Top Qs
Timeline
Chat
Perspective
rukken
From Wiktionary, the free dictionary
Remove ads
Dutch
Pronunciation
Etymology 1
From Middle Dutch rucken, from Old Dutch *rukken, from Proto-West Germanic *rukkijan, from Proto-Germanic *rukkijaną.
Verb
rukken
- (intransitive, transitive) to jerk, to pull
- (intransitive, transitive, informal) to jerk off, to wank
Conjugation
Derived terms
nouns
phrases
verbs
- aanrukken
- achteruitrukken
- afrukken
- bijeenrukken
- bijrukken
- binnenrukken
- doorrukken
- heenrukken
- inrukken
- losrukken
- mederukken
- meerukken
- misrukken
- narukken
- nederrukken
- omrukken
- omverrukken
- ontrukken
- openrukken
- oprukken
- overrukken
- samenrukken
- tegenrukken
- terugrukken
- toerukken
- uiteenrukken
- uitrukken
- verrukken
- voortrukken
- voortsrukken
- vooruitrukken
- wegrukken
Descendants
- Afrikaans: ruk
Etymology 2
See the etymology of the corresponding lemma form.
Noun
rukken
Anagrams
Remove ads
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads