Drag reduction system

term in de autosporttechnologie / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De beweegbare achtervleugel (Engels: driver adjustable bodywork),[1] algemeen bekend als drag reduction system (DRS), is een autosporttechnologie gericht op het verminderen van de luchtweerstand om het inhalen verder te bevorderen in de Formule 1. DRS is geïntroduceerd in het Formule 1-seizoen van 2011, en is een beweegbaar stuk van de achtervleugel dat open en dicht kan op commando van de bestuurder.

RB7_adjustable_rear_wing.jpg
De achtervleugel van een Red Bull Racing-Renault bolide.
Boven: DRS geactiveerd
Onder: DRS niet geactiveerd

Door het openen van de achtervleugel vermindert de luchtweerstand van de bolide, dit resulteert in een hogere topsnelheid. Deze hogere topsnelheid bevordert het inhalen in de Formule 1.

Voor het gebruik van het systeem moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo moet de achtervolgende wagen in de race binnen een seconde van zijn voorganger rijden wanneer beide over het detectiepunt gaan. Ook kan DRS alleen gebruikt worden in bepaalde van tevoren afgesproken stukken van het circuit (meestal de lange, rechte stukken). Naast dit alles werkt DRS pas na de eerste twee rondes.

Halverwege het seizoen 2011 verhoogde de FIA het aantal DRS-zones van één naar twee. In eerste instantie zouden alle races vanaf de Grand Prix van Canada twee zones krijgen[2], dit gebeurde ook bij de Grand Prix van Europa, maar daarna bleek dit niet haalbaar te zijn. Het gebruik van twee zones kwam echter de voorlaatste wedstrijd van het seizoen toch nog terug, op het Yas Marina Circuit tijdens de Grand Prix van Abu Dhabi waren er eveneens twee DRS-zones aanwezig.