Bladsnijdersmier (groep)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Bladsnijdersmieren zijn een informele groep van mierensoorten uit de geslachten Atta en Acromyrmex, die met hun monddelen bladeren in kleine stukjes bijten en die naar hun nest brengen. Bladsnijdersmieren die in gras gespecialiseerd zijn worden ook wel grassnijdersmieren genoemd.[1]
Er zijn 47 soorten bladsnijdersmieren.[2] Ze komen voor in de tropen en subtropen van Noord- en Zuid-Amerika, van Louisiana en Texas tot Patagonië in het zuiden van Argentinië. Acromyrmex-soorten hebben vier paar stekels en een ruw exoskelet; Atta-soorten hebben drie paar stekels en een glad exoskelet aan de bovenkant van het borststuk.[3]
Als eerste ontdekte de bioloog en geoloog Thomas Belt in 1874 waarvoor de mieren de bladeren gebruiken. De bladeren worden fijngekauwd en gebruikt als voedingsbodem voor de groei van bepaalde schimmels van het geslacht Leucoagaricus. De mieren voeden zich met de schimmel. Ze kunnen meer dan 5000 maal hun eigen gewicht aan bladstukjes dragen.[4]