Clitomachus
filosoof uit Oud-Carthage (187v Chr-110v Chr) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Clitomachus (Oudgrieks: Κλειτόμαχος / Kleitómachos; 187/186-110/109 v.Chr.[1]) uit Carthago, aldaar Hasdrubal genaamd, was een filosoof en academisch scepticus.
Hij was te Athene een leerling van Carneades, de stichter van de nieuwe Akademeia. Toen Carthago in 146 v.Chr. werd ingenomen, schreef hij een werkje - dat Cicero zei te hebben gelezen - waarin hij zijn medeburgers trachtte de troost van de filosofie aan te bieden.[2] Hij werd in 127/126 v.Chr. diens opvolger (scholarch). Hij zou zeker nog tot 111 v.Chr. blijven lesgeven aan de Akademeia, want Crassus zou toen nog een van zijn lessen hebben bijgewoond.[3] Van zijn talrijke geschriften - het zou om meer dan 400 geschriften gaan[4] - is nagenoeg niets bewaard gebleven. Cicero heeft ze echter gebruikt, onder andere in zijn werk De divinatione.