cover image

Apolloprogramma

Amerikaans ruimtevaartprogramma / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het Apolloprogramma was tussen 1961 en 1972 een ruimtevaartprogramma van de Amerikaanse lucht- en ruimtevaartorganisatie NASA om de mens op de Maan te laten landen. Op 25 mei 1961 kondigde president John F. Kennedy het project aan[1] met de woorden: "Dit land moet zich verplichten om de mens nog voor het einde van dit decennium op de maan te laten landen en hem weer veilig naar aarde te brengen".

Apollo_program.svg
Insigne van Apollo

De bemande Apollo-vluchten hadden elk een bemanning van drie astronauten. Bij de zes vluchten die daadwerkelijk een maanlanding uitvoerden maakten twee van hen de afdaling naar de maan met de meegevoerde maanlander Lunar Module, terwijl er een in het moederschip om de maan bleef cirkelen. Het landingsgestel van de maanlander diende tevens als lanceerplatform voor het bovenstuk om daarmee vervolgens weer naar het moederschip terug te keren, waarmee de terugreis naar de aarde werd gemaakt.

Bij zes maanlandingen zijn in totaal twaalf astronauten op de maan geweest en zes in de buurt. Verder waren er nog drie vluchten waarbij in totaal negen astronauten in de buurt van de maan zijn geweest. Twee van hen stonden later alsnog op de maan en een derde heeft tweemaal rond de maan gevlogen. In totaal zijn er dus twaalf op de maan geweest en twaalf in de buurt. Verder is nog nooit een mens zo ver weg van de aarde geweest.

Het Apolloprogramma werd als bemand Amerikaans ruimtevaartproject voorafgegaan door het Mercury- en Gemini-programma, waarbij in de jaren '60 tijdens de ruimtewedloop gedurende de Koude Oorlog in rap tempo ervaring was opgedaan met vluchten om de Aarde, en door de onbemande programma's Ranger, Lunar Orbiter en Surveyor om de Maan in kaart te brengen en geschikte landingsplaatsen te vinden.