opper-

See also: opper and öpper

Dutch

Etymology

From Middle Dutch opper-, upper-, comparative of op, up.

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Prefix

opper-

1. highest, uppermost, supreme
2. most

Derived terms

Dutch terms prefixed with opper-

opperarm

opperbest

opperbevel

opperbevelhebber

opperduivel

Opper-Egypte

oppergod

opperhoofd

oppermacht

oppermachtig

oppervlaktestroomdichtheid

opperrabbi

opperrabbijn

oppervlak

oppervlakte

Related terms

• opperste