Jean-Marie De Dijn (Gent, 1963) volgde een reeks hogere studies (vooral wijsbegeerte). Hij startte vanaf 2013 met een internationaal veelbelovend doctoraatsonderzoek in de moderne geschiedenis aan de UG rond de woelige stad Ronse en WO II. Blijkbaar stopte dit officieel doctoraatsonderzoek in 2015 maar het eerste product ervan verschijnt in onderdelen op zijn persoonlijke website sinds de lente van 2023; reeds 4.000 bladzijden zogenaamde politieke stambomen. Voorlopig schijnt deze aanpak wereldwijd het enige alternatief te zijn voor de methode der prosopografie, terwijl hier intens onderzoek wordt uitgevoerd op de schaal van een stad van circa 25.000 inwoners. Het was/is eveneens een interne uitdaging want het departement geschiedenis van de UG is wereldbekend als één der leiders op vlak van prosopografie en kreeg/krijgt hier unieke concurrentie. Het is een wereldprimeur want nooit voordien in de gehele geschiedenis is dergelijk ambitieus politiek historisch onderzoek uitgevoerd. Het brengt enorm veel nieuwe denkperspectieven aan en is belangrijk voor de onderzoeksdomeinen geschiedenis, sociologie en politicologie. Toch ontbreekt het deze veelbelovende wetenschappelijke innovatie voorlopig aan een aparte studie op metaniveau met voldoende wetenschappelijke uitleg of verantwoording hoe deze politieke stambomen zijn gemaakt. Op die manier zouden voortaan zowel studenten en academische onderzoekers maar ook elke leek met interesse in de belangrijke tijd van WO II voor een selectie of meerdere families lokaal of natuurlijk voor de eigen verwante families verder aan de slag kunnen gaan.
Het onderzoek van De Dijn is indrukwekkend want het bevat duizenden namen van Ronsenaars van toen: onder meer werden meer dan 1.500 persoonsdossiers voor Ronse geraadpleegd. Daarnaast is het kwalitatief of heuristisch van enorm belang omdat het niet alleen zeer veel materiaal of 'namen' aanbrengt maar voor de eerste maal rondom de studie van WO II een reeks eerder tegengestelde politieke invalshoeken via het familiaal perspectief met elkaar verbindt, nl. diverse soorten verzet naast diverse soorten collaboratie naast de zeer belangrijke woekerhandel. Zie de belangrijke maar meer bescheiden aanpak in het boek "Leven met de vijand" (1981) van de Duits-Zwitserse socioloog Werner RING, werk dat evenwel geen enkel gevolg kreeg bij geschiedenisonderzoekers der Lage Landen, Werner Rings. Het onderzoek trachtte ook de partijpolitieke achtergrond van familieleden aan te duiden zowel voor, tijdens als kort na WWII.
In de politieke stambomen voor WO II wordt een sterk verband vastgesteld met activiteit uit de Eerste Wereldoorlog, in dit geval de vele Z.A.B. of de gedeporteerden voor verplichte arbeid toen; in Ronse waren er voor WO I niet minder dan 1.666. Dat verband tussen beide oorlogen gebeurde tot op heden slechts op vlak der sluikpers; zie dé Belgisch specialist in zake verzet Fabrice MAERTEN "La Première Guerre mondiale dans la presse clandestine de la Belgique occupée en 1940-1944"
Aanduidingen met de nochtans de vele Ronsese oud-strijders uit WO I zijn er amper en vergt verder lokaal toegepast politiek genealogisch onderzoek. Voor Ronse en WO II zijn er nauwelijks data vermeld rondom de vele vrijwillige arbeiders in Frankrijk, Nederland en vooral Duitsland; ook dat vergt verder lokaal onderzoek. Dit politiek genealogisch onderzoek voor Ronse stelt de talloze prosopografiën rond Belgische gemeenten in WO II in de schaduw maar vergt veel meer intellectuele arbeid en bronnenonderzoek.
Bronnen, noten en/of referenties
L. Stone, Prosopography, in Daedalus 100 (1971), pp. 46-71.