Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Met een postcreools continuüm of kortweg creools continuüm wordt in de taalkunde een situatie bedoeld waarbij een creooltaal bestaat uit een aantal variëteiten die in meer of mindere mate zijn verwant aan een superstraattaal. De superstraattaal is in dit geval een van de talen waaruit de creooltaal zich heeft ontwikkeld en vaak ook de enige standaardtaal. In ditzelfde verband is vaak sprake van decreolisatie, doordat de creooltaal geleidelijk aan steeds meer naar deze superstraattaal toe evolueert wat betreft de fonologie, morfologie en grammatica. Dit kan gebeuren onder invloed van sociale, economische en politieke factoren.
In 1965 bedacht de taalkundige William Stewart binnen het kader van de sociolinguïstiek de termen acrolect, mesolect en basilect om de boven- en ondergrenzen van een post-creools taalcontinuüm en alles daartussenin te beschrijven. Deze termen werden later door Derek Bickerton gepopulariseerd. Het acrolect is de variëteit die het dichtst bij de superstraattaal staat en het basilect staat het verst van de superstraattaal af, terwijl alles wat hiertussenin zit het mesolect wordt genoemd.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.