Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De methode van de tweede afgeleide is in de analytische chemie een algoritme om vanuit een serie tijdens een potentiometrische titratie verzamelde meetpunten een equivalentiepunt te berekenen. Het gevolgde algoritme is algemeen geaccepteerd, strikt rekenkundig, eenvoudig in een computerprogramma te vertalen en het ondervangt de belangrijkste problemen van het grafisch bepalen van het equivalentiepunt.
De methode is vooral belangrijk geweest in de tijd dat geen directe koppeling mogelijk was tussen buret en potentiometer. Vanaf de tijd dat een directe koppeling mogelijk is tussen de verschillende onderdelen die in een potentiometrische titratie gebruikt worden, de buret en de pH- of potentiometer, worden pH- en redoxtitraties doorgaans uitgevoerd tot een bepaalde eindwaarde van pH of de potentiaal. De titratie gaat dan weer veel lijken op een met behulp van een indicator uitgevoerde bepaling, zonder het nadeel van de subjectieve beoordeling van het omslagpunt.
Onderstaande tekst is geschreven bij de figuren eronder. De oorspronkelijke meetserie vormt een stijgende lijn. Vormt de oorspronkelijke meetserie een dalende lijn dan moet in alle gevallen waar in de tekst sprake is van stijgen, dalen gelezen worden en andersom.
Het idee achter deze methode voor de berekening van het equivalentiepunt is als volgt:
Bij het berekenen van de hellingen wordt de volgende formule gebruikt:
In de berekeningen voor de helling van het potentiometrisch signaal gaat deze formule over in
Waarin
Eq | = | het uit te rekenen equivalentiepunt, dat in ieder geval tussen de twee volumes ligt waartussen de eerste afgeleide een uiterste waarde bereikt. |
Vlaatste voor | = | Het volume dat hoort bij het laatste meetpunt voor het equivalentiepunt |
Veerste na | = | Het volume dat hoort bij het eerste meetpunt na het equivalentiepunt |
2e afg. voor eq | = | De uitgerekende waarde voor de tweede afgeleide vlak voor het equivalentiepunt |
2e afg. na eq | = | De uitgerekende waarde voor de tweede afgeleide direct na het equivalentiepunt. |
V(ml) | E(V) | V1e afg. | 1e afg. | V2e afg. | 2e afg. | - |
---|---|---|---|---|---|---|
14,1 | 0,559 | De praktijk voor deze berekening is als volgt.
| ||||
14,2 | 0,546 | |||||
14,3 | 0,528 | |||||
14,4 | 0,502 | |||||
14.45 | - 0,59 | |||||
14,5 | 0,443 | 14,50 | - 1,20 | |||
14,55 | - 0,71 | |||||
14,6 | 0,372 | 14,60 | + 0,60 | |||
14,65 | - 0,65 | |||||
14,7 | 0,307 | |||||
14,8 | 0,287 | |||||
14,9 | 0,273 |
In bovenstaand voorbeeld is de berekening voor de 2e afgeleide formeel uitgevoerd. Als de volumestappen niet steeds gelijk zijn is dat ook noodzakelijk. Zijn de volumestappen tussen de verschillende metingen wel constant, dan is het voor het rekenkundig resultaat niet noodzakelijk steeds door de stapgrootte te delen. In het voorbeeld worden de getallen in de vierde kolom, de eerste afgeleide, door de deling een factor 10 groter. Ook de getallen voor de 2e afgeleide, in de zesde kolom, worden een factor tien groter. Omdat in de deling die in het laatste stuk van de formule voorkomt, deze factoren zowel in de teller als de noemer optreden, en dus tegen elkaar wegdelen, wordt in de praktijk bij gelijke stapgrootte de deling vaak achterwege gelaten.
Tot nu toe zijn alleen de voordelen van deze manier van equivalentiepuntbepaling genoemd. Het nadeel van dit algoritme is dat het equivalentiepunt uiteindelijk slechts bepaald wordt op basis van 8 meetwaarden: 4 combinaties van een volume en de erbij horende potentiaal of pH. Dat blijkt al uit bovenstaand schema. In onderstaand schema is het aantal keren dat een meetwaarde bijdraagt aan tussenresultaten en het equivalentiepunt geteld.[1] Om herkenning makkelijker te maken zijn de volumes A, C, E en G gelabeld, de erbij horende potentialen B, D, F en H. In onderstaande tabel zijn ook de in het eindresultaat meewegende getallen uit bovenstaande tabel weergegeven.
V(ml) | E(V) | V1e afg. | 1e afg. | V2e afg. | 2e afg. | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
A | 14,4 | B | 0,502 | ||||||||
AC | 14.45 | ABCD | - 4.90 | ||||||||
C | 14,5 | D | 0,453 | AC2E | 14.50 | A2BC4D2E2F | - 32.0 | ||||
CE | 14.55 | CDEF | - 8.10 | ||||||||
E | 14,6 | F | 0,362 | CE2G | 14.60 | C2DE4F2G2H | + 26.0 | ||||
EG | 14.65 | EFGH | - 5.50 | ||||||||
G | 14,7 | H | 0,307 |
Invullen, nu zonder de getallen in de rekenformule geeft ten slotte:
Voor het equivalentiepunt levert dat op:
In het totaal wordt er 12 keer gebruikgemaakt van de volume-aflezing van het laatste meetpunt voor het equivalentiepunt (van de 38 keer dat een meetwaarde wordt gebruikt), dat wil zeggen, ruim 30%. Ondanks het grote aantal meetwaarden hangt de betrouwbaarheid van het uiteindelijke antwoord dus sterk af van de betrouwbaarheid van slechts één meetwaarde.
Om dit euvel op te lossen is door de Noor Gran de Gran's plot ontwikkeld.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.