Loading AI tools
Nederlandse voetbalclub uit Arnhem Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vitesse Arnhem, officieel Stichting Betaald Voetbal (SBV) Vitesse-Arnhem en algemeen bekend als Vitesse, is een Nederlandse profvoetbalclub uit Arnhem. De club is opgericht op 14 mei 1892. De club kende zijn succesvolste periode van 1990 t/m 2002 en van 2010 t/m 2022. In 2017 wonnen de Arnhemmers de KNVB Beker. Sinds 1998 is stadion GelreDome de thuishaven van Vitesse, dat plek biedt aan ruim 21.000 toeschouwers.
Vitesse Arnhem | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Stichting Betaald Voetbal Vitesse-Arnhem | |||||
Opgericht | 14 mei 1892 | |||||
Plaats | Arnhem, Nederland | |||||
Stadion | GelreDome | |||||
Capaciteit | 18.000 - 25.000[1] [2] | |||||
Complex | Sportcentrum Papendal | |||||
Capaciteit complex | 500 (zitplaatsen) | |||||
Algemeen directeur | Edwin Reijntjes (a.i) | |||||
Technisch directeur | - | |||||
Trainer | John van den Brom | |||||
(Hoofd)sponsor | BetCity | |||||
Kledingmerk | Robey | |||||
Begroting | (€ 24,5 miljoen)[3] | |||||
Competitie | Keuken Kampioen Divisie (2024/25) | |||||
Prijzen | KNVB beker 1x | |||||
Website | www.vitesse.nl | |||||
| ||||||
Geldig voor 2023/24 | ||||||
Vitesse in het seizoen 2024/25 | ||||||
Vitesse in het seizoen 2023/24 | ||||||
|
De traditionele uitrusting van Vitesse bestaat uit een verticaal gestreept geel-zwart shirt, gebaseerd op de kleuren van de provincie Gelderland en op het wapenschild van de familie van Van Pallandt.
De oorsprong van Vitesse, een van de oudste voetbalclubs in Nederland, kan worden herleid tot het jaar 1887, toen de Arnhemsche cricket- en voetbalvereeniging Vitesse werd opgericht door een groep jonge mannen die eerder cricket speelden op de Rijnkade. [4][5][6] De naam Vitesse werd bedacht in het huis van oprichter en speler Frits Couvée, gelegen aan de Parkstraat 84 in het Spijkerkwartier. De keuze voor de Franse term 'Vitesse,' wat 'snelheid' betekent, weerspiegelde de voorkeur van de oprichters voor een meer elitaire en elegante benaming. Het oorspronkelijke Vitesse floreerde gedurende bijna vijf jaar, tot november 1891, toen de vereniging werd opgeheven vanwege het gebrek aan een geschikt speelveld. De locatie in Klarenbeek, waar de vereniging eerder gebruik van maakte, werd omgezet in een wielerbaan, waardoor Vitesse haar activiteiten niet kon voortzetten.
De opkomst van cricket in Nederland in de 19e eeuw werd beïnvloed door Engelse tradities, vooral via kostschoolonderwijs. Onder leiding van Sergeant Thomas Johannes Klinkspoor werd in 1883 de eerste cricketclub in Arnhem opgericht, genaamd "Arnhemsche Cricket Club" (ACC), wat de weg vrijmaakte voor verdere cricketactiviteiten in de regio. [7]
Naast cricket speelde Vitesse ook voetbal, wat blijkt uit verslagen van wedstrijden in de jaren 1880. De club nam deel aan wedstrijden tegen teams zoals Go-Ahead uit Wageningen, wat toen al een combinatie van cricket en voetbal was. In maart 1889 vond een voetbalwedstrijd plaats tussen "de beste voetballers van Arnhem en Velp" en Go-Ahead, wat suggereert dat Vitesse een actieve rol speelde in de vroege ontwikkeling van het Nederlandse voetbal.
Op 4 oktober 1890 trad Vitesse toe tot de Nederlandsche Voetbal- en Athletiek Bond, waarbij de club werd ingedeeld in de competitie van tweede klasse-clubs. Hoewel het onbekend is of Vitesse ooit wedstrijden speelde volgens het opgestelde schema, markeert deze stap de formele betrokkenheid van Vitesse bij de georganiseerde voetbalsport in Nederland. Tegelijkertijd was Vitesse ook erkend als tweede klasse-club door de Nederlandsche Cricket Bond.
Pim Mulier, een pionier in de Nederlandse sportgeschiedenis, wierp zijn blik op de vroege jaren van Vitesse (1887-1893). In zijn boek Cricket, uitgebracht in 1897, beschreef Mulier dat Vitesse, opgericht in april 1887, volgens hem speelde in de kleuren rood en wit. De impuls voor de oprichting kwam van Siegfried Anne Leopold, een geboren Arnhemmer die aanvankelijk diende als secretaris en later, vanaf de zomer van 1890, als president van Vitesse. Leopold, ook betrokken bij het latere 'nieuwe' Vitesse als cricketer, voetballer, doelman, en de allereerste captain, bekleedde de voorzittersfunctie van maart tot november 1893.
Mulier meldde dat Vitesse in zijn beginjaren, met aanvankelijk dertig werkende leden en later zelfs tachtig, cricket speelde op verschillende locaties, waaronder "den Boulevard," Velp, en uiteindelijk op het Sport- en Tentoonstellingsterrein aan de Velperweg, dat al sinds augustus 1887 bestond maar waarschijnlijk pas twee jaar later voor het eerst door Vitesse werd gebruikt. Deze inzichten van Mulier werpen een historisch licht op de vroege dagen van Vitesse, een van de oudste voetbalclubs in Nederland. [8] [9]
Vitesse wordt op 14 mei 1892 (her-)opgericht als cricketclub door zestien scholieren van het gymnasium en de HBS. De oprichters zijn afkomstig uit de gegoede stand en konden zich veroorloven duur cricketmateriaal aan te schaffen. Onder deze scholieren bevonden zich ook vier Indische neefjes Dezentjé. Frans Dezentjé (geb. 1874) werd gekozen als eerste voorzitter van Vitesse.[10] Als speellocatie worden de weilanden aan de noordzijde van Arnhem nabij de Molenbeekstraat uitgekozen. Op 19 juni 1892 wordt de eerste officiële cricketwedstrijd gespeeld in Barneveld; tegen Be Quick volgt een overwinning met 51 runs. Op 10 september 1892, tijdens een vergadering in gebouw Tivoli aan de Velperweg, besloot het bestuur om naast cricket ook weer voetbal te gaan spelen, met als belangrijkste argumenten dat cricket niet zo makkelijk te leren is als voetbal en de kosten van het cricketmateriaal. Op het terrein van de IJsclub achter de Boulevard Heuvelink wordt zomers cricket gespeeld en voetbal in de lente en de herfst. In het najaar van 1892 speelt Vitesse zijn eerste voetbalwedstrijd tegen de Nijmeegsche Football Club (N.F.C.); Vitesse verliest met 2-0. Gedurende de winter van 1893/94 speelt Vitesse op een veld binnen de Planten- en Vogeltuin en op een weide van landgoed Bronbeek. Twee jaar lang speelde Vitesse alleen vriendschappelijke wedstrijden, totdat in 1894 de Gelderse competitie van de Nederlandse Voetbal Bond (NVB) van start gaat. Met het spelen van competitievoetbal komt het spelen van cricket ten einde. De eerste competitiewedstrijd speelt Vitesse uit tegen Victoria in Den Bosch. Na een ruststand van 0-7 wint Vitesse met 0-17. Doelpunten werden gemaakt door Edmond Dezentjé, Bernard Dezentjé, Willem Hesselink, Hendrik Deelken en Eli Dezentjé.
