Loading AI tools
Nederlands botanicus (1741-1783) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jacobus Cornelis Mattheus Radermacher (Den Haag, 31 maart 1741 – Indische Oceaan, 24 december 1783[1]) was een Nederlands koloniaal ambtenaar van 1757 tot 1763 voor de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), waarna hij een studie en carrière probeerde als advocaat te Harderwijk. Vanaf 1767 was hij voor de VOC weer werkzaam op Java. Hij leverde hier belangrijke bijdragen aan het sociale en culturele leven van Batavia. Radermacher was een enthousiast botanicus en daarnaast geïnteresseerd in natuurwetenschap, navigatiekunde, cartografie, letterkunde en taalkunde, typografie, geografie en religie.[2] Radermacher was een van de oprichters van het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen.
Radermacher werd geboren als zoon van Johan Cornelis Radermacher, thesaurier van prins Willem IV van Oranje-Nassau, en Susanna Ignatia van Schinne. Zijn familie was welgesteld. Op 30 december 1757 vertrok hij op 16-jarige leeftijd als VOC-onderkoopman naar Batavia aan boord van de "Middelburg", waar hij op 16 juli 1758 aankwam.
Hij werd in 1761 bevorderd tot koopman, wat te maken kan hebben met het feit dat zijn oom Samuel Radermacher VOC-bewindhebber was. Op 7 Juni 1761 trouwde hij met Margaretha Sophia Verijssel, de dochter van een voormalig lid van de Raad van Indië. Zij was de stiefdochter van Reinier de Klerk. Jacobus werd opperkoopman in 1762. In datzelfde jaar richt hij in Batavia de vrijmetselaarsloge La Choisie op, de eerste in Azië. Hij staat daarmee aan de oorsprong van twee eeuwen vrijmetselarij in Nederlands-Indië. In 1763 vertrok het echtpaar naar Nederland.
In april 1764 werd hij door invloed van zijn familie pensionaris honorair van Vlissingen en benoemd tot grootsecretaris voor de Orde der Vrijmetselarij. Hij schreef zich in als student rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Harderwijk, waar hij ook promoveerde. Hij vestigde zich op 13 juni 1766 als advocaat in Arnhem, maar vertrok in de functie van Raad van Justitie op 6 januari 1767 opnieuw naar Java aan boord van de "Tulpenburg". Op 21 augustus van hetzelfde jaar ontscheepte hij te Batavia.
Radermacher werd in 1768 aangesteld als schepen en baljuw te Batavia en in mei 1776 werd hij raad-extraordinaris van Indië, president van het college van schepenen, van curatoren en scholarchen der bataviaasche scholen, kolonel der gewapende burgerij en in 1781 commissaris voor de vloot en het leger. In deze laatste functie was hij belast met het verdedigbaar maken van Batavia tijdens de Vierde Engelse Oorlog. Tezamen met Josua van Iperen, Adriaan Moens en anderen richtte hij op 24 april 1778 het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen op. Ook was hij verantwoordelijk voor de aanleg van 's Lands Plantentuin, de hortus botanicus te Buitenzorg. Hij schonk vele boeken, muziekinstrumenten, kunst en curiosa aan het genootschap. In 1779 schonk hij zijn huis in Kali Baru, Jakarta Kota — het handelsdisctrict in de oude stad — aan het genootschap voor de opslag van hun eigendommen. Hij was een enthousiast botanicus (zijn auteursafkorting is 'Raderm.'), en beschreef de flora en fauna van Java en Sumatra tijdens een aantal expedities tussen 1777 en 1779. Hierover correspondeerde hij met Carl Peter Thunberg. De genera Radermachera en Radermachia zijn naar hem vernoemd.
Opmerkelijk voor zijn tijd was zijn opvatting over de doodstraf: ‘een Gehangene is van geen het minste nut voor den t'zaamenleeving’, terwijl daarentegen een heropgevoede ‘schurk vijftig jaar van nut kan zijn, aan [al]gemeene werken, aan gevaarlijke Ambachten en in de vuilste en ongezondste bezigheden.’[3]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.