Van Gend en Loos-arrest
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Van Gend en Loos, voluit Van Gend en Loos t. Nederlandse administratie der belastingen (HvJ 5 februari 1963, 26/62, ECLI:EU:C:1963:1, Jur. 1963, p. 3.) is de roepnaam van een standaardarrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen gewezen op 5 februari 1963, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing van de Nederlandse Tariefcommissie over de vraag of artikel 12 van het EEG-Verdrag (thans art. 30 Werkingsverdrag) rechtstreekse werking heeft in de rechtsordes van de lidstaten van (thans) de Europese Unie. Van Gend en Loos wordt gezien als een van de belangrijkste uitspraken van het Europees Hof van Justitie over de aard van de samenwerking tussen de EU-lidstaten.[2]
Snelle feiten Datum, Partijen ...
Van Gend en Loos | ||
---|---|---|
Datum | 5 februari 1963 | |
Partijen | Algemene Transport- en Expeditie-onderneming Van Gend & Loos NV t. Nederlandse administratie der belastingen | |
Zaak | 26/62 | |
Instantie | Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen | |
Rechters | A.M. Donner, L.J.B. Delvaux en R. Rossi, Ch.L. Hammes, A. Trabucchi en R. Lecourt | |
Adv.-gen. | K. Roemer[1] | |
Procedure | verzoek om een prejudiciële beslissing van de Tariefcommissie | |
Procestaal | Nederlands | |
Wetgeving | art. 1 EEG (thans art. 30 VWEU) | |
Onderwerp | autonome rechtsorde | |
Vindplaats | Jur. 1963, p. 3 | |
ECLI | ECLI:EU:C:1963:1 | |
CELEX | 61962CJ0026 |
Sluiten