Omdat er een boom in het midden van het veld stond was het spelen van officiële wedstrijden op Bronbeek niet toegestaan. Zodoende verhuisde Vitesse vanaf december 1894 noodgedwongen naar de Paasweide, aan de overkant van de Rijn. Hier organiseert Vitesse in 1895 ook de eerste internationale voetbalwedstrijd, tussen een oostelijk elftal en Maidstone uit Engeland. In 1895 en 1896 wordt Vitesse kampioen van de Gelderse competitie; promotie volgt naar de Eerste klasse Oost die in het leven werd geroepen. In de zomer van 1896 verlaat de club de Paasweide voor het middenterrein van Klarenbeeks wielerbaan; deze wielerbaan wordt in 1898 gesloopt waardoor meer ruimte voor het voetbal ontstaat. Sportief gaat het Vitesse goed, met het behalen van het kampioenschap in de Eerste klasse Oost in 1897, 1898, 1903, 1913, 1914 en 1915, waarmee ze zich vanaf 1898 plaatsen voor de nationale kampioenscompetitie. Het kampioenschap werd echter niet behaald en men moest genoegen nemen met vijf tweede plaatsen. Op 15 januari 1899 speelt Vitesse zijn eerst wedstrijd in het buitenland. Als eerste Nederlandse vereniging speelde de Arnhemmers in Duitsland tegen Duisburger TfE 1848, een duel dat eindigt in 0-6. Van het seizoen 1894/95 tot en met het seizoen 1899/00 speelde Vitesse in een wit tenue met een diagonale blauwe baan, verwijzend naar de stadskleuren van Arnhem. Op 27 augustus 1900 werd in de bestuursvergadering besloten de clubkleuren te wijzigen in geel en zwart.
In 1912 haalde Vitesse voor het eerst de finale van het Nederlands bekertoernooi. Op het R.A.P.-terrein in Amsterdam verloren de Arnhemmers met 2-0 van HFC Haarlem. In deze periode had Vitesse de beschikking over topspelers zoals Willem Hesselink en Just Göbel die ook actief waren in het Nederlands elftal. In 1914 werd John Willie Sutcliffe de eerste buitenlandse trainer.
Op 31 mei 1914 komt Vitesse nog het dichtst bij een kampioenschap van Nederland. In een strijd met Willem II en HVV gaat Vitesse na drie van de vier wedstrijden met zes punten aan de leiding. De beslissende wedstrijd werd de uitwedstrijd in Den Haag tegen de nummer twee HVV, dat aan een kleine zege genoeg zou hebben voor het kampioenschap. 2000 meegereisde Vitesse-supporters zagen hun club in de eerste helft op voorsprong komen door Willem Hesselink. In de tweede helft bracht Guus de Serière de spanning terug in de wedstrijd door een gelijkmaker te produceren. Bij deze gelijke stand mocht Lex Staal even later een strafschop nemen, de aanvoerder van Vitesse faalde echter door de bal over de lat te schieten. De 1-1 stand hield lang aan, waardoor een kampioenschap steeds dichterbij kwam voor de Arnhemmers. Dezelfde Guus de Serière gooide echter roet in het eten door slechts één minuut voor het laatste fluitsignaal uit een rebound de beslissende treffer te maken voor HVV.[11]
Door de Eerste Wereldoorlog zag de NVB geen mogelijkheid om een normale competitie te organiseren; in plaats van in klassen werden de clubs in het seizoen 1914/15 door nood ingedeeld in groepen. Vitesse was zoals alle Oostelijke clubs ingedeeld in groep A. Door gebrek aan concurrentie sloot Vitesse met gemak de groep winnend af, waarna het voor het Nederlands kampioenschap twee wedstrijden tegen Sparta, de winnaar van groep B, mocht spelen. Na een 2-1 zege in Arnhem volgde een 4-1 nederlaag in Rotterdam; een beslissingswedstrijd was noodzakelijk. Sparta won op 6 juni 1915 op Amsterdams terrein overtuigend met 3-0, waardoor Vitesse wederom een kampioenschap misliep.
In 1915 huurt Vitesse een stuk land van de gemeente Arnhem waarbij de gemeente zorgt voor de aanleg van een nieuwe speelveld. Vervolgens wordt het clubhuis en de tribune van Klarenbeek naar het nieuwe onderkomen overgeplaatst. Op 26 september 1915 vindt de opening van stadion Monnikenhuize plaats met een wedstrijd tegen Noordelijke Zwaluwen, een duel dat eindigt in 3-3. In de zomer van 1916 pakte verschillende spelers, die ook uitkwamen in het voetbalelftal, cricket opnieuw op. Jarenlang speelde Vitesse alleen vriendschappelijke wedstrijden, totdat Vitesse in 1923 deelneemt aan de Tweede Klasse van de oostelijke cricketcompetitie. In 1928 valt definitief het doek voor de cricketsport bij Vitesse.
Na het seizoen 1914/15 kende het voetbalelftal van Vitesse een terugval, en werd er vijf seizoenen lang tegen degradatie gestreden. Ondanks een opleving in het seizoen 1920/21, waarin een vierde plaats werd behaald, gebeurde op 30 april 1922 het onvermijdelijke: Vitesse degradeerde na 25 jaar verblijf uit de eerste klasse.
Vitesse hoefde niet lang te wachten op een rentree in de eerste klasse, na het kampioenschap van de Tweede Divisie B won Vitesse ook zijn beide promotiewedstrijden tegen Rigtersbleek, de kampioen van de tweede klasse C. Onder de Engelse trainer Robert William Jefferson presteerde Vitesse tussen 1924 en 1927 goed met een achtereenvolgens 3e, 4e en 5e eindranking in de eerste klasse en in 1927 haalde Vitesse zelfs de bekerfinale, die zij echter met 3-1 verloor van VUC. Jeffersons vertrek voor aanvang van het seizoen 1927/1928 kwamen de resultaten niet ten goede. In 1925 won Vitesse in Engeland met 3-2 van West Ham United. Voor de eerste keer in de Nederlandse voetbalgeschiedenis wordt een Engelse voetbalclub, uit de eerste klasse, verslagen door Nederlandse amateurs. Drie jaar later speelde Vitesse internationale wedstrijden tegen Wimbledon FC en Club Français uit Frankrijk. Vitesse bivakkeerde de seizoenen erna weer in de onderste regionen van de competitie, waar het in het seizoen 1930/31 zelfs ternauwernood ontsnapte aan degradatie. Aan de hand van de Duitse trainer Heinrich Schwarz krabbelde Vitesse weer langzaam omhoog. De coach gaf veel jeugdige spelers een kans die later uitgroeiden tot voor Vitesse belangrijke spelers, zoals Kees Meeuwsen, Jan Dommering en Johan Ricken. In het seizoen 1932/33 eindigde Vitesse 3e en ook het daaropvolgende seizoen werd met de 5e plaats een prima resultaat behaald. In 1935 ging het echter weer mis; Vitesse degradeerde na een dramatisch seizoen, mede door het overlijden van speler Piet Tonneman, naar de tweede klasse.
In de jaren daarop maakte Vitesse door onder andere de Tweede Wereldoorlog een sportief mindere periode mee die tot 1946 zou duren. Het lukte Vitesse maar niet om te promoveren. Vier keer eindigde de club als tweede (1936, 1937, 1939 en 1942), twee keer als derde (1938 en 1940) en in 1941 en 1944 wist Vitesse na het kampioenschap zijn promotiewedstrijden niet te winnen. Op 19 oktober 1941 scoorde Nico Westdijk 9 doelpunten voor Vitesse tegen De Treffers. Vitesse won die wedstrijd met 11-0. Daarmee bemachtig Westdijk een clubrecord dat nog altijd stand houdt. In 1942 viert Vitesse zijn 50-jarig jubileum met een defilé in Monnikenhuize. Onder toeziend oog van de Duitse bezetters vormen de spelers een enorme V van Vrijheid en Victorie. De Duitsers zagen de V alleen als een symbool voor de naam Vitesse. Op een gegeven moment werd sport in de open lucht in heel Nederland verboden, er was daardoor geen competitie of bekertoernooi. Vitesse speelde dit seizoen alleen enkele oefenwedstrijden, in de periode voor aanvang van de gevechtshandelingen. Door de Slag om Arnhem in september 1944 verordonneerde de Duitse Wehrmacht de burgers van Arnhem om hun stad te verlaten. Van het voetbalveld bleef weinig over, en kort na de bevrijding brandde het clubhuis af. De spelers moesten daardoor omkleden in de kelderruimte van de familie Heyneker, die tegenover het stadion woont en in de garage van de familie Dorpmans. De schade werd in de jaren na de bevrijding hersteld, waarbij een nieuw clubhuis in mei 1947 in gebruik zou worden genomen.
Pas in het seizoen 1945/46, het jaar na de bevrijding, werd Vitesse kampioen van de Tweede Divisie om vervolgens ook de promotie-competitie winnend af te sluiten. In 1948 besloor de gemeenteraad een nieuw stadion voor Vitesse te bouwen. Het nieuwe stadion werd gebouwd aan de noordkant van de Monnikensteeg. Gepland waren een hoofdveld en twee bijvelden. Bij de bouw van het stadion werd handig gebruikgemaakt van de hoogteverschillen. Zo werden er in de noordwesthoek van het veld boven op een helling de kleedkamers en clubhuis gebouwd. Om vanuit de kleedkamers het hoofdveld te betreden moest er via een spelerstrap afgedaald worden. Het stadion werd in anderhalf jaar gebouwd.
Op 10 april 1950 vond er een ongeluk plaats op Monnikenhuize. Voor de promotiewedstrijd tegen Rheden werden er diverse noodtribunes geplaatst. Twee tribunes waren niet bestand tegen de vele bezoekers en stortten in. Er vielen veel gewonden, maar desondanks ging de wedstrijd gewoon door. Vitesse won met 3-1 en promoveerde naar de Eerste Klasse. De jonge spelers van Vitesse deden goed mee in de Eerste Klasse. Sjaak Alberts groeide als speler van de Vitessejeugd uit tot een vertrouwd gezicht in de achterhoede. Als aanvoerder haalde hij samen met Wim Hendriks het Nederlands Elftal.
Op 3 september 1950 opende burgemeester Matser stadion Nieuw-Monnikenhuize officieel.
In het seizoen 1952/53 pakte Vitesse zelfs de titel in de Eerste Klasse B. Daarna speelden de Arnhemmers wedstrijden voor het kampioenschap van Nederland tegen FC Eindhoven, Sparta Rotterdam en RCH. De Vitesse spelers van trainer Jan Zonnenberg kwamen echter wat te kort, en RCH ging met de landstitel naar huis. In 1952 vierde Vitesse zijn 60-jarig jubileum. Ter gelegenheid daarvan vond een evenement plaats in het Musis Sacrum met orkest. De hele week werden er diverse activiteiten gehouden in Arnhem, onder andere een erewedstrijd tegen Daring Club de Bruxelles.
Doordat de KNVB wilde vasthouden aan het amateurisme vertrokken veel spelers uit de Eerste Klasse naar het buitenland, aangezien het verder in Europa allang was toegestaan om spelers te betalen. Ook vertrokken er veel spelers naar de nieuw opgerichte Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB), die in de zomer van 1954 een eigen competitie begonnen. Dit was ook het geval bij Vitesse, er vertrokken zeven spelers naar De Graafschap die toen voor de NBVB uitkwamen. Deze leegloop van spelers van de vaderlandse competitie had als gevolg dat het niveau schrikbarend daalde. Hierdoor kon de KNVB niet anders dan ook betalingen toe te staan. Op 27 augustus 1954 besloot het bestuur van Vitesse betaald voetbal te gaan spelen. Deze periode was voor Vitesse geen makkelijke periode. Trainer Joseph Gruber sleepte de club door deze moeilijke periode heen. Deelname aan de Hoofdklasse in het seizoen 1955/56 was een mooi resultaat.
Op 2 september 1956 werden de Eredivisie en de Eerste divisie in het leven geroepen. De eindstand bepaalde dat Vitesse in de Eerste divisie mocht uitkomen. In het seizoen 1959/60 was de deelname aan de promotiewedstrijden het hoogtepunt. In 1962 werd Vitesse terug gezet naar de Tweede Divisie omdat men met één Eerste Divisie wilde gaan spelen in plaats van twee. Na de terugkeer van trainer Joseph Gruber in 1964 ging het sportief weer beter.
In 1966 werd het kampioenschap van de Tweede Divisie behaald en volgde er promotie naar de Eerste divisie. Door een gelukkig toeval promoveerde Vitesse met spelers zoals Joop Heezen en Dick Mulderij zelfs in 1971 naar de Eredivisie. Vitesse profiteerde van het feit dat ADO en Holland Sport fuseerden tot FC Den Haag, waardoor er een plek vrijkwam in de Eredivisie. Op 19 mei 1972 verloor Vitesse uit tegen de landskampioen Ajax met 12-1. De nederlaag is een competitierecord uit de clubhistorie van Vitesse. Het was tot 24 oktober 2020 ook de grootste nederlaag uit de historie van de Eredivisie. Vitesse eindigde op de 18e en tevens laatste plek door maar 17 punten te halen, evenveel als de nummer 17 FC Volendam, wiens doelsaldo echter beter dan dat van Vitesse was.
Diverse keren nam Vitesse deel aan de nacompetitie, maar promotie zat er niet in. In 1977 werd onder leiding van trainer Henk Wullems en mede dankzij spelers zoals Herman Veenendaal, Willie Veenstra, Henk Bosveld, Boško Bursać, Bennie Hofs en Peter Boeve het kampioenschap van de Eerste divisie behaald. Drie seizoenen verbleef Vitesse in de Eredivisie tussen half 1977 en half 1980, waarna het in 1980 degradeerde naar de Eerste divisie.
Organisatorisch is het jaar 1984 memorabel. Al vanaf 1982 liep het tussen de voorstanders van het betaald voetbal en de leden, die het opnamen voor de amateurs en de jeugd, niet goed en leidde dat in 1984 tot verzelfstandiging van het betaald voetbal (15 juni 1984). De amateurs gingen verder als Vitesse 1892 en verhuisden later naar sportcomplex Valkenhuizen aan de Beukenlaan.
