Top-Fragen
Zeitleiste
Chat
Kontext
groen
Aus Wiktionary, dem freien Wörterbuch
Remove ads
groen (Niederländisch)
Substantiv, n
Worttrennung:
- groen, Plural: groe·nen
Aussprache:
- IPA: [χrun], [ɣrun]
- Hörbeispiele:
groen (Info)
Bedeutungen:
- [1] die grüne Farbe
Beispiele:
- [1] In het systeem van additieve kleurmenging is groen een primaire kleur.
- Im System der Additiven Farbmischung ist Grün eine Grundfarbe.
Übersetzungen
- [1] Van Dale Onlinewoordenboek: „groen“
- [1] Niederländischer Wikipedia-Artikel „Groen (kleur)“
Adjektiv, Adverb
Worttrennung:
- groen, Komparativ: groe·ner, Superlativ: groenst
Aussprache:
- IPA: [χrun]
- Hörbeispiele:
groen (Info)
Bedeutungen:
- [1] von grüner Farbe
- [2] ökologisch gesinnt sein
- [3] unerfahren
Beispiele:
- [1] Het stoplicht staat op groen.
- Die Ampel steht auf grün.
- [3] Hij is nog zo groen als gras.
- Er ist noch grün hinter den Ohren.
Redewendungen:
- [1] groen licht geven — grünes Licht geben
Charakteristische Wortkombinationen:
- [1] Groene Hart, Groene Punt, groene bonen
Wortbildungen:
- groente
Übersetzungen
[2] ökologisch gesinnt sein
[3] unerfahren
Remove ads
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads