Margaret Murray
Brits egyptologe en antropologe (1863-1963) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Margaret Alice Murray (Calcutta, 13 juli 1863 – Welwyn, 13 november 1963) was een vooraanstaand Brits egyptologe en antropologe. Zij is vooral bekend geworden door haar werk in de egyptologie, "de kern van haar academische carrière".[1] Haar naam is ook verbonden aan haar Heksencultus-hypothese, de theorie dat de heksenprocessen in het vroegmoderne Europa en Noord-Amerika een poging waren om een nog overlevende voorchristelijke, heidense religie uit te roeien die gewijd was aan een Gehoornde God. Hoewel deze theorie later betwist en in diskrediet gebracht werd door historici als Norman Cohn, Keith Thomas en Ronald Hutton, had zij toch een belangrijk aandeel in het ontstaan van neopaganistische religies zoals wicca.
Haar werk in de egyptologie gebeurde grotendeels samen met haar mentor en vriend, de archeoloog Sir William Flinders Petrie en diens echtgenote Hilda Petrie, met wie ze samenwerkte aan het University College London. Margaret Murray was een van de eerste vrouwen die met haar werk een serieuze impact had op de academische wereld. Ze was ook een vurig feministe, actief betrokken bij de suffragettebeweging.[1] Van 1953 tot 1955 was ze voorzitter van de Folklore Society, hoewel sinds haar dood verschillende leden van deze groep geprobeerd hebben om de organisatie van haar en van haar heksencultus-hypothese te distantiëren.[2]