geslacht uit de subtribus Landolphiinae Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Landolphia is een geslacht uit de maagdenpalmfamilie (Apocynaceae). De soorten komen voor in tropisch en zuidelijk Afrika en op Madagaskar.[1] De planten hebben de vorm van lianen (klimplanten) die rond bomen kronkelen.
Er zijn ongeveer vijftig soorten Landolphia op het vasteland van Afrika en ongeveer 14 soorten op Madagaskar. Het zijn typische bosplanten die voorkomen in tropisch West- en Midden-Afrika. Het zijn planten met glanzende, in paren tegenover elkaar staande bladeren en bloemen die op jasmijn lijken.
Veel soorten scheiden de stof latex af wanneer de bast wordt beschadigd. Deze klimplanten worden traditioneel gebruikt om rubber te oogsten, hoewel deze functie als rubberproducent geleidelijk werd overgenomen door het telen in plantages van de uit Zuid-Amerika afkomstige Braziliaanse rubberboom (Hevea brasiliensis).
Onder dwang verricht aftappen van rubber van de rubberliaan
Berucht is de soort Landolphia owariensis, de witte rubberliaan, eta of Kongolese rubberplant genaamd. Deze rubber werd geëxporteerd uit Congo-Vrijstaat vanaf 1890. Deze exploitatie was gebaseerd op productie (als belasting) door de plaatselijke bevolking en werd afgedwongen met wrede straffen waaronder de doodstraf. Tussen 1885 en 1908 zouden miljoenen Congolezen het slachtoffer zijn geworden van moord, uitputting en ziekten (zie: Gruweldaden in Congo-Vrijstaat).
Wikimedia Commons
Wikispecies
