Shomu
Japans kalligraaf (701-756) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Keizer Shomu (聖武天皇, Shōmu-tennō, 701, Yamato – Nara, 21 juni 756) was de 45ste keizer van Japan en regeerde tijdens de Naraperiode.[1] Deze keizer investeerde veel in het boeddhisme en maakte het boeddhisme tot de officiële staatsreligie.
Shomu | ||
---|---|---|
701 - 756 | ||
![]() | ||
45e keizer van Japan | ||
Periode | 3 maart 724 – 19 augustus 749 | |
Voorganger | Gensho | |
Opvolger | Koken | |
Vader | Monmu | |
Moeder | Fujiwara no Miyako |
Inleiding
Keizer Shōmu, als kind ook Obito no miko, werd geboren in 701 in Yamato. Hij was de zoon van keizer Monmu en Fujiwara no Miyako. Hij was tevens de kleinzoon van de bekende Keizer Tenmu. Reeds in 719, op 18-jarige leeftijd, was hij actief in de regering. Zijn tante Genshō was toen keizerin van Japan en het is vooral door haar dat Shōmu in de regering terechtkwam. Hij werd keizer in 724 nadat zijn tante troonsafstand had gedaan. In 729 werd ook zijn vrouw, Fujiwara no Kōmyō, tot keizerin gekroond. Zijn regeringsperiode bleef duren tot het jaar 749. Hij was vooral in de geschiedenisboeken te vinden als een voorstander van het boeddhisme. Dankzij hem werd in 752 ook de befaamde en nog bestaande Tōdaiji gebouwd. Zijn bekering tot het monnikenleven betekende in 749 het einde van zijn keizerschap. Zijn dochter, Keizerin Kōken, ook wel Shōtoku, nam toen de troon over.
Zijn boeddhisme
Samenvatten
Perspectief
Het belangrijkste kenmerk van deze keizer was zijn obsessie met het boeddhisme. Van alle keizers werd hij als de meest boeddhistische beschouwd. Tijdens de zesde eeuw waaide dit boeddhisme over vanuit Korea. Enkele clans waren hier echter tegen, terwijl andere ermee instemden, waardoor er conflicten ontstonden. De instemmende zijde won dit geschil en zo werd later het boeddhisme in een Japans jasje gestoken, zodat het niet in strijd was met het shintoïsme.[2] Hierdoor konden deze twee godsdiensten naast elkaar bestaan.
Keizer Shōmu wilde een staat die beschermd werd door het boeddhisme, waaruit bleek dat ook hij voor het boeddhisme was. Tōdaiji, Hōkkeji, Kōfuku-ji en Saidai-ji zijn enkele van de tempels uit een ruim gamma die op bevel van keizer Shōmu werden gebouwd. De Tōdaiji, eerst Kinshōsen-ji, werd gebouwd ter ere van zijn overleden zoon, prins Motoi. Van deze Tōdaiji was vooral het Schathuis (Shōsoin) goed bewaard gebleven. Hierin bevonden zich schatten uit de Nara-periode en vooral van Keizer Shōmu.
Niet alleen de bouwkunst, maar ook de beeldhouwkunst vond zijn progressie in de Nara-periode. Deze twee takken gingen hun eigen weg in de Japanse cultuur onder keizer Shōmu en vormden een eerste glansperiode betreffende de kunst in Japan.
Daden van de keizer
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.