De profafdeling had een moeilijke start. Vitesse vreesde voor haar voortbestaan door een schuldenlast uit het verleden. Een financiële bijdrage van onder andere de gemeente Arnhem was noodzakelijk om betaald voetbal voor Arnhem te behouden. Om de gemeente te overtuigen moest de Arnhemse bevolking openlijk laten zien dat zij liefde hadden voor Vitesse, omdat voorzitter Karel Aalbers dan een troef richting de gemeente zou hebben waar hij had aangeklopt voor 200.000 gulden. Aalbers deed met een microfoon op de middenstip een beroep op de bevolking. Op 21 april 1985 mocht iedereen gratis de wedstrijd bezoeken tegen VVV-Venlo (3-0). Er kwamen liefst zevenduizend mensen naar het stadion. Uiteindelijk ging de gemeente op 17 juni 1985 tóch overstag met 20 stemmen voor en 17 tegen. Vitesse kon zich weer op de toekomst richten. Aalbers kwam met beleidsplannen voor de aansluiting met de vaderlandse top, de Europese subtop en voor de bouw van een nieuw stadion in Arnhem-zuid. Hoofdsponsor NUON zorgde voor de financiering.
In seizoen 1988/89 werd de club onder leiding van Aalbers en trainer Bert Jacobs kampioen van de Eerste Divisie en promoveerde hiermee naar de Eredivisie. In het eerste seizoen op het hoogste niveau weet de club direct als vierde te eindigen in de Eredivisie. In de KNVB bekerfinale verliezen ze wel tegen PSV, maar het bevestigt dat Vitesse in nationaal opzicht begint mee te tellen. In de jaren erna eindigde Vitesse altijd bij de eerste zes en werd er negen maal deelgenomen aan het UEFA-Cup toernooi, waarin Vitesse memorabele wedstrijden heeft gespeeld tegen onder andere Real Madrid, Internazionale, SC Braga en Sporting Lissabon. Daarnaast werden diverse spelers uitgenodigd voor het Nederlands Elftal.
Op 25 maart 1998 werd het stadion GelreDome, met een capaciteit van 25.000 zitplaatsen, feestelijk geopend. Eerste doelpuntenmaker werd Dejan Čurović, die ook al het laatste doelpunt in Nieuw-Monnikenhuize maakte. Ondertussen finishen de Arnhemmers met trainer Henk ten Cate als derde, de hoogste klassering ooit in de clubhistorie. Nikos Machlas won met 34 competitiedoelpunten de Gouden Schoen.[12]
Op 15 februari 2000 werd voorzitter Aalbers afgezet wegens vermoedelijke fraude. Na zijn vertrek rezen de schulden tot grote hoogte, tijdens het bewind van Aalbers waren deze schulden (tegenvallende transferinkomsten, bouw van duur stadion) nog niet aan het licht gekomen. Mede door de hulp van de Vrienden van Vitesse, de gemeente Arnhem en de provincie Gelderland werd Vitesse gered van een faillissement.
De Europese campagne van Vitesse in het seizoen 2002/03 overtrof vervolgens alle verwachtingen. In de eerste ronde van de UEFA Cup speelde Vitesse toen tegen Rapid Boekarest. Na de 1-1 in Arnhem volgde een knappe 1-0 uitoverwinning, waardoor Vitesse zich plaatste voor de volgende ronde. Daarin zou de Arnhemse ploeg zich ontdoen van Werder Bremen, waarna Liverpool FC een einde maakte aan het Europese avontuur van Vitesse in dat seizoen.
Door het uitblijven van succes in de competitie en het niet meer halen van Europees voetbal, namen de schulden van Vitesse sterk toe. De financiële perikelen kwamen de resultaten op het veld niet ten goede. Vitesse zakte in de daaropvolgende jaren af richting degradatiezone. Ondertussen werd er geld geleend van de gemeente, en met surseance terugbetaald.
In 2008 werd zakenman Maasbert Schouten – dan hoofdsponsor met AFAB – voor 20 procent aandeelhouder om de club financieel te steunen. Een jaar later zat Vitesse wederom krap bij kas. Hij steunde de club opnieuw met een lening, op voorwaarde dat hij de overige aandelen ook in handen kreeg als de club niet aan zijn betalingsplicht kon voldoen. Dat bleek in 2010 aan de orde, waardoor Schouten voor 99 procent eigenaar werd van Vitesse.
In augustus 2010 verkocht Schouten zijn aandelen aan de Georgische zakenman Merab Zjordania. Vitesse was als eerste Nederlandse club ooit in buitenlandse handen gekomen. De Georgiër had grootste plannen met Vitesse. Zo bouwde hij een trainingscentrum op Papendal en pompte jaarlijks tientallen miljoenen in de club. De precieze herkomst van de miljoenen van Zjordania bleven onduidelijk. Volgens mediaberichten zou de Russische oligarch Roman Abramovitsj de echte geldschieter van Vitesse zijn. Vitesse kreeg in al die jaren tal van talenten uit de Chelsea FC-stal op huurbasis. Spelers als Nemanja Matić, Lewis Baker, Mason Mount passeerden de poorten van Papendal en stuwden Vitesse weer naar de top van de Eredivisie.
In het seizoen 2012/13 - met Fred Rutten als trainer - maakte Vitesse bijna aanspraak voor de landstitel. Uiteindelijk eindigde Vitesse dat seizoen op een succesvolle vierde plaats, achter Ajax, PSV en Feyenoord. De Ivoriaan Wilfried Bony werd topscorer van de Eredivisie en werd beloond met de Gouden Schoen. Onder trainer Peter Bosz speelde Vitesse aantrekkelijk en herkenbaar voetbal. In het Philips Stadion wist Vitesse bijvoorbeeld met 2-6 te stunten tegen PSV. Halverwege het seizoen 2013/14 stond Vitesse, na 17 speelronden, op een gedeelde eerste plaats en was daarmee winterkampioen.
In oktober 2013 droeg Zjordania de aandelen van de club plotseling over aan Russische miljardair Aleksandr Tsjigirinsk. De nieuwe eigenaar liet zich zelden of nooit zien, maar bleef de structurele tekorten aanvullen. En dat deed zijn opvolger Valeri Ojf ook.
Tastbaar succes komt er pas onder leiding van trainer Henk Fraser. In 2017 bracht hij Vitesse de eerste prijs in de clubhistorie. Dankzij twee treffers van de teruggekeerde Ricky van Wolfswinkel won Vitesse met 2-0 van AZ in de finale van de KNVB Beker. Ook in 2021 bereikte Vitesse onder de Duitse trainer Thomas Letsch de bekerfinale, waarin het nipt verloor van AFC Ajax (2-1). Vitesse plaatste zich daarmee ook voor de UEFA Conference League, waarin ze onder meer RSC Anderlecht (voorronde), Tottenham Hotspur FC (groepsfase) en Rapid Wien (knock-outfase) versloegen. Pas in de achtste finales tegen AS Roma viel het doek.
