Jacob van Citters
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Jacob van Citters (Middelburg, 3 december 1708 – Middelburg, 29 maart 1792) is de jongste zoon uit het huwelijk van Caspar van Citters (1674-1734) en Magdalena Verheije (1672-1732).
Vanaf 1727 is hij tot 1784 gedurende een periode van 57 jaar raad en schepen van Middelburg. In 1747 wordt hij burgemeester, welke functie hij tot 1783 om de drie jaar dertien keer zal uitoefenen, het record van zijn oom Willem van Citters tijdens de Republiek evenarend. Uit hoofde van zijn functie zal hij in mei 1747 namens Zeeland aan de afvaardiging deelnemen die stadhouder Willem IV het stadhouderschap over Zeeland aanbiedt. Hiermee wordt Wilhem IV stadhouder van de Zeven Provinciën.
In 1761 wordt Jacob benoemd tot onderstadhouder van Walcheren en lid van de voogdijraad van prins Willem V tijdens diens minderjarigheid.[1]