vormeloos

Dutch

Alternative forms

• vormloos

Etymology

From vorm (“form, shape”) +‎ -e- +‎ -loos (“-less”).

Pronunciation

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: vor‧me‧loos

Adjective

vormeloos (comparative vormelozer, superlative meest vormeloos or vormeloost)

1. amorphous, shapeless

Declension

Declension of vormeloos
uninflected	vormeloos
inflected	vormeloze
comparative	vormelozer
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		vormeloos	vormelozer	het vormeloost het vormelooste
indefinite	m./f. sing.	vormeloze	vormelozere	vormelooste
	n. sing.	vormeloos	vormelozer	vormelooste
	plural	vormeloze	vormelozere	vormelooste
definite		vormeloze	vormelozere	vormelooste
partitive		vormeloos	vormelozers	—

Synonyms

• amorf
• vrij

Antonyms

• gevormd
• welgevormd

Derived terms

• vormeloosheid

Related terms

• vormgeving
• inhoudloos
• omvormen
• ongevormd
• vervormen