Onder druk van de Russische invasie van Oekraïne in 2022 besloot Ojf Vitesse in de verkoop te zetten. Vanaf dat moment verkeerde Vitesse een lange tijd in zwaar weer. Bij de club was jarenlang onverantwoord financieel beleid gevoerd. De licentiecommissie van de KNVB bestrafte Vitesse met achttien punten in mindering, wat ruim voor het einde van de competitie directe degradatie naar de eerste divisie tot gevolg had. Ondertussen werd overnamekandidaat Coley Parry uit de Verenigde Staten na een slepende procedure afgewezen en sindsdien hing het voortbestaan van de club echt aan een zijden draadje.
Op het allerlaatste moment vond de club toch een nieuwe beoogde eigenaar. Zakenman Guus Franke wil de club overnemen en maakte afspraken met Parry over de miljoenenvorderingen die de Amerikaan bij Vitesse heeft.
Ondanks dat werd op 25 juni 2024 de proflicentie voor het bedrijven van betaald voetbal ingenomen. De club had geen sluitende begroting voor het seizoen 2024/25, geen lopende bankrekening en als gevolg daarvan zette de accountant geen handtekening onder de jaarrekening. De licentiecommissie van de KNVB besloot daarom geen licentie toe te kennen. Vitesse tekende beroep aan tegen de beslissing van de licentiecommissie.
Op 3 augustus bepaalde de beroepscommissie dat Vitesse de proflicentie weer terug mocht krijgen, omdat de club in de tussentijd aan álle eisen van Zeist had voldaan. Vitesse moest een tijdelijke financiële vangnet creëren, omdat Franke nog geen officiële nieuwe eigenaar is. Mede door het regionale bedrijfsleven, een crowdfundingsactie vanuit de supporters en een forse toename van de verkoop van seizoenkaarten kon Vitesse aan de het seizoen 2024/25 beginnen. Met een vrij jonge selectie – voornamelijk uit de eigen jeugdopleiding – wil trainer John van den Brom terug naar de basis.
Competitie | Aantal | Jaren |
---|---|---|
KNVB beker | 1× | 2017 |
Eerste divisie | 2× | 1977, 1989 |
Tweede divisie | 1× | 1966 |
Eerste klasse oost | 7× | 1897, 1898, 1903, 1913, 1914, 1915, 1953 |
Tweede klasse oost | 5× | 1923, 1941, 1944, 1946, 1950 |
Gelderse competitie | 2× | 1895, 1896 |
Het eerste logo van Vitesse was een schildvormig figuur. In het midden lag een diagonale scheidingslijn tussen het linker gele vlak en het rechter zwarte vak. In het linker vak stond diagonaal "avc Vitesse" geschreven en in het rechter vlak "1892", het oprichtingsjaar van de club. Het oude logo werd vervangen in 1984, het jaar waarin de wegen van de BVO-tak en de amateur-tak zich scheidden. De amateur-tak behield het logo met beperkte wijziging, SBV Vitesse kreeg een nieuw logo.
Het nieuwe logo van de BVO uit 1984 is wederom een schildvormig figuur, deze heeft echter rechte lijnen aan zowel de bovenkant als aan de zijkanten van het logo. Bovenin staat met dikke witte hoofdletters Vitesse. Onder de naam staat een dubbelkoppige adelaar, met linker- en rechterhelft gespiegeld. Ook de kleuren zijn gespiegeld, wat links geel is is zwart rechts en andersom. Deze dubbelkoppige adelaar is ook terug te vinden in het wapen van Arnhem. In het midden van het logo is een voetbal gepositioneerd.
In het najaar van 2011 is een nieuwe versie van het logo in gebruik genomen; in totaal zijn er 13 wijzigingen doorgevoerd.[13] Zo is onder andere de symmetrie van de adelaar verbeterd, de zwarte buitenrand vervangen door een witte, de twee 'S'-en in de naam minder dik gemaakt, de voetbal aangepast qua uiterlijk en stand, schaduwwerking is toegevoegd en (indien de context het toelaat) is het jaar van oprichting als tekst EST. 1892 onder het logo te lezen.
Van het seizoen 1894/95 tot en met het seizoen 1899/00 speelde Vitesse in een wit tenue met een diagonale blauwe baan, verwijzend naar de stadskleuren van Arnhem. De spelers die niet met een blauw-wit tenue kwamen opdagen, werden door de club een boete van 50 cent opgelegd. Op 27 augustus 1900 werd in de bestuursvergadering besloten de clubkleuren te wijzigen in geel en zwart. Vitesse speler Reinhard Jan Christiaan baron van Pallandt zorgde ervoor dat Vitesse een van de eerste clubs van Nederland was met een vast clubtenue. Maar in ruil voor de sponsoring van het tenue wilde de baron dat Vitesse voor altijd in de kleuren van zijn familie zou spelen. En dat werd dus het zwart met geel van de familie Van Pallandt. Toenmalig voorzitter Chris Engelberts stelde deze wijziging ook voor met als argument dat Vitesse zich bij de beste clubs van Gelderland mocht scharen en zij in de Gelderse hoofdstad gevestigd was, waardoor zij ook het recht zou hebben om de kleuren van Gelderland te mogen dragen. Na al deze argumenten werd besloten om voortaan te gaan spelen in shirts met zes geel-zwarte blokken. In 1907 werd dit shirt vervangen door het huidige geel-zwarte shirt met geel-zwarte banen, nadat Vitesse deze kreeg geschonken van een donateur.[14]
Sinds 2007 staat jaarlijks, in of rond de periode van 17 tot 25 september, een van de thuiswedstrijden van Vitesse in het teken van de Airborne-herdenking van de Slag om Arnhem uit 1944. De Vitesse-supporters en de club eren de Veteranen. De spelers van Vitesse spelen jaarlijks met een speciaal shirt tijdens de wedstrijd, met een Airborne-badge waarop een strijder op een paard wordt afgebeeld.
Overzicht van de uniformen van Vitesse door de geschiedenis heen:
Het officiële clubsymbool van Vitesse is een arend, die bij thuiswedstrijden over het veld vliegt en landt op de middenstip. De roofvogel bezit veel symboliek. De kracht en sterkte van de later imposante vogel moet synoniem staan voor de kracht en sterkte van het elftal op het veld. Vitesse heeft van nature al een link met de arend, deze vogel staat immers zowel in het stadswapen van Arnhem als in het logo van Vitesse. In 2008 werd de arend voor het eerst gepresenteerd aan de fans. Vitesse kon echter maar kortstondig genieten van het nieuwe boegbeeld; Hertog overleed in 2009 door aspergillose, een schimmelinfectie bij roofvogels.[15]
Op 31 januari 2010 werd de opvolger van Hertog aan het publiek gepresenteerd, genaamd Hertog II. Hertog II is een Noordelijke Amerikaanse zeearend, een wijfje met een bruin jeugdverenkleed; rond het 6e levensjaar zal de Hertog zijn volwassen zwart met witte verenkleed krijgen.[16] Op 30 april 2017 vloog de Hertog voor de bekerfinale tussen AZ en Vitesse in De Kuip.
Ook de Vitesse Kids Club heeft een officiële mascotte, genaamd Vito. In 2005 werd Vito door de lezers van de Voetbal International en de VI for Kids en de bezoekers van de website VI.nl verkozen tot Mascotte van het Jaar, Vito was daarmee de allereerste mascotte die deze prijs in de wacht sleepte. In 2012 werd Vito's uiterlijk gemoderniseerd.
Vitesse verkoopt de laatste jaren maximaal 10.000 seizoenkaarten terwijl het stadion een capaciteit voor ruim 21.000 toeschouwers heeft. Gemiddeld kwamen er in de laatste drie seizoenen iets meer dan 16.000 toeschouwers naar de thuiswedstrijden in GelreDome, bij goed bezochte wedstrijden loopt het aantal bezoekers op naar de 20.000.
Het grootste gedeelte van de Vitesse-aanhang komt uit de Stadsregio Arnhem Nijmegen. De fans van Vitesse buiten Arnhem wonen verspreid door Nederland, bijvoorbeeld in de regio's Utrecht, Den Bosch en Apeldoorn. Net over de grens in Duitsland wonen ook supporters die Vitesse bezoeken.[17] De fanatieke supporters zijn verzameld op de Theo Bos Zuid-tribune.
De officiële onafhankelijke Supportersvereniging Vitesse is opgericht in 1992 en verbonden aan voetbalclub Vitesse. Het aantal leden van de vereniging is de afgelopen jaren gegroeid tot ongeveer 3000. Ook het aantal vrijwilligers dat de vereniging draaiende houdt is, mede door deze groei, opgelopen tot ruim 100. De Supportersvereniging Vitesse geeft tevens zes maal per jaar een clubblad onder de naam Zwart op Geel uit. Redacteuren bij dit blad kennen een officiële status bij de club. In 2015 kregen de supporters beschikking over een nieuw blijvend, driehoekig supportershome. Vitesse en clubeigenaar Alexander Tsjigirinski namen de financiering van de casco bouw voor hun rekening, terwijl de Supportersvereniging de inrichtingskosten en de huur moesten betalen.[18]
Naast de Supportersvereniging zijn er ook andere organisaties waarin Vitesse-supporters zich verenigen, zoals het Supporterscollectief de Aftrap, VIVO (Vitesse is van ons), Arnhem Ultras en Crew 81. Deze verenigingen zorgen voor sfeer in het stadion met onder meer grote spandoeken en andere sfeeracties.
De ontstaansgeschiedenis van de Spijker-side is begonnen begin jaren zeventig, toen Vitesse voor het eerst in de eredivisie speelde, kwamen er steeds meer jongeren uit verschillende delen van de stad naar het stadion. Het waren straatgroepen bestaande uit jongeren die varieerden in leeftijd van 15 tot 22 jaar. Aangezien in die tijd het Spijkerkwartier een ruige uitstraling had en ook zeer bekend was in den lande, was de naam snel gevonden: Spijker-side. Het Rijnfront is zich gaan vormen eind jaren 80 toen de prestaties steeds beter werden. De jongeren kwamen voornamelijk uit de arbeiderswijken van de stad. Op Monnikenhuize stonden ze in eerste instantie op de onoverdekte staantribune. Daarna was het Rijnfront te vinden in vak DD, ingang Rosendaalseweg.
Allereerste officiële clublied was Geel-zwart bovenaan, ja het kan, ja het moet! (1952). Hedendaags is het officiële clublied van Vitesse Geel en Zwart zijn onze kleuren, geschreven en ingezongen door Emile Hartkamp. In de jaren 60 had Vitesse een ander clublied. Bouw mee aan een steengoed Vites!, geschreven door Pieter Nulden, gecomponeerd door Johan Straus (met 1 's'), een componist uit Arnhem en ingezongen door Henk Bleker & Enka Harmonie. Tientallen jaren is Geel en Zwart zijn onze kleuren het officiële clublied, maar het oude clublied is nog steeds te horen in het stadion. In 2017 werd het lied door Emile Hartkamp in een nieuw jasje gestoken. Martin Esveld en De Kwinks zongen speciaal voor de remake de tekst opnieuw in.
De grote rivaal van Vitesse is het Nijmeegse N.E.C.. Met name uit historisch oogpunt en achterban staan de wedstrijden tussen beide clubs bekend als een beladen wedstrijd. De wedstrijd tussen twee van de grootste clubs van Gelderland staat bekend als de Gelderse Derby. Het is in de publieke beleving een botsing tussen het sierlijke en elegante voetbal van Vitesse en de onverzettelijke strijdlust van N.E.C.. Daarnaast is het een botsing van de twee grootste steden van de provincie: de zelfbewuste uitstraling van de hoofdstad strijdt tegen de Nijmeegse arbeidersmentaliteit. De kiem voor de intense burenruzie is gelegd door Karel Aalbers, in de jaren 90 van de vorige eeuw. De toenmalige voorzitter wilde van Vitesse een topclub maken. Daarnaast maakte hij ook de opmerking dat er in Gelderland maar plaats was voor één grote profclub. Hij bedoelde daarmee Vitesse. Vanaf dat moment is de onderlinge verstandhouding enorm verhard. Door deze rivaliteit breken er regelmatig (ernstige) supportersrellen uit. De rivaliteit leidde ook tot ludieke acties. Toen N.E.C. in mei 2014 degradeerde uit de Eredivisie plaatsten Arnhemse fans op de Nijmeegse Waalbrug een bordje met: Eredivisievoetbal, nog vijftien kilometer. Bij het kampioenschap in de Jupiler League van N.E.C. een jaar later stuurden aanhangers van N.E.C. een vliegtuigje boven Arnhem en GelreDome met daarachter een spandoek: We're back, See you soon.
Een andere rivaal van Vitesse is De Graafschap uit Doetinchem; de onderlinge wedstrijden zijn ook een Gelderse derby en kunnen beladen zijn. Deze derby leeft over het algemeen meer bij de supporters van De Graafschap dan bij Vitesse. Behalve N.E.C. en De Graafschap heeft Vitesse in het verleden een aantal andere rivalen gekend. Bij onder andere de duels met FC Wageningen, Arnhemse Boys, VV Rheden, Go Ahead Eagles en Quick Nijmegen heerste in het verleden enige spanningen. De derby's met Quick groeide uit tot de meest bezochte wedstrijden in het oosten van Nederland, waar het voetbal vanaf 1894 in een stroomversnelling kwam.
Sinds 2007 staat jaarlijks, in of rond de periode van 17 tot 25 september, een van de thuiswedstrijden van Vitesse in het teken van de Airborne-herdenking van de Slag om Arnhem uit 1944. De Vitesse-supporters en de club eren de Veteranen, waarbij de oud-strijders worden uitgenodigd om de wedstrijd bij te wonen. Voorafgaand aan het duel worden sfeeracties georganiseerd met doeken en vlaggen en in de rust treden doedelzakspelers, zoals de traditie inmiddels is. De spelers van Vitesse spelen ook met een speciaal shirt tijdens de wedstrijd, met een Airborne-badge waarop een strijder op een paard wordt afgebeeld. Als traditionele afsluiting na de wedstrijd klinkt het lied We'll Meet Again door het stadion. Naast de wedstrijd zijn de vrijwilligers van de supportersvereniging ook actief tijdens de jaarlijkse herdenkingsweek. Zo is bijvoorbeeld de Supportershome de uitvalbasis voor de doedelzakspelers tijdens de herdenkingsweek in de regio.
