Abiotische factor
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een abiotische factor is binnen de ecologie een milieufactor die geen biologische oorsprong heeft, in tegenstelling tot biotische factoren (organismen). Men onderscheidt primaire milieufactoren en samengestelde factoren, die men zich kan voorstellen als samengesteld uit twee of meer primaire factoren.
Milieufactoren:[1]:p. 146-241. Ökologische Geobotanik. | |
---|---|
Primaire milieufactoren | Complexe of samengestelde factoren |
|
Abiotische factoren |
De abiotische factoren kunnen worden gegroepeerd in factoren met betrekking tot klimaat, bodem en water.
- Neerslag en luchtvochtigheid
- Temperatuur
- Daglengte en lichtsterkte
- Windsterkte en windrichting
- Grondsoort, Korrelgrootteverdeling (textuur), Poriënvolume, Bodemfauna
- Humus, hoeveelheid en samenstelling
- Grondwater, diepte van het freatisch vlak en grondwatertrap
- Zuurgraad
- Moedergesteente
- Reliëf, glooiingshoek en expositie (hellingsrichting van de bodem)
- Zoutgehalte of saliniteit van het water
- Trofie: de concentraties van opgeloste minerale stoffen
- Saprobie: de concentraties van organische stoffen
- Waterdiepte
- Troebelheid (turbiditeit) en transparantie
- Golfhoogte
- Stroming
- Zuurstofgehalte
Als in een omgeving de abiotische factoren veranderen, bijvoorbeeld door een overstroming of klimaatverandering, zullen de organismen met de eigenschappen die tegen deze verandering bestand zijn overleven. De overlevende organismen zullen hun eigenschappen doorgeven aan hun nakomelingen, volgens het evolutionaire principe van de adaptatie.