vrouw
From Wiktionary, the free dictionary
Remove ads
nizozemština
výslovnost
etymologie
Přes staroholandské frouwa z předpokládaného pragermánského *frawjǭ. Srovnej např. německé Frau týchž významů, dále např. islandské frú či finské rouva.
podstatné jméno
- rod ženský
skloňování
význam
synonyma
- wijf, vrouwmens
- echtgenote, gemalin
antonyma
- man
- gemaal, echtgenoot, huwelijk, man
související
- edelvrouw (šlechtična)
- politievrouw
- vrouwtje
- sportvrouw
- kraamvrouw
- huisvrouw
- vrouwelijk (ženský)
- tuinvrouw
- brandweervrouw (hasička)
- vrouwenwereldkampioenschap
- mevrouw
- raadsvrouw (právnička)
- overbuurvrouw
- vroedvrouw (porodní bába)
- vrouwenbeweging
- vrouwenrechten
- droomvrouw (žena něčích snů)
- vrouwenarts (gynekolog)
Remove ads
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads