Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een werkloosheidsuitkering of werklozensteun is een uitkering door een overheidsinstelling aan een werknemer die buiten zijn of haar schuld werkloos wordt en in staat en bereid is te werken.
De werkloosheidsuitkering moet dus worden onderscheiden van uitkeringen wegens ziekte en invaliditeit, contractueel of wettelijke verplichte uitkeringen door werkgevers, en gewone en vervroegde pensioenuitkeringen. In tegenstelling tot Nederlandse bijstandsuitkeringen en uitkeringen door het Belgische OCMW is de werkloosheidsuitkering niet afhankelijk van het vermogen van de ontvanger. Verder moet de werkloosheidsuitkering worden onderscheiden van werkverschaffing, waarbij voormalige werklozen een loon krijgen voor onrendabel werk. Ook bestaan er in veel landen aparte regelingen voor ontslagen ambtenaren en politici. Doorgaans eindigt de werkloosheidsuitkering meestal wanneer de ontvanger een nieuwe baan gevonden heeft, zich als zelfstandig ondernemer vestigt of de pensioengerechtigede leeftijd bereikt. Indien de werkloze geen vrijstelling heeft, is de werkloze verplicht passend werk te aanvaarden en actief naar werk te zoeken.
Er zijn verschillende standpunten en inzichten op het gebied van werkloosheidsuitkeringen, deels van theoretische en deels van praktische aard.
Op macro-economisch niveau stelt de Keynesiaanse school dat uitkeringen een dempende werking hebben, omdat de inkomensdaling hierdoor minder groot is en daarmee de vraag naar producten minder afneemt. Hiermee wordt voorkomen dat er een verminderde vraag naar arbeidskrachten en stijgende werkloosheid optreedt. Deze vorm van werkloosheid wordt wel conjuncturele werkloosheid genoemd.
Volgens de neoklassieke economie neemt de werkloosheid echter toe, doordat de marktruiming beperkt wordt, zodat er geen evenwichtsprijs voor arbeid ontstaat waarbij aanbod en vraag gelijk zijn aan elkaar. Dit wordt wel institutionele werkloosheid genoemd.
Op micro-economisch niveau is een gedeelte van de economen van mening dat een werkloosheidsuitkering een negatief effect op de welvaart heeft omdat werklozen daardoor minder geneigd zijn om snel een andere baan te zoeken. Anderen zijn juist van mening dat een werkloosheidsuitkering de werklozen een betere mogelijkheid biedt de meest geschikte baan te zoeken. In de ogen van de eersten is het bijvoorbeeld een zegen voor de maatschappij als een leraar de dag na zijn ontslag als schoonmaker aan het werk moet, volgens de tweede groep is dit vernietiging van maatschappelijk kapitaal.
Uit onderzoek van de RVA en de OESO blijkt dat een versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkering er niet toe leidt dat er meer mensen aan de slag gaan.[1][2]
Van praktische aard is een overweging dat zonder werkloosheidsuitkering de sociale onrust toe kan nemen. Zo probeerde Bismarck met de instelling van sociale verzekeringen de socialisten de wind uit de zeilen te nemen.
Een werkloosheidsuitkering wordt toegekend om het verlies aan beroepsinkomsten te vervangen, of wachtuitkeringen aan pas afgestudeerden. In België wordt het geregeld door de werkloosheidsverzekering die een onderdeel van de sociale zekerheid is. Het wordt beheerd en georganiseerd door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) en uitbetaald door de werkloosheidskassen van de vakbonden (ABVV, ACV, ACLVB) of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW).[3]
In België kan men een uitkeringsaanvraag indienen zodra men niet langer loon ontvangt:
Bijkomend dient men te voldoen aan de "toelaatbaarheidsvoorwaarden". Zolang men aan deze voorwaarden voldoet, kan men van de werkloosheidsuitkering blijven genieten.[4] In de zomer van 2018 werd besloten om de uitkering sterk te laten afnemen naarmate men langer werkloos blijft.[5][6]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.