Gemeenschappelijk Europees referentiekader
niveau te beoordelen waarop iemand een taal beheerst Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Gemeenschappelijk Europees referentiekader (meestal aangeduid als 'Europees referentiekader', afgekort ERK) is een richtlijn voor verschillende Europese talen om iemands taalniveau te beoordelen. Daarbij worden de mondelinge, schriftelijke, spreek- en luistervaardigheden beoordeeld.[1][2]
Het Europees referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Zes niveaus
Het kader telt zes niveaus, waarin examen kan worden gedaan:
- A Basisgebruiker
- A1 Doorbraak
- A2 Tussenstap
- B Onafhankelijke gebruiker
- B1 Drempel
- B2 Uitzicht
- C Vaardige gebruiker
- C1 Effectieve operationele vaardigheid
- C2 Beheersing
Vergelijking met examens voor voortgezet onderwijs in Nederland
Het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO) heeft in 2013 en 2015 de Nederlandse examens voor het voortgezet onderwijs voor de talen Duits, Engels, Frans en Spaans ingedeeld volgens het ERK-systeem. Hieruit blijkt onder andere dat Engels op het vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) overeenkomt met B2 (en leesvaardigheid bij een ruime voldoende op C1), terwijl Engels op het vmbo-tl (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs - theoretische leerweg) meer overeenkomt met A2-B1.[3][4]
Verschillende landen en talen
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.