Arrest Simmenthal II
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het arrest Simmenthal II is een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 9 maart 1978 (zaak 106/77), welke van belang is voor de inroepbaarheid van voorrang genietend Europees recht voor een nationale rechter.
Snelle feiten Simmenthal II, Datum ...
Simmenthal II | ||
---|---|---|
Datum | 9 maart 1978 | |
Partijen | Administratie van de Staatsfinanciën / N.V. Simmenthal | |
Zaak | 106/77 | |
Instantie | Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen | |
Rechters | H. Kutscher, M. Sørense, G. Bosco, A.M. Donner, P. Pescatore, A.J. Mackenzie Stuart, A. O'Keeffe | |
Adv.-gen. | G. Reischl[1] | |
Procedure | prejudiciële vraag uit Italië | |
Procestaal | Italiaans | |
Regelgeving | art. 177 + 189 EEG-verdrag | |
Onderwerp | voorrang en rechtstreekse werking, inroepbaarheid voor een nationale rechter | |
Vindplaats | Jur. 1978, p. 629 | |
ECLI | ECLI:EU:C:1978:49 | |
CELEX | 61977CJ0106 |
Sluiten