In het seizoen 2012/13 trad Vitesse in het Airborne-duel tegen Heracles Almelo aan in een speciaal verticaal gestreept shirt met de Airborne-kleuren maroon-rood en blauw in plaats van de gebruikelijke gele en zwarte strepen. In het midden op de borst prijkte de Airborne-badge en op de rugzijde van het shirt de tekst "No Bridge Too Far" - refererend aan een uitspraak van Luitenant-generaal Frederick Browning en tevens het boek en de film A Bridge Too Far over de Slag van Arnhem. Ook in het seizoen 2013/14 speelde Vitesse in een maroon-rood en blauw gestreept shirt. De Airborne-badge werd verplaatst van de borst naar de linkerarm, de tekst 'No Bridge Too Far' werd achterwege gelaten.
De in augustus 2014 overleden veteraan Johnny Peters, die jarenlang de Airborne-wedstrijden bezocht, groeide uit tot het icoon van deze speciale wedstrijden. Bekendheid kreeg Peters toen hij in de wedstrijd tegen Heracles Almelo (seizoen 2012/13) oog in oog stond met aanvoerder Goeram Kasjia. De Georgiër overhandigde zijn Airborne-shirt aan Peters en bracht een saluut uit, dit gebeurde wederzijds.[19] Het gebaar van Kashia werd in de daaropvolgende Airborne-wedstrijd tegen PEC Zwolle (seizoen 2013/14) geëerd door het sfeerteam van de Supportersvereniging Vitesse, die een spandoek van twaalf bij acht meter maakte met daarop zowel Kashia als veteraan Peters afgebeeld.[20][21]
In 2014 was de 70e herdenking van de slag om Arnhem. Om dit te herdenken speelde Vitesse de uitwedstrijden van het seizoen 2014/15 in een Airborne-tenue. Het tenue is in de Airborne-kleuren en het shirt beeldt een silhouet van de John Frostbrug af.[22] Op Woensdag 26 november 2014 was er een docu over Vitesse en Airborne te zien op Fox Sports Eredivisie, genaamd "Veteranen van Vitesse". Alle Airborne-activiteiten zijn, vanuit het oogpunt van de veteranen, samengevat in een uur durende documentaire.
In het seizoen 2019/20 besteedt Vitesse op diverse manieren aandacht aan de 75e herdenking van de Slag om Arnhem. Zo speelt de club de uitwedstrijden wederom in een Airborne-tenue. Daarnaast is het design van de seizoenkaart geheel in de Airborne-kleuren. Op de seizoenkaart is onder andere de John Frostbrug en het Pegasus-logo te zien.
Tijdens de bezettingsjaren werd in Nederland gewoon gevoetbald, tot mei 1944. Uiteraard had de Duitse bezetting gevolgen voor de club en haar supporters. Want geregeld moesten spelers onderduiken en gebruikten de Duitsers de gelegenheid om tijdens wedstrijden de tribunes af te schuimen naar onderduikers of ex-militairen die niet hadden geluisterd naar de oproep om zich weer als krijgsgevangene aan te melden. De anti-Joodse maatregelen leidden er in 1942 toe dat Joden geen wedstrijden meer mochten spelen en de velden te bezoeken en het Joodse bestuurslid Herbert 'Happy' Mogendorff moest onderduiken. Vitessenaren boden hem onderduikgelegenheid, waardoor hij als joodse Arnhemmer kon overleven.
In 1942, bij het 50-jarige bestaan van Vitesse, werd voorafgaand aan de erewedstrijd tegen Ajax een defilé gehouden waarbij alle elftallen zich opstelden in een enorme ‘V’. Voor de Duitse machthebbers die op de tribune zaten, betekende het de ‘V’ van Vitesse. Maar alle aanwezige Nederlanders wisten wel beter. Het was een verwijzing naar het Victory-teken van Winston Churchill.
In september 1944 moest Arnhem op last van de bezetter evacueren. Van het voetbalveld bleef weinig over en kort na de bevrijding brandde het clubhuis ook nog af. Voorzitter Mogendorff werd alsnog opgepakt, nadat ook hij Arnhem moest verlaten. Hij keerde op 17 april 1945 terug naar de stad, waar hij het normale leven met succes oppakte. In totaal verloor de club elf leden en spelers onder wie twee Joodse Vitessenaren. Een speciale gedenksteen bij de club houdt de herinnering aan de oorlogsslachtoffers levend. De plaquette kreeg na de oorlog een plek in het toenmalige stadion Nieuw-Monnikenhuize. Tegenwoordig heeft het een prominente plaats bij de hoofdingang van deze hypermoderne trainingsaccommodatie.
Tussen 1950 en 1998 speelde Vitesse zijn thuiswedstrijden in Nieuw-Monnikenhuize aan de Rosendaalseweg en de Monnikensteeg in Arnhem. Gedurende het gebruik heeft het stadion aan maximaal 18.000 toeschouwers plaats geboden. Bij de sloop in 1999 had het nog maar plek voor 10.000 toeschouwers.
Onder aanvoering van voorzitter Karel Aalbers werd er reeds in de jaren 80 van de twintigste eeuw nagedacht over de bouw van een nieuw stadion voor Vitesse. Desalniettemin zou het nog tot 1996 duren voordat er werd aangevangen met de bouw van een nieuw onderkomen voor de Arnhemse voetbalclub. Op 25 maart 1998 werd het GelreDome officieel geopend en sindsdien dient het als thuisbasis van Vitesse. De eerste wedstrijd, gespeeld op diezelfde dag, werd door Vitesse met 4-1 gewonnen van NAC Breda. Anno 2024 biedt het stadion tijdens voetbalwedstrijden plaats aan 21.248 toeschouwers.
Deze grafiek laat zien hoeveel supporters de thuiswedstrijden van Vitesse gemiddeld bezochten. Duidelijk zichtbaar is wanneer Vitesse het oude stadion Nieuw-Monnikenhuize verliet en intrek nam in GelreDome: het gemiddeld toeschouwersaantal steeg met zo'n 300% na de gereedkoming van de bouw van het stadion in de winter van 1998.
Merk op dat het aantal toeschouwers in de seizoenen 2019/20 t/m 2021/22 (negatief) werd beïnvloed door beperkingen i.v.m. de Coronapandemie.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
71/72 | 72/73 | 73/74 | 74/75 | 75/76 | 76/77 | 77/78 | 78/79 | 79/80 | 80/81 | 81/82 | 82/83 | 83/84 | 84/85 | 85/86 | 86/87 | 87/88 | 88/89 | 89/90 | 90/91 | 91/92 | 92/93 | 93/94 | 94/95 | 95/96 | 96/97 | 97/98 | 98/99 | 99/00 | 00/01 | 01/02 | 02/03 | 03/04 | 04/05 | 05/06 | 06/07 | 07/08 | 08/09 | 09/10 | 10/11 | 11/12 | 12/13 | 13/14 | 14/15 | 15/16 | 16/17 | 17/18 | 18/19 | 19/20 | 20/21 | 21/22 | 22/23 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
In 2013 werd op Sportcentrum Papendal de nieuwe trainingslocatie van Vitesse en de trainings- en wedstrijdlocatie van de Vitesse Voetbal Academie in gebruik genomen. Papendal is een erkend Centrum voor Topsport en Onderwijs. De Arnhemmers hebben de beschikking over vijf voetbalvelden en een eigen gebouwencomplex. Hierin zijn onder andere kantoren, medische ruimtes, kleedkamers en een kantine gefaciliteerd. Het trainingscomplex van Vitesse is eigendom van de club. De hoofdtribune biedt plaats aan 500 toeschouwers.
