Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Private Eye is een Brits tweewekelijks satirisch tijdschrift. De huidige hoofdredacteur is Ian Hislop.
De voorloper van Private Eye was een schoolkrant, uitgegeven door Richard Ingrams, William Rushton, Christopher Booker en Paul Foot medio jaren 1950. Zij ontmoetten elkaar in Shrewsbury School, en na hun legerdienst gingen Ingrams en Foot naar Oxford, waar ze een aantal van hun toekomstige medewerkers leerden kennen, onder wie Peter Usborne, Andrew Osmond, John Wells, en Danae Brook.
Toen Peter Usborne met een nieuw drukprocedé, offset, kennis maakte, ging Private Eye van start, vermits het van toen af aan gemakkelijk was om een eigen magazine te drukken. Ofschoon het tijdschrift werd opgericht ten tijde van een grote bloeiperiode voor satire in Groot-Brittannië, die daarenboven met aanzienlijke sociale onrust gepaard ging, bevatte het aanvankelijk vooral onnozele grappen — het was een voortzetting van de schoolkrant en vergelijkbaar met andere humoristische tijdschriften zoals Punch. Desondanks, aldus tenminste de oorspronkelijke uitgever Christopher Booker, raakte het tijdschrift „verwikkeld in de rage van de satire“.
Oorspronkelijk werd het tijdschrift door Usborne gefinancierd; de lancering geschiedde in 1961. De naam zou eerst Finger zijn geweest, naar een idee van Andrew Osmond, dat bij hem opkwam toen hij naar een beroemde poster van Lord Kitchener keek, waarop die met de vinger voorwaarts wijst en zegt: „Your country needs you!“. De naam Finger werd verworpen, en in de plaats stelde Osmond Private Eye voor; dit betekent namelijk detective, en to finger someone is een slang-uitdrukking voor iemand verlinken bij de politie (in het bijzonder een misdadiger). Degene die fingert of de misdadiger met de vinger wijst, is dus de detective, de Private Eye.
In de eerste aanvang werd het magazine door Christopher Booker uitgegeven en ontworpen door Willie Rushton, die er ook cartoons voor tekende. Richard Ingrams poogde in die tijd nog een acteercarrière waar te maken; toen hij rond het tiende nummer van het tijdschrift terugkwam, nam hij het hoofdredacteurschap samen met Booker voor zijn rekening, totdat hij uiteindelijk vanaf het veertigste nummer alleen hoofdredacteur werd.
Nadat het tijdschrift enkele eerste successen had geboekt, kwam er meer financiële ondersteuning van Nicholas Luard en Peter Cook, die een satirische club, The Establishment, dreven. Toen werd Private Eye een volwaardige professionele publicatie.
Anderen die in belangrijke mate tot de ontwikkeling van het magazine bijdroegen, waren Auberon Waugh, Claud Cockburn (die vóór de oorlog The Week, een nep-schandaalblad, had geleid), Barry Fantoni, Gerald Scarfe, Tony Rushton, Patrick Marnham en Candida Betjeman. Christopher Logue was een andere langdurige medewerker, die een tweewekelijkse column van Waargebeurde verhalen (True Stories) leverde, gebruik makend van krantenknipsels uit de nationale pers. De roddelcolumnist Nigel Dempster schreef uitvoerige bijdragen voor het tijdschrift, vooraleer hij ruzie kreeg met de uitgever en met andere medewerkers, en Paul Foot schreef over politiek, de lokale overheid en corruptie.
Private Eye wordt er vaak van beschuldigd, zich toe te leggen op scabreuze roddels omtrent de misstappen van de machtigen en beroemden, maar diegenen die het verdedigen, voeren aan dat het geregeld nieuws bevat dat de reguliere pers niet waagt te gebruiken uit angst voor gerechtelijke wraakacties, of nieuws dat slechts voor minderheden van belang is. Dikwijls wordt een verhaal naar buiten gebracht door The Eye wanneer er geen hard bewijs voor bestaat, maar er een overgrote consensus is dat het verhaal waar is. Vermoed wordt dat Private Eye uit morele overwegingen geen nieuwsfeiten over de buitenechtelijke relaties van politici uitbrengt, doch wanneer de feiten elders aan het licht komen, schuwt het geen commentaar.
Vele medewerkers aan Private Eye zijn bekende figuren of vakspecialisten, en menige bijdrage komt van journalisten van andere mainstream-kranten die hun verhaal niet door hun werkgevers kunnen laten publiceren. Een groot aantal medewerkers aan Private Eye schrijft onder een humoristisch pseudoniem, en indien hun identiteit ooit aan het licht komt, is dat gewoonlijk na hun dood. Achter in het tijdschrift staat een financiële column, In the City, die een breed lezerschap in de zakenwereld heeft verworven, aangezien vele financiële schandalen en onethische zakenpraktijken aldaar door de samensteller, Michael Gillard, voor het eerst geopenbaard werden.
Het tijdschrift huisvest tevens vele van de beste Britse komische cartoonisten en heeft een reeks onafhankelijke gelegenheidsuitgaven gepubliceerd, volledig gewijd aan bepaalde items uit de actualiteit, zoals de tekortkomingen van de overheid tijdens de uitbraak van mond-en-klauwzeer, en de veroordeling van Abdel Basset Ali Mohammed al-Megrahi voor de bomaanslag boven Lockerbie (Lockerbie, the flight from justice, mei/juni 2001). In september 2004 was er nog een speciaal nummer naar aanleiding van het overlijden van aloud redactielid Paul Foot.
Het tijdschrift bevat verscheidene regelmatige rubrieken:
Hiernaast zijn er nog een aantal andere rubrieken, die geregeld de kop opsteken en spotten met bijvoorbeeld de pompositeit van manager-taalgebruik, de incoherentie van sportcommentatoren op de radio, of de belachelijke antwoorden die mensen in quizprogramma's geven (de rubriek Dumb Britain).
Private Eye heeft een aantal running gags: om bepaalde ironische nuances te begrijpen, moet men het tijdschrift een paar nummers lang blijven volgen. Sommige grappen en uitdrukkingen zijn zo ingeburgerd in het magazine dat ze al jaren meegaan.
De voornaamste kritiek op Private Eye is dat het geen duidelijk standpunt schijnt te hebben, en kritiek komt dan ook uit alle gezindten. Private Eye werd door Jonathan Miller antisemitisch genoemd; toen het een parodie op een boek uit het Oude Testament publiceerde (The Book of Sharon), naar aanleiding van de scheidingsmuren die Israël tegen de Palestijnen optrok, beschuldigde men het magazine hiervan, waarop Ian Hislop laconiek antwoordde: „Het is verfrissend om voor de verandering eens van antisemitisme te worden beschuldigd“. Desalniettemin spot het tijdschrift ook veelvuldig met moslimterrorisme: in een cartoon staat bijvoorbeeld een lifter langs de weg, met een bordje „PARADIJS“, en rond zijn middel is een tijdbom gebonden. Ook publiceerde het tijdschrift een handleiding: „Zo herken ik een gematigde moslim"; de tips zijn natuurlijk nietszeggend.
De reden waarom Private Eye ogenschijnlijk geen duidelijke politieke standpunten heeft, is enerzijds dat het steeds een ironische toon hanteert, wat het onmogelijk maakt uit te maken of iets al dan niet gemeend is, en anderzijds dat het geen onderscheid maakt in de kleur van diegenen die het aanvalt.
Soms lokt Private Eye verontwaardigde reacties uit; na de dood van Prinses Diana bevatte het een ironische terugname van al het negatieve wat het tijdschrift ooit over haar geschreven had. Hierop weigerden vele krantenwinkels Private Eye te verkopen, en vele lezers annuleerden hun abonnement. Toen met Kerstmis 2004 de cover een kersttafereel in de stal toonde, stond de tekstballon bij een van de herders, die, het kerstkind gadeslaand, een andere herder toefluistert: „Ze zeggen dat het van David Blunkett is.“ Sommige lezers waren verontwaardigd dat het tijdschrift steeds religieuze waarden op de korrel nam. Private Eye reageerde hierop door op de cover van het daaropvolgende nummer de Kerstman te zetten, die met rendier en al door een windmolenpark op bloedige wijze uiteengereten wordt. De aanleg van windmolenparken stond immers in de actualiteit.
Private Eye bezit een speciaal fonds voor het geval het voor de rechtbank wordt gedaagd, wat verschillende keren is gebeurd. Kop van jut was jarenlang advocaat Peter Carter-Ruck, die verschillende keren tegen Private Eye aan de zijde van de tegenpartij uitkwam in zaken waarbij het magazine werd aangeklaagd. Carter-Ruck werd door het verbolgen Private Eye consistent Carter-Fuck genoemd, en toen hij het tijdschrift eens nadrukkelijk had gevraagd dat niet meer te doen, werd een tijdlang naar hem als Farter-Fuck verwezen. Na de dood van Carter-Ruck publiceerde Private Eye een postume aanklacht jegens het tijdschrift, komende van Carter-Ruck, wiens adres Hades was.
Het magazine poogt rechtszaken te vermijden door protestbrieven van prominenten steeds te publiceren.
Het is grotendeels onduidelijk wie de eigenaars van Private Eye zijn. De officiële uitgever is Pressdram Ltd, een bedrijf dat in november 1961 door Peter Cook werd aangekocht, en in 1981 werd Cook als voornaamste aandeelhouder genoemd in het boek The Private Eye Story van Patrick Marnham. De rest van de aandeelhouders waren eveneens betrokken bij de vroegste stadia van het tijdschrift. De meeste oorspronkelijke aandeelhouders zijn sindsdien overleden, en wat er precies met hun aandelen is gebeurd is onduidelijk.
Hoofdredacteur Ian Hislop is tevens een vast panellid van Have I Got News For You.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.