Hydrobia-afzettingen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Hydrobia is een geslacht uit de familie van de Hydrobiidae (Brakwaterhorens). Peringia ulvae (wadslakje; veel gebruikt synoniem: Hydrobia ulvae) is slechts een van de vele, moeilijk van elkaar te onderscheiden soorten. Ze worden ook wel samengevat onder de verzamelnaam "hydrobia's". In het Noordzeegebied komen een aantal soorten voor die allemaal in zout water leven maar (niet allemaal in gelijke mate) kunnen leven in water met een zeer sterk verlaagd zoutgehalte. Ventrosia ventrosa (opgezwollen brakwaterhoren) verdraagt het meest verzoete zeewater. Het vermogen om in brak water te leven en/of sterk wisselende zoutgehalten te verdragen, geeft deze diergroep een voorsprong in een habitat waarin veel organismen zich moeilijk kunnen handhaven. Omdat het aantal soorten in dergelijke habitats klein is, wordt dit vaak gecompenseerd door grotere aantallen individuen per soort. Hydrobia's leven inderdaad vaak in grote dichtheden. Afhankelijk van het zoutgehaltebereik wordt een bepaalde hydrobia-soort vaak aangetroffen in gezelschap van een aantal andere weekdieren die zich in die habitat thuis voelen. Peringia ulvae komt in het intergetijdengebied van de Waddenzee vaak samen voor met Mytilus edulis (mossel), Cerastoderma edule (kokkel), Littorina littorea (alikruik), Scrobicularia plana (platte slijkgaper) en de Mya arenaria (strandgaper). Ventrosia ventrosa verdraagt lagere zoutgehalten dan Peringia ulvae en is vaak vergezeld van een combinatie van andere soorten: Cerastoderma glaucum (brakwaterkokkel), Littorina saxatilis tenebrosa (Brakwateralikruik),Macoma balthica (nonnetje), en soms eveneens Mytilus edulis en Mya arenaria. De associatie van Peringia ulvae en Cerastoderma edule is o.a. heel algemeen in het intergetijdengebied van de Waddenzee, terwijl de associatie van Ventrosia ventrosa en Cerastoderma glaucum tegenwoordig vooral in brakke binnenwateren leeft. Deze associatie was heel algemeen in de voormalige Zuiderzee.
De meeste afzettingen waarin Hydrobiidae domineren zijn gevormd in habitats waarin extreme omstandigheden overheersen. Meestal gaat het om habitats met een sterk verlaagd zoutgehalte. Dergelijke omstandigheden worden aangetroffen in wadachtige en/of lagunaire omgeving.