Otto II van Zutphen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Otto II, de Rijke, (ca. 1060 – 1113) was een jongere zoon van graaf Godschalk van Zutphen en Adelheid van Zutphen. Otto volgde zijn vader op als graaf van Zutphen en voogd van de Abdij van Corvey. De abdij zou Otto en diens zoon Hendrik later van zelfverrijking beschuldigen.[1][2] In 1107 ontving hij van keizer Hendrik V de functie van graaf in Oostergo en Westergo, in ruil voor bezittingen bij Alzey. Deze graafschappen waren echter al beleend aan de bisschop van Utrecht, wat leidde tot voortdurend conflict tussen de bisschop en Otto. In 1105 herbouwde hij de Sint Walburgiskerk in Zutphen nadat die was afgebrand en liet relieken van Justus van Triëst overbrengen van Corvey naar Zutphen. Otto en zijn vrouw werden in deze kerk begraven.
Snelle feiten Graaf van Zutphen, Periode ...
Otto II | ||
---|---|---|
–1113 | ||
Graaf van Zutphen | ||
Periode | 1064-1113 | |
Voorganger | Godschalk | |
Opvolger | Hendrik I | |
Vader | Godschalk van Zutphen | |
Moeder | Adelheid van Zutphen |
Sluiten