam de laatste strafschop en trapte hem erin en ging de geschiedenisboeken in. De vijfde strafschop van Duitsland moest zelfs niet genomen worden, Tsjecho-Slowakije was Europees kampioen.
In oktober 1977 won het land voor het eerst sinds 1939 tegen Italiê toen ze in München een vriendschappelijke wedstrijd speelden. Als titelverdediger was het land rechtstreeks geplaatst voor het WK in Argentinië. Beckenbauer was er niet meer bij. Karl-Heinz Rummenigge werd zijn vervanger. Na een scoreloos gelijkspel tegen Polen scoorde Rummenigge twee van de zes doelpunten tegen Mexico, ook Heinz Flohe maakte twee treffers. Door een eveneens scoreloos gelijkspel tegen Tunesië ging Polen wel met de groepswinst lopen. Deze keer bleek de tweede plaats minder gunstig uit te vallen in de tweede ronde. In de eerste wedstrijd tegen Italië werd het opnieuw 0-0 en ook tegen het Nederland van Rensenbrink en Renée en Willy van de Kerkhof werd het een gelijkspel, deze keer werd het wel 2-2. De Mannschaft had zijn lot wel niet meer in eigen handen en kon enkel hopen op een misstap van Nederland om de groepszege nog binnen te halen en anders om zich te plaatsen voor de troostfinale. Rummenige zette het land op voorsprong tegen Oostenrijk, maar dan trapte Berti Vogts in eigen doel en kon Hans Krankl nog twee keer scoren, exit West-Duitsland. De wedstrijd wordt in Oostenrijk herinnerd als het Wunder von Córdoba, terwijl ze het in Duitsland bestempelen als Schmach von Córdoba (Schande van Córdoba). Helmut Schön nam, zoals lang op voorhand aangekondigd, afscheid als bondscoach na dit toernooi.
Jupp Derwall, die al acht jaar hulptrainer was werd de nieuwe bondscoach. Hij leidde de Mannschaft makkelijk naar het EK 1980, dat voor het eerst met acht teams plaatsvond en waar het gastland, nu Italië, zich niet sportief voor moest kwalificeren. Er kwam ook voor het eerst een groepsfase. In de eerste wedstrijd werd er wraak genomen op Tsjecho-Slowakije voor de verloren EK-finale vier jaar eerder en met drie goals van Klaus Allofs kwamen ze ook comfortabel voor tegen Nederland. Johnny Rep en Willy van de Kerkhof brachten de score wel nog op 3-2 maar de overwinning was binnen. In de 75ste minuut van de wedstrijd viel Lothar Matthäus in voor Bernard Dietz, het was de eerste wedstrijd voor de Mannschaft voor de latere recordinternational. In de laatste wedstrijd speelden ze verrassend gelijk tegen Griekenland, dat zich voor het eerst kon plaatsen voor een groot toernooi, echter kwam de EK-finale niet in het gedrang. In een zware groep met Engeland, Spanje en gastland Italië kon België zich verrassend plaatsen voor de finale als tegenstander van de Mannschaft. Horst Hrubesch zette de Duitsers na tien minuten op voorsprong. René Vandereycken zette de score in de 75ste minuut op 1-1 na een strafschop, maar in de 88ste minuut maakte Hrubesch de tweede en winnende treffer. Aan het einde van dat jaar werd er nog een toernooi gespeeld. De Mundialito was een jubileum-WK ter ere van het 50 jaar bestaan van het WK en werd net als het eerste WK georganiseerd door Uruguay. Alle wereldkampioenen werden hiervoor uitgenodigd, maar na afzegging van Engeland werd Nederland, dat in de jaren zeventig twee finales speelde ook uitgenodigd. Al in de eerste wedstrijd kwam er een einde aan de 23 wedstrijden van de ploeg zonder nederlaag tegen wereldkampioen Argentinië. Hrubesch ging wel nog op zijn elan van de EK-finale verder en scoorde, maar Manfred Kaltz trapte laat in de wedstrijd in eigen doel en Ramón Díaz klaarde de klus even voor affluiten. Tegen Brazilië zorgde Allofs ook voor een voorsprong, maar amper twee minuten later maakte Júnior de gelijkmaker. Daarna volgden nog drie goals en het elftal ging roemloos onderuit op het toernooi, tevens was het de grootste nederlaag voor het team sinds het WK 1958.
Toch was het land opnieuw titelfavoriet voor het WK in Spanje nadat alle acht kwalificatiewedstrijden gewonnen werden. Omdat het toernooi van 16 naar 24 landen uitgebreid werd plaatste ook Oostenrijk, dat tweede werd in de groep achter West-Duitsland, zich voor het WK en zat ook daar in dezelfde groep als het buurland. Het toernooi begon met een ramp toen de Mannschaft verloor van Algerije. In de tweede wedstrijd tegen Chili zette het land de situatie wel al enigszins recht door met 4-1 te winnen van Chili. Rummenigge, die ook al tegen Algerije scoorde maakte een hattrick in deze wedstrijd. Algerije won de laatste groepswedstrijd tegen Chili waardoor er een probleem ontstond. Bij een zege van Oostenrijk was West-Duitsland onherroepelijk uitgeschakeld, maar bij een ruime zege van de Duitsers zou Oostenrijk uitgeschakeld zijn. Het meest gunstige resultaat voor beide landen zou een kleine overwinning voor West-Duitsland zijn. De landen gooiden het daarop op een akkoordje en West-Duitsland scoorde na tien minuten. Er was nog ietwat actie in de eerste helft, maar de tweede helft werd een schandalig spel rond de middencirkel tot groot ongenoegen van de Spaanse en Algerijnse fans in de tribune. De wedstrijd ging de geschiedenis in als het bedrog van Gijón en zorgde ervoor dat de FIFA besliste dat vanaf het volgende WK alle derde groepswedstrijden op hetzelfde tijdstip gespeeld moesten worden om dergelijke wanpraktijken te voorkomen. In de tweede groepsfase speelde West-Duitsland gelijk tegen Engeland en won van Spanje met 2-1. Indien Engeland met twee doelpunten verschil won van Spanje zouden zij doorgaan naar de halve finale, maar het bleef 0-0 en de Duitsers plaatsten zich voor de halve finale waar het Frankrijk van Alain Giresse, Jean Tigana en Michel Platini wachtte. Pierre Littbarski zette de Mannschaft op voorsprong, maar in de 26ste minuut zette Platini een strafschop om en hierna werd er niet meer gescoord waardoor er verlengingen nodig waren. Marius Trésor en Giresse scoorde in de eerste tien minuten en zetten Frankrijk op 1-3 maar Rummenigge en Fischer konden de score nog gelijk brengen waardoor strafschoppen nodig waren.