Landpissebedden
onderorde uit de orde pissebedden / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Landpissebedden (Oniscidea) zijn een onderorde van geleedpotigen die behoren tot de orde Isopoda van de onderstam kreeftachtigen (Crustacea). In Nederland komen 36 op het land levende soorten pissebedden voor.[1]
Landpissebedden | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verschillende stadia van de ruwe pissebed (Porcellio scaber) | ||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||
| ||||||||||
Onderorde | ||||||||||
Oniscidea Latreille, 1802 | ||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||
Landpissebedden op Wikispecies | ||||||||||
|
Oorspronkelijk zijn pissebedden zeedieren. De landpissebedden hebben de zee verlaten, maar hebben hun kieuwen behouden; deze zijn aanwezig in de vorm van aangepaste "poten" van het achterlijf waarmee de dieren in staat zijn zuurstof op te nemen uit hun omgeving. De kieuwen moeten altijd vochtig blijven omdat ze anders niet meer functioneren. Dit is de reden dat de pissebedden in een droge omgeving niet lang zullen overleven. Een tweede aanpassing aan het landleven is de manier waarop de jongen ter wereld komen. De uit de eitjes gekomen jongen blijven in een broedbuidel tegen de borst van de vrouwtjes zitten totdat ze een aantal keer verveld zijn, als ze zelfstandig worden zijn ze nog niet volwassen. Het zijn hiermee de enige kreeftachtigen die niet op water aangewezen zijn voor de eerste levensfasen van het nageslacht.
De verwante waterpissebedden uit de onderorde Asellota leven wel geheel in het water, een soort uit deze groep is de zoetwaterpissebed (Asellus aquaticus).
Veel landpissebedden zijn cultuurvolgers die oorspronkelijk uit Europa komen, maar tegenwoordig tot in Nieuw-Zeeland te vinden zijn. Landpissebedden leven in een microhabitat, de omstandigheden maakt ze weinig uit, als het maar vochtig is en er schuilplaatsen en voedsel zijn. Sommige soorten hebben zich gespecialiseerd, zoals de mierenpissebed (Platyarthrus hoffmannseggi), die in symbiose leeft met de zwarte wegmier. Pissebedden komen in allerlei habitats voor, van bossen tot graslanden en ook tuinen zijn geschikte leefgebieden, waarvan veel mensen pissebedden kennen. Pissebedden zijn gevoelig voor uitdroging en zijn in huizen vooral te vinden in kelders, onder bloempotten en andere vochtige plaatsen. De pissebed leeft voornamelijk van plantaardig materiaal, zoals rottend hout en bladeren. Minder bekend is dat de eieren en jongen van andere geleedpotigen - zoals mieren en spinnen - óók tot het dieet behoren.[2] De pissebed heeft vele vijanden, zoals insecten, spinnen, amfibieën en vogels. Een dier dat dol is op pissebedden en zich zelfs heeft gespecialiseerd in het vangen en kraken van deze diertjes is de roodwitte celspin (Dysdera crocata).