Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een koudebrug, ook wel een warmtebrug of thermische brug genoemd, is een deel van de buitenschil (gevel, dak of vloer) van een gebouw, waar de isolatielaag doorbroken is of waar om een andere reden de thermische weerstand lager is dan de warmteweerstand van de rest van de constructie, wat leidt tot bovenmatig warmteverlies.[1]
De voornaamste vorm van warmte-uitwisseling in koudebruggen is geleiding. Een koudebrug verlaagt de isolatiewaarde van gebouwen en is over het algemeen ongewenst, want het vergroot de kans op condensatie en schimmelgroei.[2]
De isolatieschil van een woning scheidt het binnenklimaat van het buitenklimaat. Koudebruggen ontstaan bij overgangen van goed isolerende constructiedelen met slecht isolerende delen, die de isolatieschil plaatselijk doorbreken en zo een gat creëren in de isolatieschil. Dit komt typisch voor bij overgangen van een geïsoleerde muur met een vloerconstructie, waarbij de muurisolatie niet overgaat in de vloer en aldus de "koudebrug" ontstaat. Ook bij de overgang van de muur naar ramen, deuren en dergelijke kunnen koudebruggen ontstaan. Bij een koudebrug is er een (ongewenst) versneld warmteverlies, in tegenstelling tot een goed geïsoleerde muur.
Koudebruggen veroorzaken plaatselijk een groot warmteverlies, waardoor er meer warmte benodigd is om een ruimte te verwarmen, dan wanneer er een doorlopende isolatieschil aanwezig is. Tevens kan het in de binnenlucht aanwezige waterdamp condenseren ter plekke van de koudebrug en kunnen er mogelijk vochtproblemen optreden. Het warmteverlies kan berekend worden met de warmtegeleidingscoëfficiënt.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.