Samenstelling Belgische Senaat 1946-1949
Wikimedia-lijst / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De lijst van leden van de Belgische Senaat van 1946 tot 1949. De Belgische Senaat telde toen 167 zetels. Op 17 februari 1946 werden 101 senatoren rechtstreeks verkozen. Het nationale kiesstelsel was in die periode gebaseerd op algemeen enkelvoudig stemrecht voor alle mannelijke Belgen van 21 jaar en ouder, volgens een systeem van evenredige vertegenwoordiging op basis van de methode-D'Hondt, gecombineerd met een districtenstelsel. Daarnaast waren er ook 44 provinciale senatoren, aangeduid door de provincieraden en 22 gecoöpteerde senatoren.
De legislatuur liep van 8 maart 1946 tot 19 mei 1949. Tijdens de legislatuur was eerst de regering-Spaak II (13 - 31 maart 1946) in functie. Dit was een minderheidsregering van de socialistische BSP-PSB, gesteund door de communistische KPB-PCB. Bij de vertrouwensstemming in het parlement behaalde deze echter geen meerderheid, waardoor de regering viel. Vervolgens waren de regering-Van Acker III (maart - augustus 1946) en de regering-Huysmans (augustus 1946 - maart 1947) in functie, allebei meerderheden gevormd door de BSP-PSB, de KPB-PCB en de Liberale Partij. De meerderheid had geen enkele stem op overschot (84 tegen 83); afwezigheden leidden tweemaal tot een nederlaag bij een cruciale stemming.[1] Daarna waren de regering-Spaak III (maart 1947 - november 1948) en de regering-Spaak IV (november 1948 - augustus 1949) in functie, allebei meerderheden gevormd door de BSP-PSB en de christendemocratische CVP-PSC.
De oppositie bestond dus uit CVP-PSC (tot maart 1947), de Liberale Partij (van 13 tot 31 maart 1946 en vanaf maart 1947) en de KPB-PCB (vanaf maart 1947).