De eindverantwoordelijkheid voor de dagelijkse leiding van Vitesse B.V. ligt bij de bestuursvoorzitter, casu quo algemeen directeur. Op deze leiding houdt de Raad van Commissarissen (RvC) toezicht. De stichting 'Vitesse Voor Altijd' zal zich toeleggen op het tijdelijk beheer en de verkoop van de aandelen. De huidige samenstelling van de directie, de RvC en de stichtingen zijn in de volgende overzichten te raadplegen:
Naam | Nationaliteit | Functie | Sinds | ||
---|---|---|---|---|---|
Directie Vitesse B.V. | |||||
Edwin Reijntjes | Nederland | Algemeen directeur | 2024 | ||
Paul van der Kraan | Nederland | Adviseur | 2024 | ||
Theo Janssen & John van den Brom | Nederland | Technische zaken | 2024 | ||
Edward Sturing | Nederland | Hoofd jeugdopleidingen | 2024 |
De Vitesse Voetbal Academie is de jeugdopleiding van de Arnhemmers en heeft een belangrijke functie bij de doorstroom van nieuwe talenten naar het eerste elftal. Bekende jeugdexponenten zijn onder andere Alexander Büttner, Kevin Diks, Marco van Ginkel, Nicky Hofs, Theo Janssen, Roy Makaay, Million Manhoef, Davy Pröpper, Eloy Room, Stijn Schaars, Piet Velthuizen en Ricky van Wolfswinkel. De academie loopt van de Onder 11 tot en met Onder 21. De jeugdopleiding is door de KNVB gecertificeerd als een internationale academie en heeft door de bond een maximale beoordeling van vier sterren gekregen.
Vitesse heeft via de Vitesse Voetbal Academie samenwerkingsverbanden met o.a. amateurclubs AGOVV, vv DOVO, DTS Ede, KSV Fortissimo, DVS '33, DVV Duiven, ESA Rijkerswoerd, 1. FC Kleve, SML, SV Spero en VVO. [23]
Nr. | Nat. | Naam | Contract | Vorige club |
---|---|---|---|---|
Doelmannen | ||||
12 | Sil Milder | 2026 | Eigen Jeugd | |
16 | Tom Bramel | 2026 | Eigen Jeugd | |
23 | Mikki van Sas | 2025 (huur) | Feyenoord | |
30 | Sep van der Heijden | 2026 | Jong FC Utrecht | |
Verdedigers | ||||
2 | Mees Kreekels | 2026 | Helmond Sport | |
3 | Giovanni van Zwam | 2026 | Eigen jeugd | |
5 | Justin Bakker | 2026 | Kuopion Palloseura | |
6 | Loek Postma | 2026 | AZ Alkmaar | |
22 | Mats Egbring | 2026 | Eigen jeugd | |
24 | Roan van der Plaat | 2026 | Sc Heerenveen | |
28 | Alexander Büttner | 2026 | De Graafschap | |
55 | Marcus Steffen | 2026 | Eigen jeugd | |
Middenvelders | ||||
8 | Enzo Cornelisse | 2025 | Eigen jeugd | |
18 | Jim Koller | 2025 | Eigen jeugd | |
20 | Irakli Yegoian | 2026 | FC Twente | |
21 | Mathijs Tielemans | 2026 | PSV Eindhoven | |
26 | Giovanni Büttner | amateurbasis | De Graafschap | |
29 | Michael Dokunmu | 2025 | Supersport United FC | |
37 | Angelos Tsingaras | 2025 | Panetolikos | |
Aanvallers | ||||
7 | Gyan de Regt | 2025 | Eigen jeugd | |
9 | Simon van Duivenbooden | 2025 | Eigen jeugd | |
10 | Miliano Jonathans | 2025 | Eigen jeugd | |
11 | Dillon Hoogewerf | 2026 | Borussia Mönchengladbach | |
17 | Theodosis Macheras | 2025 (huur) | AEK Athene | |
19 | Andy Visser | 2026 | Eigen jeugd | |
98 | Tomislav Gudelj | 2026 | NK Varazdin | |
Laatste update: 6 september 2024
Naam | Nationaliteit | Functie | Sinds | Contract | Vorige club |
---|---|---|---|---|---|
Technische Staf | |||||
John van den Brom | Nederland | Hoofdtrainer | 2024 | 2025 | |
Nicky Hofs | Nederland | Assistent-trainer | 2023 | 2025 | |
Gerry Vink | Nederland | Assistent-trainer | 2024 | 2025 | |
Laatste update: 30 augustus 2024
Vitesse Onder 21, de opvolger van Jong Vitesse, komt uit in de Beloftencompetitie. Tijdens het seizoen 2023/24 staat het elftal onder leiding van Theo Janssen. Het elftal speelt zijn wedstrijden doorgaans op Papendal in Arnhem.
Competitie | Aantal | Jaren |
---|---|---|
Derde divisie | 1× | 2018 |
Beloften Eredivisie | 2× | 1993, 2015 |
Beloftendivisie A | 1× | 2014 |
District-zuid | 2× | 1992, 1993 |
Districtsbeker Oost | 1× | 1990 |
Beloften KNVB beker | 3× | 1998, 2002, 2011 |
Sinds 1888 werd er gestreden om het Nederlands landskampioenschap. De landskampioen werd bepaald door middel van een kampioenscompetitie tussen de kampioenen van de verschillende hoofdklassen, die tot 1950 regionaal verdeeld waren. Toen in 1954 het betaald voetbal werd ingevoerd, bleef dit systeem in eerste instantie bestaan, maar vanaf het seizoen 1956/57 werd de Eredivisie ingevoerd. Sindsdien is de kampioen van de eredivisie ook automatisch landskampioen.
Vitesse heeft zich sinds het eerste Nederlandse kampioenschap in 1888 vijf keer weten te plaatsen voor de competitie; waarvan alle verloren gingen.
De eerste finale werd op 24 april 1898 gespeeld tegen RAP te Utrecht. RAP werd nationaal kampioen door Vitesse met 4–2 te verslaan.
In het seizoen 1902/03 werd de strijd om de landstitel gewonnen door voetbalclub HVV uit Den Haag. Voor de eerste keer werd het kampioenschap bepaald middels een kampioenscompetitie. De oostelijke kampioen was Vitesse en de Amsterdamse club Volharding was kampioen in de andere westelijke competitie.
Het landskampioenschap van het seizoen 1912/13 werd beslist middels twee kampioenswedstrijden tussen de kampioen van de westelijke afdeling Sparta en de Oostelijke Vitesse. De Rotterdamse club won beide wedstrijden met de Arnhemse club met 1-2 en 2-1 en werd de kampioen van Nederland.
In het seizoen 1913/14 werd wederom de kampioenschap beslist via een kampioenscompetitie met HVV Den Haag als winnaar. Het landskampioenschap van het seizoen 1914/15 werd gewonnen door Sparta.
Vitesse heeft zich sinds het eerste Nederlandse bekertoernooi in 1899 vijf keer weten te plaatsen voor de finale; waarvan vier wedstrijden verloren gingen.
De eerste finale werd op 26 mei 1912 gespeeld tegen Haarlem te Amsterdam. Haarlem trok aan het langste eind door met 2-0 te overwinnen.