Top Qs
Timeline
Chat
Perspective
improvisatie
From Wiktionary, the free dictionary
Remove ads
Dutch
Etymology
Borrowed from French improvisation. By surface analysis, improviseren + -atie.
Pronunciation
Noun
improvisatie f (plural improvisaties, diminutive improvisatietje n)
Derived terms
- improvisatiemuziek
- improvisatieoefening
- improvisatieopdracht
- improvisatieshow
- improvisatietalent
- improvisatietheater
- improvisatievermogen
Related terms
Descendants
- → Indonesian: improvisasi
References
- van der Sijs, Nicoline, editor (2010), “improvisatie”, in Etymologiebank, Meertens Institute
- Matthias de Vries; Lambert Allard te Winkel (1864), “improvisatie”, in Woordenboek der Nederlandsche Taal, published 2001
Remove ads
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads