Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Raw-foodisme of crudivorisme is het principe dat men voedingsmiddelen enkel in hun natuurlijke "rauwe" gesteldheid gebruikt, en dus niet nadat zij eerst bereid zijn door middel van koken, bakken, braden, of enige andere vorm van verhitting.
Het woord ‘raw-foodisme’ is afgeleid van de Engelstalige term ‘raw food’, wat ‘rauw voedsel’ betekent. Als Nederlandse benaming van dit principe wordt wel de term "rauwarisme" gebezigd, terwijl aanhangers van het principe zich wel "rauwariërs" noemen. In het Engels heten ze "Raw fooders", of "Raw foodists". De term "crudivorisme" is een andere naam voor hetzelfde principe.
Overigens wordt de desbetreffende voeding ook vaak aangeduid met de naam 'living food', oftewel "levend voedsel". Hiermee wordt dan bedoeld, dat de vele microben, die zich van nature in de gebezigde voedingsmiddelen bevinden, niet door verhitting gedood zijn bij de bereiding, maar zijn blijven leven, zodat zij na de consumptie van het voedsel hun functie bij onder andere de spijsvertering ten volle kunnen uitoefenen.
Veelal wordt ook het vermijden van kunstmatige toevoegingen geacht begrepen te zijn in het nuttigen van enkel rauw voedsel. Een aantal ervan, zoals de conserveermiddelen zout en azijn, worden toegevoegd om net als bij verhitting microben in voedingsmiddelen te doden.
Als door het raw-foodisme vermeden vormen van voedselverhitting kunnen onder andere genoemd worden:
Verwarmen van voedsel tot ten hoogste 38°C (lichaamstemperatuur) wordt niet als verhitten beschouwd, zodat dit in het raw-foodisme tot de mogelijkheden behoort. Voor een dergelijke verwarming kan gebruikgemaakt worden van een "dehydrator", waarin met name fruit en groente tot maximaal 40 graden Celsius worden verwarmd en gedroogd.
Zoals zich ook voordoet bij andere alternatieve voedingsprincipes, kent het raw-foodisme meerdere varianten.
Over de gezondheidsaspecten van het het rauwvoedsel-patroon bestaat nogal wat discussie. De wetenschappelijke consensus is dat het 100% naleven van het raw-foodisme kan leiden tot een tekort aan essentiële voedingstoffen, met name vitamine B12, calcium en organisch ijzer omdat deze doorgaans verkregen worden uit dierlijke voedingsmiddelen, die echter rauw nauwelijks of niet eetbaar zijn, zodat rauw-eters er grotendeels van afzien. Ook zou een en ander kunnen leiden tot ondergewicht, ontregeling van de menstruatiecyclus en tandbederf.[1][2] Om deze redenen raadt het Voedingscentrum af om 100% rauw te eten.[3] Er wordt geadviseerd ten minste 25% gekookt voedsel te eten. Zo zijn er wetenschappers als Richard Wrangham (in zijn recente boek 'Koken') die beweren dat de (oer)mens al bijna twee miljoen jaar hun voedsel verhitten met vuur. Door het voedsel te koken worden bepaalde voedingsstoffen juist weer beter opgenomen.[4][5]
Desondanks is inmiddels met name ook in kringen van rauwariërs bekend dat er rauw eetbare plantenzaden zijn, die zelfs meerdere malen zo veel calcium bevatten als volle melk; de zaadjes van de chia plant bijvoorbeeld bevatten 6 maal zoveel calcium. Echter hoeveel van deze calcium wordt opgenomen is niet bekend.
Wat het vitamine B12-probleem betreft is er altijd de mogelijkheid van aanvulling met vitaminepillen, maar ook is het zo dat men B12-vitaminen kan opdoen door ecologisch geteeld plantaardig voedsel rauw en bij voorkeur ongewassen c.q. ongeschild te gebruiken, omdat dan de kans groot is, dat men veel B12-vitaminen bevattende, volkomen natuurlijke excretie-producten van insecten mee binnenkrijgt.[6]
In dit verband is tevens van belang dat men ervoor zorgt zo weinig mogelijk stoffen binnen te krijgen waarvan bekend is dat zij een microbe- en dus ook vitaminedodende werking hebben; als zodanig kunnen genoemd worden zout, azijn, inlegzuur en alcohol. Met name voor de rauwariërs die hun voedsel toch al zo natuurlijk mogelijk, en dus zonder toevoegingen, gebruiken, is dit geen enkel probleem.
Het raw-foodisme kent een beperkte aanhang; begin 2008 waren er wereldwijd 71 raw-foodrestaurants; omstreeks 1996 zouden dat er nog maar twee zijn geweest. In Nederland zijn enkele raw-foodrestaurants beschikbaar.[14]
Dr. Bircher Benner (1867–1939), oprichter van een rauwkostsanatorium in Zwitserland, hechtte veel belang aan rauwkost en beweerde dat levensenergie door de zon via de planten wordt geleverd.
De Deense arts Kirstine Nolfi (1881–1957) vertelt in haar boek Levende føde (1944, vertaling: Levend voedsel, 1950) haar ervaringen met rauw voedsel. Door te kiezen voor rauw voedsel zou zij volgens eigen zeggen zichzelf genezen hebben van borstkanker. Daarna richtte zij een sanatorium op, waarin zij mensen met ernstige ziekten behandelde met rauw voedsel en andere natuurlijke therapieën.
Dr. Ann Wigmore (1909–1994) was de oprichtster van het Natural Health Institute in Puerto Rico en heeft diverse boeken over levend voedsel geschreven. Recenter zijn David Wolfe[15] en Stephen Arlin[16] propagandisten van raw food.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.