Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief
Pedro Téllez-Girón
Spaans politicus Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Remove ads
Pedro Téllez-Girón (Osuna, 17 december 1574 of 18 januari 1575 (?) - 20 september 1624), de derde hertog van Osuna, was een Spaanse generaal actief in de Spaanse Nederlanden, en tussen 1611 en 1620 onderkoning van Sicilië en onderkoning van Napels onder de regering van Filips III van Spanje. Osuna toonde zich een nogal energiek bestuurder en zou onsterfelijk zijn geworden als in 1618 zijn aanslag op republiek Venetië zou zijn gelukt. Don Pedro staat ook bekend als beschermer van de kunsten.[1] De dichter Francisco de Quevedo, zijn vriend, raadgever en assistent, roemde hem in diverse gedichten. Er is gesuggereerd dat de hertog model heeft gestaan voor de ontrouwe, wispelturige en vrijzinnige verleider Don Juan Tenorio, gebaseerd op El burlador de Sevilla y convidado de piedra door Gabriel Tellez[2] bewerkt door Molière, Mozart en Lord Byron.

Remove ads
Biografie
Samenvatten
Perspectief
Don Pedro werd geboren in Andalusië in een hoogadellijke familie. Hij was de derde van vijf kinderen, die naar verluidt allen jong stierven. Zijn ene grootvader was onderkoning van Napels, de andere condestable van Castilië; zijn vader was betrokken bij de Spaanse Armada. Over zijn opleiding is niet veel bekend, maar mogelijk studeerde hij aan de Universiteit van Salamanca. Hij had een verhouding met een tweetal actrices. In 1593 zou hij naar Frankrijk zijn gestuurd in de onderhandelingen over een nieuwe machthebber: de protestantse Hendrik van Navarra of de katholieke Isabella van Spanje. Don Pedro trouwde in 1594 met een kleinkind van Hernan Cortez, de schatrijke Catalina de Ribera, de dochter van de hertog van Alcalá. In 1598 kreeg hij toestemming om in het hof een appartement te betrekken en mocht zich Grande noemen.[3]
In oktober 1602 kwam hij als vrijwilliger in Brussel aan om Albrecht van Oostenrijk te assisteren bij het neerslaan van de opstand van de Nederlanders. Hij was vanaf mei 1604 betrokken bij het Beleg van Oostende. In oktober werd hij naar Jacobus I van Engeland gestuurd. Osuna bezocht de universiteiten van Oxford en Cambridge en converseerde met de intellectuele Engelse koning tot zijn genoegen in het Latijn. Ambrosio Spinola heeft hem waarschijnlijk ingezet bij het Beleg van Lingen (1605), het Beleg van Groenlo (1606), en van Helmond, maar er zijn, behalve bij Leti, bijna geen documenten die dat bevestigen. Osuna raakte gewond aan zijn been en verloor een vinger aan zijn linkerhand. Osuna was een tegenstander van het Twaalfjarig Bestand en wenste de besprekingen niet bij te wonen. Teruggekeerd in Madrid werd hij in oktober 1608 tot ridder in de Orde van het Gulden Vlies geslagen.

Eind 1610 werd hij tot onderkoning van Sicilië benoemd en verhuisde naar Milazzo. In zijn gevolg bevond zich Philippe Alegambe, een jezuïet uit Brussel. In 1613 liet hij Quevedo naar het eiland overkomen, die hem hielp in 1616 onderkoning van Napels te worden. Osuna organiseerde de Spaanse oorlogsvloot, maar heeft volgens gerucht ook een eigen vloot van vijf boekaniersschepen opgebouwd[4] om zijn inkomsten te spekken. In 1615 werd hij de beschermheer van Jusepe de Ribera. Na overwinningen op Barbarijse zeerovers en in 1616 op het Ottomaanse Rijk werd hij bevorderd tot onderkoning van Napels. De baronesse van Conca en haar dochter, die hij samen met zijn Nederlandse assistent had weten te veroveren, liet hij achter in Sicilië.[5] Eind 1616 kwam de hertog op Procida aan.

Remove ads
De samenzwering tegen de republiek Venetië
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads