Loading AI tools
instelling waar zieken en ouderen verpleegd en verzorgd konden worden Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een gasthuis was in de middeleeuwen een instelling voor de nachtelijke opvang van daklozen. De gasten aan wie een slaapplaats werd geboden varieerden van landlopers tot pelgrims. Later ontstonden vele vormen van gasthuizen, waarvan de belangrijkste de opvang van zieken en bejaarden was. Uit deze gasthuizen zijn de huidige ziekenhuis, verpleeghuis en verzorgingshuis ontstaan, waarvan vele het woord gasthuis nog in hun naam dragen.
In Vlaanderen is het woord gasthuis nog wat meer gangbaar dan in Nederland, en dan vooral in de betekenis van ziekenhuis. De vele gasthuisstraten, pleinen en wijken in Nederland en Vlaanderen verwijzen naar oude gasthuizen en ziekenhuizen. Een veelgebruikt synoniem voor gasthuis is godshuis. Mede doordat de verzorging van hulpbehoevende in gasthuizen veelal een taak was van gelovige zoals nonnen. Het woord godshuis is minder scherp omlijnd omdat het meerdere betekenissen heeft.
Het woord gasthuis is een samenstelling van gast in de betekenis van vreemdeling, en huis. Het woord is waarschijnlijk afgeleid van het middeleeuws Latijnse hospitale, dat huis voor ontvangst van vreemdelingen betekent. De oorspronkelijke betekenis was reeds in de 17e eeuw verouderd en verdrongen door de betekenis liefdadig gesticht of godshuis. Nog later verschoof de betekenis naar ziekenhuis.[1]
De steden die in de middeleeuwen in de Lage Landen ontstonden, ondervonden overlast van vreemdelingen die geen onderdak hadden. Deze daklozen vormden een bont gezelschap van weggelopen lijfeigenen, ontsnapte misdadigers, mensen die verbannen waren of door een oorlog alles waren kwijtgeraakt. Soms waren er ook pelgrims bij die geen herberg konden betalen en handwerkslieden die elders niet toegelaten werden tot een gilde en in de stad hun geluk kwamen beproeven. De stedelijke besturen trachtten zich van deze vreemdelingen te ontdoen, maar ze slaagden daarin niet omdat godsvruchtige inwoners zich over hen ontfermden. Aan de kloosterpoorten werden aalmoezen uitgedeeld en de broederschappen die zich wijdden aan de zeven werken van barmhartigheid richtten gasthuizen op om de vreemdelingen te herbergen. Het gasthuis werd vernoemd naar de beschermheilige van de broederschap. Om reizigers die aankwamen als de stadspoort gesloten was, toch onderdak te kunnen bieden, werden ook buiten de poorten gasthuizen ingericht. Ook gasthuizen voor besmettelijke zieken en geesteszieken waren buiten de stadspoorten gelegen.[2]
De bouw van een gasthuis begon doorgaans met de oprichting van een kapel; de zorg voor de ziel ging voor die van het lichaam. De eerste gasthuizen bestonden uit een lange zaal die uitkwam op de kapel. De zaal had een schouw waarin een open vuur kon worden ontstoken. De bedden stonden langs de kanten en de gasten konden zich warmen bij het open vuur. De zaal had een opzichter, die in dienst was van de beherende broederschap. Hij zorgde voor het schoonhouden van de inrichting en hield orde onder de gasten. Omdat de broederschappen alle vormen van barmhartigheid wilden betrachten, begonnen ze de gasten zo nu en dan ook te voeden en te laven. Na verloop van tijd kreeg dit meer omvang en werd het regel. Nog later werd ook voedsel uitgereikt aan arme inwoners van de stad en ontstonden de zogenaamde 'armenpotten'.[2]
De ontwikkeling zette zich door en de gasthuizen gingen ook hulpbehoevende gasten opnemen voor meerdere nachten, zodat ze duurzaam onderhouden en ook verpleegd konden worden. Gewoonlijk gold deze zorg zieken en bejaarden. Maar langzaamaan werd de zorg uitgebreid en ontstonden verschillende soorten gasthuizen, elk met een eigen doelgroep. Voorbeelden van doelgroepen zijn zieken en bejaarden, pelgrims op weg naar een bepaalde bedevaartplaats, leden van een bepaald gilde.[2]
De meeste van deze vormen van middeleeuwse gasthuizen hebben zich in de loop der tijd niet kunnen handhaven. Met de groei van het reizigersverkeer groeide het aantal herbergen en verloor het gasthuis de hotelfunctie. Het aantal gasthuizen liep daardoor sterk terug. Een aantal gasthuizen nam in de 17e eeuw een chirurgijn in dienst. Die kreeg een verbandzaal tot zijn beschikking, waarin hij operaties uitvoerde. Later gingen ze ook doctoren toelaten en ontwikkelden deze gasthuizen zich tot ziekenhuizen. Andere gasthuizen gingen zich toeleggen op huisvesting, verzorging en verpleging van ouden van dagen. De welgestelden onder hen konden eigen kamers huren, terwijl de minder bedeelden op zalen werden ondergebracht. Er waren aparte zalen voor mannen en vrouwen, waardoor arme echtparen gescheiden werden. Veel van deze gasthuizen zijn geëvolueerd tot moderne verpleeg- en verzorgingshuizen.[3]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.