Laserprinter

Van Wikipedia, de vrije encyclopedie

Laserprinter

Een laserprinter drukt tekst en afbeeldingen af door toner (zwart of gekleurd poeder) aan het papier te hechten. Oorspronkelijk maakten printers hierbij gebruik van laserlicht (vandaar de naam), maar in het spraakgebruik worden ook led-printers 'laserprinters' genoemd. De laserprinter werd in 1969 uitgevonden door Xerox door onderzoeker Gary Starkweather.

Thumb
Een Apple-laserprinter, LaserWriter

Techniek

Samenvatten
Perspectief

De techniek (xerografie) voor monochrome laserprinters gaat in het kort als volgt. Er is een ronde koker (de 'drum'), die met lichtgevoelig materiaal is bedekt. Vroeger was dat seleen, maar tegenwoordig[(sinds) wanneer?] gebruikt men silicium, dat lichtgevoeliger is. Die drum wordt eerst met statische elektriciteit een negatieve lading gegeven. Dit gebeurt door een elektrisch geladen draad dicht bij de drum (corona), maar tegenwoordig[(sinds) wanneer?] ook met een geladen rol die de lading overdraagt op de drum. Vervolgens wordt op die drum een afbeelding geprojecteerd met licht. Dit kan laserlicht zijn dat via een roterende polygonale spiegel wordt geprojecteerd. Tegenwoordig[(sinds) wanneer?] wordt dit soms ook gedaan door belichting met een regel ledjes over de breedte van de drum. Waar de drum wordt belicht verliest de drum zijn elektrische lading door het foto-elektrisch effect. Op de drum is nu in de vorm van wel/geen elektrische lading de af te drukken afbeelding al aanwezig. Hierna wordt de drum blootgesteld aan tonerpoeder (plastic met zwart of gekleurd pigment). Dit is ook negatief geladen en wordt afgestoten door de niet-belichte delen van de drum, en hecht alleen op de wel belichte delen. Vervolgens rolt de drum over papier waar de toner op het papier wordt overgedragen. Soms extra geholpen door het papier iets elektrisch te laden. Tot slot wordt de toner op het papier gefixeerd in de fuser door middel van verwarming (tot wel 200 graden) en een drukrol. Het verwarmen kan op verschillende manieren gebeuren. Veel gebruikt is een holle rol met binnenin een verwarmingselement. Een massieve kleine rol komt ook voor (vaak in langzamere printers, dan kan bij lagere temperatuur toch voldoende fixatie plaatsvinden). In professionele omgevingen waar hoge volumes geprint worden kan ook ineens gefixeerd worden met een flitslamp.

Om de toner gelijkmatig te krijgen worden er soms ijzerdeeltjes aan toegevoegd. Vervolgens wordt er een magneet boven de toner geplaatst, zodat rondom de magneet er een mooie hoeveelheid toner klaarstaat, om door de drum aangetrokken te worden.

De techniek bij een kleurenprinter gebruikt soortgelijke technieken maar de toner wordt op verschillende manieren aangebracht op het papier. Het papier kan herhaaldelijk langs dezelfde drum geleid worden (met steeds een andere kleur). Ook kan een band (transfer-belt) gebruikt worden.

Onderhoud

In tegenstelling tot printers die met een printkop inktdruppeltjes op het papier spuiten (inkjetprinters) zijn er bij een laserprinter geen spuitmondjes die verstopt kunnen raken. Ook is er geen heen en weer bewegende printkop, die voor onnauwkeurigheden kan zorgen. Bij een laserprinter zijn er wel hoge elektrische spanningen, die stof kunnen aantrekken. Daardoor kan de kwaliteit achteruitgaan.

Als de toner gemorst wordt, neem dit dan altijd op met een doek die eventueel vochtig is gemaakt met koud water. Bij warm water smelten de kunststof tonerdeeltjes en is de toner bijna niet meer te verwijderen. Toner is zo fijn dat bij gebruik van een stofzuiger zonder HEPA-filter, de deeltjes gewoon weer de ruimte worden ingeblazen. Voor het opzuigen van toner bestaan daarom speciale stofzuigers die van een dergelijk filter zijn voorzien. Deze kunnen ook op de USB-poort van de computer worden aangesloten, wat handig is als er geen stopcontact in de buurt is. Hiermee kan toner worden opgezogen zonder dat deze weer de ruimte ingeblazen wordt.

Laserprinter in vergelijking met inkjetprinter

Loading related searches...

Wikiwand - on

Seamless Wikipedia browsing. On steroids.