Hertogdom Württemberg
middelgroot land in het Heilige Roomse Rijk / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het hertogdom Württemberg (Duits: Herzogtum Württemberg) was een middelgroot land in het Heilige Roomse Rijk, dat geregeerd werd door het huis Württemberg. In 1495 verhief Rooms-koning Maximiliaan I het graafschap Württemberg tot hertogdom. In 1803 profiteerde Württemberg van de Reichsdeputationshauptschluss: het grondgebied van het land werd uitgebreid en het land werd verheven tot keurvorstendom. Drie jaar later trad de keurvorst toe tot de door Napoleon beheerste Rijnbond, waarvoor Napoleon hem beloonde met de koningstitel en nieuwe gebiedsuitbreidingen.
Herzogtum Württemberg Land in het Heilige Roomse Rijk | |||||
---|---|---|---|---|---|
| |||||
Symbolen | |||||
| |||||
Kaart | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Stuttgart, Ludwigsburg | ||||
Oppervlakte | 8800 km²[1] | ||||
Bevolking | 620.000 | ||||
Talen | Duitse dialecten | ||||
Politieke gegevens | |||||
Regeringsvorm | Wereldlijk Rijksvorstendom | ||||
Staatshoofd | Hertog (lijst) | ||||
Staten | Staten van Württemberg | ||||
Dynastie | Huis Württemberg | ||||
Kreits | Zwabische Kreits |
Het hertogdom lag in het zuiden van Duitsland, aan de rivier de Neckar, ten oosten van het Zwarte Woud en ten noorden van de Zwabische Jura. Binnen het Heilige Roomse Rijk was het ingedeeld bij de Zwabische Kreits. Württemberg was een uitgesproken agrarisch, maar vrij dichtbevolkt land. De grootste steden waren de hoofdstad Stuttgart en de kleinere universiteitsstad Tübingen. Ludwigsburg, dat in de 18e eeuw gesticht werd, groeide uit tot de tweede stad van het land. Naast Württemberg regeerden de hertogen over het kleine graafschap Mömpelgard in het uiterste zuiden van de Elzas.
De Württembergse politiek werd grotendeels bepaald door de grote invloed van de Staten op het bestuur. Daarnaast was het hertogdom sinds de Reformatie een van de weinige lutherse gebieden in het zuiden van Duitsland. Het land werd zwaar getroffen tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) en de daaropvolgende oorlogen tegen de Franse koning Lodewijk XIV. In de 18e eeuw deden verschillende hertogen pogingen als absolute vorsten te regeren, waar ze door het verzet van de Staten niet in slaagden.