Domino (spel)
spel / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Domino is een legspel dat met speciale dominostenen wordt gespeeld.
De stenen zijn vaak gemaakt van plastic of hout, vroeger ook van echte steen, been, gewei of ivoor. De stenen zijn langwerpig van vorm en verdeeld in twee vierkante veldhelften, ieder gemerkt met ogen. In de standaarddomino-uitvoering hebben de helften nul tot zes ogen maar er zijn ook uitvoeringen met nul tot negen, nul tot twaalf en nul tot achttien ogen. In de standaardset komen alle 28 mogelijke combinaties van tot eenmaal voor.
Domino is zeer populair op het eiland Curaçao en in Latijns-Amerika, onder de jeugd verliest domino echter aan populariteit.
De basisspelregels zijn als volgt:
- Alle stenen worden met de ogen naar de onderkant gelegd (de voorraad).
- Iedere speler krijgt (koopt) bij het begin van het spel een aantal stenen:
- bij 2 spelers zijn dit 7 stenen;
- bij 3 of 4 spelers zijn dit er 5.
- De spelers leggen deze stenen, onzichtbaar voor de tegenstanders (maar zichtbaar voor zichzelf) op tafel.
- De speler die de hoogste dubbele steen heeft (dus dubbel 5 gaat boven dubbel 3, enz.) begint en legt deze steen op het spelbord.
- Als niemand een dubbele steen heeft, moeten alle spelers hun stenen opnieuw nemen.
- Iedere volgende speler tracht een steen van zichzelf te leggen tegen de stenen die zich al op het spelbord bevinden:
- De bedoeling is een kant met een bepaald aantal ogen tegen een kant van een reeds gelegde steen met hetzelfde aantal ogen te leggen.
- Spelers mogen bij normale stenen slechts één keer een steen aan eenzelfde kant leggen. (Dus als er bijvoorbeeld ligt, mag de -kant maar één keer gebruikt worden en de -kant ook maar één keer.)
- Dubbele stenen worden dwars gelegd, bij dubbele stenen mag aan de vier kanten worden bijgelegd, daar kunnen dus aftakkingen ontstaan.
- Als een speler niet kan leggen, moet hij een steen nemen (kopen) van de voorraad. Eenzelfde speler:
- mag in eenzelfde beurt maximaal drie keer kopen
- als hij kan spelen, moet hij dit doen.
- Wie als eerste al zijn stenen kwijt is, heeft de partij gewonnen.
- Aan het einde van het spel telt iedereen zijn punten en krijgt de winnaar de som van de punten van zijn tegenspelers.
- Het spel is voorbij als iemand 100 punten heeft.