Arrest Von Colson en Kamann
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het arrest Von Colson en Kamann is een prejudiciële beslissing van het Europees Hof van Justitie van 10 april 1984 (zaak 14/83), inzake
- het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen,
- twee vrouwen die tegenover de overheid een beroep doen op een niet tijdig geïmplementeerde richtlijn,
- geen directe werking van deze richtlijn wat betreft sancties op discriminatie,
- een opdracht aan de nationale rechter tot richtlijnconforme uitleg van nationale wetgeving.
Snelle feiten Von Colson en Kamann, Datum ...
Von Colson en Kamann | ||
---|---|---|
Datum | 10 april 1984 | |
Partijen | Sabine von Colson en Elisabeth Kamann tegen deelstaat Noordrijn-Westfalen | |
Zaak | 14/83 | |
Instantie | Europees Hof van Justitie | |
Adv.-gen. | S. Rozès[1] | |
Procedure | prejudiciële vraag uit Duitsland | |
Procestaal | Duits | |
Regelgeving | art. 189[2] EEG-verdrag; richtlijn 76/207[3] | |
Onderwerp | gelijke behandeling van mannen en vrouwen; toegang tot het arbeidsproces; niet tijdig geïmplementeerde richtlijn | |
Vindplaats | Jur. 1984, p. 1891 | |
ECLI | ECLI:EU:C:1984:153 | |
CELEX | 61983CJ0014 |
Sluiten