Seksueel consent
instemming over het verrichten van seksuele handeling / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
In menselijke seksualiteit is seksueel consent[1][2] of simpelweg consent[3] of instemming,[4] een akkoord tussen alle betrokkenen over het verrichten en/of ondergaan van een bepaalde seksuele handeling en over de wijze waarop dat gebeurt. Zolang er geen expliciete wederzijdse instemming is, verbaal of non-verbaal, worden de seksuele handelingen beschouwd als seksueel grensoverschrijdend gedrag of seksueel geweld (variërend van aanranding tot verkrachting).[5] Zonder expliciete toestemming bestaat het risico van miscommunicatie, waarbij iemands gedrag door de ander onterecht wordt geïnterpreteerd als uiting van instemming.
In moderne tijden is er een maatschappelijke consensus ontstaan dat wederzijdse instemming[6] van alle betrokkenen nodig is om over te gaan op seksuele handelingen, die in toenemende mate in zedenwetgeving wordt vastgelegd. In maatschappelijke debatten lopen de meningen uiteen over hoe expliciet instemming dient te worden geuit,[7] welke signalen het beste kunnen worden gebruikt om instemming te geven, welke signalen als 'instemming' mogen worden geïnterpreteerd en of het 'al te' expliciet geven van instemming de emotionele spanning van seks zou 'bederven'. Er zijn omstandigheden waaronder instemming als ongeldig kan of moet worden beschouwd, namelijk als de instemming niet vrijwillig wordt gegeven maar onder dwang (intimidatie of afpersing),[4] of op basis van onjuiste informatie (misleiding, oplichting, manipulatie),[4] of in een staat van sterk verminderd bewustzijn en handelingsbekwaamheid (bijvoorbeeld door verregaande vermoeidheid, gebruik van alcohol of andere verdovende middelen, inclusief drogering).[noot 1]
Tevens speelt de vraag in hoeverre de overheid zich via wetgeving, handhaving en onderwijs met deze kwestie bezig dient te houden om het seksuele gedrag van burgers in goede banen te leiden.[7][8] De meeste rechtsstelsels omarmen het principe dat mensen onder een bepaalde leeftijd (meestal 14 tot 18) überhaupt niet in staat zijn om instemming te geven omdat zij nog niet volwassen genoeg worden geacht om een dergelijke verantwoordelijkheid te kunnen dragen.[9]
Sinds de tweede feministische golf van de jaren 1970 is in de meeste landen ter wereld de opvatting dominant geworden dat een huwelijkscontract geen vorm van permanent seksueel consent is; derhalve is verkrachting binnen het huwelijk in de 50 jaar daarna in de meeste landen erkend als een mensenrechtenschending en dus strafbaar gesteld.[10][11] Sinds eind jaren 1990 zijn er nieuwe modellen van seksueel consent voorgesteld. Met name de popularisering van het concept "ja is ja" (bevestigend consent) in plaats van "nee is nee" (dat een grijs gebied creëerde waarin niks werd gezegd) was een belangrijke ontwikkeling. Hall (1998) definieerde consent als volgt: "de vrijwillige goedkeuring van wat er wordt gedaan of voorgesteld door een ander; toestemming; overeenstemming in mening of gevoel."[12] Hickman en Muehlenhard (1999) stelden dat consent "vrijwillige verbale of non-verbale communicatie van een gevoel van bereidheid" om seksuele handelingen te verrichten zou moeten zijn.[13] Bevestigend consent kan nog steeds beperkt zijn omdat de onderliggende individuele omstandigheden omtrent de instemming niet altijd kunnen worden erkend middels het "ja is ja"-model of het "nee is nee"-model.[14]