Zomer - Lombardische troepen onder leiding van Melus, een Lombardische edelman, komen in Bari in opstand tegen het katapanaat Italië (een provincie van het Byzantijnse Rijk).Melus mobiliseert een groot leger en valt het zuiden van Italië binnen. Ondertussen verspreidt de opstand zich snel naar andere steden, waar duizenden rebellen zich aansluiten om de Byzantijnen te verdrijven.[1]
Koning Hendrik II ("de Heilige") consolideert zijn macht en versterkt zijn politieke banden met de Katholieke Kerk. Hij laat zijn zwager Hendrik I afzetten als hertog van Beieren. Ondertussen wordt Gunzelin, markgraaf van Meißen, verdacht van het sluiten van een alliantie met hertog Boleslav I ("de Verschrikkelijke") tegen hem. Gunzelin wordt gevangengenomen en door Hendrik afgezet.[2]
1 november - Berberse troepen onder bevel van Sulayman ibn al-Hakam verslaan de Omajjaden kalief Mohammed II in een veldslag bij Alcolea. Sulayman verovert Córdoba, de stad wordt door de Berbers en Castilianen geplunderd. Later wordt Sulayman de heerser van het kalifaat van Córdoba en geeft hij een groot feest ter ere van graaf Sancho I (vanwege hem op de troon te zetten).[3]
Thorfinn Karlsefni, een IJslandse handelsreiziger, leidt een expeditie met drie schepen en ongeveer 160 kolonisten naar Amerika, door de Vikingen ook wel Vinland ("Wijnland") genoemd. In een baai gaat hij aan land en sticht ter plaatse de Straumsfjord nederzetting. (waarschijnlijke datum)
Religie
Zomer - Paus Johannes XVIII treedt al dan niet vrijwillig af en trekt zich terug in de abdij van Sint-Paulus buiten de Muren. Kort daarna overlijdt Johannes na een pontificaat van 5 jaar, hij wordt opgevolgd door Sergius IV als de 142e paus van de Katholieke Kerk. Voor zijn pontificaat is hij bekend onder de naam Pietro da Albano als bisschop van Albano (een bisdom nabij Rome).[6]